Veel mensen voelen zich moedeloos als het gaat om het aanpakken van de grote wereldproblemen. Dat is deels te wijten aan onze Westerse focus op het individu, betoogt VN-jongerenambassadeur Elian Yahye. We moeten de positieve verbindende kracht van groepsidentiteit niet onderschatten.

Elian Yahye
‘Weet je… soms word ik er gewoon een beetje moedeloos van. Wat voor invloed kan ik nou hebben op deze problematiek?’ Het is een veelgehoorde uitspraak – vaak gedaan in de context van grensoverschrijdende, schijnbaar onoplosbare problemen waar we nu mee te maken hebben. Je probeert minder te douchen, vlees wat vaker te laten staan of geeft regelmatig geld aan een goed doel. Ondertussen worden de voorspellingen over klimaatverandering steeds zorgelijker en verdrinken er nog steeds vluchtelingen in de Middellandse Zee; de oorlogen lijken niet op te houden en schrijnende armoede blijkt hardnekkiger dan gedacht en gehoopt. Begrijpelijk toch dat we soms moedeloos worden en ons afvragen: ‘Welke impact kan ik nou maken?’
Toch is deze vraag niet zo logisch als het misschien lijkt. Het is een relatief moderne en Westerse blik op de situatie, een die ons een vertekend beeld geeft van de huidige problemen én oplossingen.
De kern van het probleem zit hem in het woordje ‘ik’. De vraag stelt impliciet dat we de huidige wereldproblemen het best kunnen bezien vanuit het perspectief van het individu. Maar dat het individu tot relatief weinig in staat is als het gaat om grote mondiale uitdagingen, mag geen verrassing heten. Het douchegedrag van mevrouw X is inderdaad niet opgewassen tegen het enorme probleem van waterverspilling.
De focus op de ik-vraag is een symptoom van een hevig geïndividualiseerde (en geseculariseerde) samenleving waarin we er vanuit gaan dat zaken als het klimaatprobleem en de extreem oneerlijke verdeling van welvaart op te lossen zijn door een opeenstapeling aan individuele gedragsveranderingen. Deze benadering wordt in weinig andere samenlevingen teruggevonden. Wereldwijd identificeren de meeste mensen zich namelijk vooral met een groep, een gemeenschap. De groepsidentiteit (‘tribaal’, ‘religieus’, etc.) komt ons in Nederland misschien primitief voor. In het beste geval zien we het als een voorstadium in de ontwikkeling naar een samenleving van verlichte, seculiere en zelfstandige individuen. Dit is alleen niet hoe de wereld in elkaar steekt, en ook niet hoe de geschiedenis waarschijnlijk zal verlopen.
Hoewel de focus op het individu veel voordelen heeft opgeleverd, heeft het ook een schaduwkant. Overweldigende, grensoverschrijdende problemen verlammen een samenleving waarvan de leden soms hun eigen buren niet eens kennen. Het resultaat: sceptici, struisvogels en moedeloze mensen. Hier zijn lessen te trekken uit andere samenlevingen.
De kracht van religie, bijvoorbeeld, mogen we niet onderschatten. Om mondiaal bewegingen op gang te krijgen die zich voor een bepaald doel willen inzetten, heb je verhalen nodig die mensen verbinden op een manier die soms tegen het ‘rationele’, of in ieder geval het eigenbelang, in gaan. De verbinding die je met iemand voelt als je er achter komt dat iemand anders ook moslim of christen is, is soms moeilijk voor te stellen; het is een gevoel van verbintenis die nog een slag dieper gaat dan dat je andere Nederlanders tegenkomt op vakantie.
Tegenwoordig geeft dit soort irrationele (misschien zelfs sektarische?) verbondenheid vaak vooral een nare bijsmaak, en dat is begrijpelijk. Als ik mijn eigen Facebook-tijdlijn bekijk op momenten dat het Israël-Palestina-conflict weer oplaait, zie ik bijvoorbeeld een scherpe tegenstelling tussen mijn islamitische familie die ‘Pray for Gaza’ post, en mijn christelijke vrienden die ‘Pray for Israel’ op hun pagina zetten. Vaak zijn dit mensen die verder niet eens bijzonder politiek betrokken zijn, maar het is een conflict dat op een bepaalde manier raakt aan een diepere identiteit.
Sterke en grensoverschrijdende groepsidentiteiten hebben het risico met elkaar te clashen, maar we zouden de baby met het badwater weggooien door ze helemaal als verkeerd af te doen. Ten eerste omdat deze identiteiten in het grootste deel van de wereld nog wél van enorm belang zijn. 84 procent van de wereldbewoners beschouwt zichzelf als religieus – een gegeven waar we niet omheen kunnen en waar de komende tijd ook geen drastische verandering in zal komen. Zoals we in het geval van Israël-Palestina zagen, kan dat de zaken nogal compliceren. Maar als het gaat over mondiale solidariteit en het effectief optreden tegen wereldwijde problemen hebben we te maken met een slapende reus. Het geven van zakat en zorg voor de armen is één van de vijf pilaren van de islam (de op een na belangrijkste zelfs) en de leerstellingen en leefwijze van Jezus getuigden van een sociale radicaliteit die we maar weinig elders zien. Als alle gelovigen wereldwijd hun geloofsovertuiging op deze gebieden echt serieus zouden nemen, dan kan religie een transformatieve kracht zijn die niet te stuiten is.
