Water is de sector van de grote getallen. Er zijn wereldwijd grote noden en grote risico’s, grote doelen en ambities, grote kansen maar ook grote woorden en pretenties, die soms om nuancering vragen. Een rondleiding.
Water staat internationaal hoog op de agenda. Crisis rondom water – te weinig, te veel of te vies – staat al jaren hoog op het lijstje dat het Wereld Economisch Forum elk jaar maakt van de grootste risico’s die de wereld bedreigen. Negentig procent van de natuurrampen is watergerelateerd. Veertig procent van de wereldbevolking kan deze eeuw geconfronteerd worden met absolute waterschaarste of wateroverlast, is de verwachting.
Want de vraag naar water neemt toe – onder meer omdat de economie groeit, die zorgt voor een stijgende welvaart van de groeiende wereldbevolking en een grotere vraag naar luxeproducten. Dat vraagt om steeds meer water: voor de groeiende industrie, voor de steden met hun behoefte aan schoon drinkwater, voor de productie van voedsel. Landbouw is op dit moment de grootste gebruiker van zoet water, maar er zal ook steeds meer water gebruikt worden voor het opwekken van energie.
Wereldwijd de grootste producent van duurzame energie – goed voor zeventig procent – is waterkracht, energie gemaakt door waterkrachtcentrales in stuwdammen. Tegen 2050 is de energieproductie met waterkracht met tachtig procent toegenomen, verwacht het Planbureau voor de Leefomgeving, dat deze en andere ontwikkelingen onlangs prachtig in beeld bracht in het rapport The Geography of Future Water Challenges. De vraag naar water voor de verbouw van energiegewassen, voor biobrandstof voor auto’s en vliegtuigen, zal zelfs vertwintigvoudigen tot 2050, verwacht het planbureau.
De hoofdoorzaak van waterproblemen is menselijk handelen, zoals inefficiënt waterbeheer of slecht bestuur, benadrukken verschillende experts, en niet klimaatverandering op zich – al verergert die ze wel. Steden in delta’s krijgen te maken met zeespiegelstijging en overstroming van rivieren door heftige regen. Droge gebieden worden droger, het weer wordt extremer en minder voorspelbaar. Gebrek aan water kan ook gevolgen hebben voor de natuur. Meren, rivieren en *wetlandsspelen een rol van belang in het behoud van biodiversiteit op de planeet.
Het draait ook om de gezondheid van heel veel mensen. Het goede nieuws is dat het aantal mensen zonder toegang tot veilig drinkwater tussen 1990 en 2015 is gehalveerd en dat het oude millenniumdoel daarmee deels gehaald is. Maar toegang tot sanitatie blijft achter: een op de drie mensen gebruikt geen veilige en schone wc, wat cholera en diarree kan veroorzaken. Gebrek aan sanitatie en schoon drinkwater veroorzaken nog steeds achthonderdduizend doden per jaar. Dat is ruim twaalf keer zoveel als de slachtoffers van droogte en overstroming bijeen, tonen cijfers van Planbureau voor de Leefomgeving.
De noden en risico’s zijn groot, maar dat geldt ook voor de doelen en ambities die de mensheid zich gesteld heeft om ze op te lossen. De duurzame ontwikkelingsdoelen, die de Verenigde Naties in 2015 optekenden, gaan veel verder dan de eerdere millenniumdoelen. Bovendien zien steeds meer politici, bedrijven en ngo’s de duurzame doelen als leidend. Was drinkwatervoorziening onder de millenniumdoelen een subdoeltje, bij de duurzame doelen heeft water zijn eigen doel, nummer zes: maak water beschikbaar en zorg voor duurzaam waterbeheer en sanitatie voor iedereen.
Daaronder vallen specifieke doelen, zoals universele toegang tot drinkwater in 2030 (6.1) en toegang tot goede sanitatie voor iedereen (6.2), maar ook beperking van vervuiling van water (6.3), grotere efficiëntie van watergebruik (6.4), meer geïntegreerd waterbeheer (6.5) en bescherming van waterrijke ecosystemen (6.6). Daarnaast is water van belang binnen andere duurzame doelen, zoals de beëindiging van honger (doel twee), actie tegen klimaatverandering (dertien) en vóór gezondheid (drie).
Anders dan de millenniumdoelen gelden de duurzame doelen voor alle mensen – dus ook voor rijke landen zoals Nederland, dat moet rapporteren over onze eigen uitdagingen op het vlak van water. Nederland moest als kwetsbare delta zelf altijd met en tegen het water strijden en heeft internationaal een naam opgebouwd in waterbeheer. Ingenieursbureaus ontwerpen overal ter wereld nieuwe kustweringen, baggerbedrijven werken aan havens en kustwering, waterschappen en drinkwaterbedrijven delen hun kennis. Ook in het ontwikkelingsbeleid staat water al langer centraal; onder staatssecretaris Ben Knapen en minister Lilianne Ploumen was het een van de vier speerpunten.
In de nota van minister Sigrid Kaag (uit mei 2018) blijft water nadruk krijgen, ditmaal met name in de nieuwe focuslanden in de Sahel, de Hoorn van Afrika, het Midden-Oosten en Noord-Afrika. De duurzame doelen vormen de leidraad. Drinkwater en sanitatie blijven van groot belang, de helft van het waterbudget gaat erheen – met als doel dat Nederland in 2030 vijftig miljoen mensen aan sanitaire voorzieningen heeft geholpen en dertig miljoen aan drinkwater.
Daarnaast krijgt waterschaarste meer aandacht. De regering draagt het belang van water en de rol van Nederland daarin ook internationaal uit: premier Mark Rutte sprak in 2017 het High Level Panel on Water van de VN toe en Sigrid Kaag vroeg in 2018 in de VN-Veiligheidsraad aandacht voor waterconflicten.