Ten tweede biedt dit soort verhalen inspiratie die verder gaat dan het zoveelste wetenschappelijke rapport over de noodzaak over te stappen op duurzame energie of emotionele reclamespotjes over ‘de armoede in Afrika’. Hoewel feiten, ratio en emotie allemaal belangrijk zijn om mensen in beweging te krijgen, hebben we diepere, betekenisvolle verhalen nodig om echt tot actie te worden aangezet. Verhalen van waaruit we onszelf niet alleen als een ‘ik’ beschouwen, maar vooral als een ‘wij’, onderdeel van een groter plan.
De uitdaging is deze traditionele identiteiten (in dit geval religieuze stromingen) te verbinden aan een positieve narratief. Toen Madonna in de jaren ’80 het nummer Like A Prayer uitbracht, waren katholieken er met massale boycots op Pepsi en Pizza Hut toe in staat te zorgen dat de video niet meer zou worden gebruikt als Pepsi-reclame. Zelfs de paus bemoeide zich ermee. Ook de massale verontwaardiging over de Deense cartoons van de profeet Mohammed zijn, hoe begrijpelijk misschien ook, een voorbeeld van hoe religieuze energie wordt gebruikt om zich af te zetten tegen iets wat in het grote geheel een vrij klein probleem is. Hoe zou de wereld eruitzien als mensen – gedreven vanuit hun diepste overtuigingen – een vuist zouden maken tegen het feit dat er nog steeds kinderen overlijden aan eenvoudig te genezen aandoeningen, dat oceaandieren stikken in ons plastic en dat uitbuiting nog steeds onderdeel is van onze productieketens?
Concreet betekent dit dat we de samenwerking moeten zoeken met jonge religieuze leiders en andere gemeenschapsleiders. Dat we het narratief van mondiale solidariteit laten aansluiten bij eeuwenoude verhalen die mensen op een diep niveau met elkaar verbinden. Voor Nederland – waar toch een groot deel van de mensen weinig met religie en andere groepsverbanden heeft – betekent dit dat we op zoek moeten naar verhalen die ons wel kunnen verbinden. Dit kunnen nieuwe groepsidentiteiten zijn op basis van levensbeschouwingen, maar bijvoorbeeld ook muzikale subculturen – denk bijvoorbeeld aan hoe de liefde voor Hip-Hop mensen wereldwijd verbindt. Maar dit kan ook te vinden zijn in een herwaardering van zaken die we nu misschien beschouwen als ‘ouderwets’ of ‘niet meer van deze tijd’, zoals bijvoorbeeld religie.
In ieder geval moeten we op zoek naar verhalen die ons bevrijden van de eenzijdige focus op het individu. En hoewel niet iedereen opeens religieus hoeft te worden, moeten we toch toegeven dat iedereen die werkelijk hoop heeft op een mondiale beweging die – vaak tegen het eigenbelang in – werk maakt van het oplossen van wereldproblemen, van binnen toch nog een klein beetje gelovig is. Laten we dus op zoek gaan naar de verhalen die hier vorm aan kunnen geven.
Elian Yahye is student Internationale Betrekkingen aan de Universiteit Leiden en namens Nederland Jongerenvertegenwoordiger bij de Verenigde Naties. Hij zet zich in om de stem van Nederlandse jongeren te laten horen op dit internationale platform en hierbij alle jongeren te betrekken; ongeacht afkomst, opleidingsniveau of woonplaats. Hij focust zich vooral op de thema’s veiligheid en mensenrechten en op de positie van vluchtelingen.
Het journalistieke project Reinventing the Message is bedoeld om met onder andere filosofen, schrijvers, sociaal ondernemers, activisten, wetenschappers en professionals uit de ontwikkelingssector nieuwe ideeën te genereren om mensen te raken en te betrekken bij internationale samenwerking en mondiale solidariteit.
Eerlijke toegang tot gezondheid als beste geneesmiddel
Waar kan Nederland binnen haar coherentiebeleid de komende jaren het beste op inzetten als het gaat om het aanpakken van Vaccin- en Mondiale Gezondheidsongelijkheid? En hoe kunnen we dit zo concreet mogelijk vormgeven? Deze vragen staan centraal tijdens de tweede editie van Het Grote Coherentiedebat op vrijdagmiddag 8 december in Dudok, Den Haag. Het debat is ook online te volgen.
Lees artikelRozen in de woestijn
In het hart van de woestijn, waar de hoop niet breed is gezaaid, bewijst Desert Roses dat er bloemen op de meest onverwachte plaatsen kunnen bloeien: ze daagt de bestaande normen uit, binnen een gemeenschap die meisjes als kapitaal ziet – om voor een vroeg huwelijk in te zetten. In Kenia laat Rael Lomoti ze nu door het meisjesvoetbal de kracht van het onderwijs inzien. Een reportage.
Lees artikelDonkere wolken?
Zelfs rasoptimist Paul van den Berg ziet weinig sprankjes hoop als hij door de lens van ontwikkelingssamenwerking naar de aankomende Tweede Kamerverkiezingen kijkt. In deze blog legt hij uit waarom, maar eindigt hij toch nog met een zonnestraaltje achter de wolken.
Lees artikel