Vaak wordt er onderscheid gemaakt tussen drie deelsectoren: waterschaarste en beheer van water, toegang tot drinkwater en sanitatie (WASH) en veilige delta’s. Deze Vice Versa-special is ingedeeld aan de hand van die drie thema’s. Tegelijkertijd hangen ze ook samen. Water stroomt in rivieren vanaf de bron in hoger gelegen gebieden naar beneden. In het hele stroomgebied kan waterschaarste een probleem zijn, maar in droge gebieden kan hevige regen ook overstromingen geven, als het land slecht beheerd is en er ontbossing of erosie is.
Aan de andere kant kan er ook tekort aan schoon water zijn in dichtbevolkte delta’s, waar de rivieren uitkomen in zee. In delta’s draait het beheer van water ook om kustwering en het tegengaan van overstromingen vanuit de zee of rivieren. Drinkwater en sanitatie is een thema dat door het hele stroomgebied van belang is – in het verleden stond het vaak los van de thema’s waterbeheer en delta’s.
Organisaties die zich bezighouden met WASH zijn heel andere organisaties dan die zich richten op waterbeheer. Maar steeds vaker is er bij het aanleggen van drinkwater- en sanitatiesystemen ook aandacht voor de bron van het water, en dus voor waterbeheer. In de nota van Kaag staat ook dat de verbinding versterkt moet worden tussen waterbeheer en WASH. ‘Drinkwater en waterbeheer hangen samen, net zoals voedsel, water en energie samenhangen’, zegt Rolien Sasse, die in alle hoeken van de waterwereld werkte. ‘We moeten oppassen de aanpak van problemen in te delen in hokjes. We moeten juist integraal en intersectoraal samenwerken. In samenwerking en polderen ligt ook de kracht van Nederland.’
‘Waterschaarste zal dramatisch toenemen in de toekomst’
Volgens Sasse is waterschaarste een urgent en groeiend probleem in de wereld. Ze schreef er in 2017 een rapport over in opdracht van het Netherlands Water Partnership (*NWP), het netwerk dat in Nederland overheden, bedrijfsleven, kennisinstellingen en ngo’s op het gebied van water verbindt om samen sterker te staan in het buitenland. ‘Waterschaarste zal echt dramatisch toenemen in de toekomst’, zegt Sasse, ‘door de groeiende vraag en klimaatverandering.’ Waterschaarste verscherpt de tegenstellingen tussen concurrerende gebruikers en kan zo conflicten in de hand werken. Water dat gebruikt wordt voor een waterkrachtcentrale of grootschalige irrigatie kan benedenstrooms tot een tekort bij anderen leiden, soms voorbij de landsgrenzen.
Tekort aan water ondermijnt de bestaanszekerheid van mensen. Dat kan leiden tot armoede, regionale migratie en destabilisatie als er voor de getroffen bevolking geen alternatieven zijn, staat in het rapport van Sasse, wat weer kan bijdragen aan de migratie naar Europa. Daarmee legt het NWP-rapport een verbinding tussen waterschaarste en het beleid van Kaag om de grondoorzaken van migratie weg te nemen.
Sasse nuanceert het directe verband: ‘Een oplossing voor gebrek aan water zal de migratie niet stoppen, dat is een enorm complex proces. Andersom zullen ernstige waterproblemen, wanneer die niet worden aangepakt, wèl bijdragen aan verminderde veiligheid voor mensen. Dat kan ook meespelen in de afweging om te migreren.’
Waterschaarste wordt inmiddels ook door veel anderen neergezet als een veiligheidsprobleem, in plaats van een ontwikkelingsvraagstuk. Hoge militairen in de Verenigde Staten en Nederland waarschuwden ervoor. Maar waterschaarste biedt ook de kans om conflicten juist op te lossen, stelt Sasse in haar rapport.
Het gezamenlijk aanpakken van waterproblemen zorgt vaak voor betere samenwerking tussen groepen of landen. Ze ziet een grote rol voor Nederland om met kennis en informatiesystemen bij te dragen aan waterdiplomatie en een meer integraal waterbeheer – en zo bij te dragen aan vredesprocessen in conflictgebieden.
Ook Stef Smits ziet voordelen van een breder perspectief op water. Hij werkt bij IRC, een kenniscentrum over drinkwater en sanitatie. ‘WASH gaat over toegang tot water, maar waar mogelijk moet er afstemming en samenwerking zijn over waterbeheer. Hoewel drinkwater vaak maar vijf tot tien procent van het beschikbare water vergt, kan er bij schaarste toch een conflict ontstaan met andere watergebruikers.’
Uitdagingen rondom WASH zijn er genoeg. Op één staat nog steeds het klassieke geval van de kapotte pomp of toilet. Een derde van alle handwaterpompen in Afrika doet het niet, omdat het onderhoudssysteem niet werkt. Om de duurzaamheid van drinkwatervoorzieningen te verbeteren, bepleit IRCeen systeemaanpak, waarin aandacht is voor beheer, onderhoud, bestuur en financiering.
IRC spreekt ngo’s ook aan op hun communicatie, wanneer ze bij het werven van donateurs de suggestie wekken dat het volstaat om een pomp aan te leggen. De Nederlandse overheid dwingt tegenwoordig zelfs duurzaamheid van drinkwatersystemen af. Sinds een IOB-evaluatie in 2012 van het WASH-beleid dat hierop wees, staan in contracten van het directoraat-generaal Internationale Samenwerking met WASH-partijen dat de nieuwe drinkwatersystemen ten minste vijftien jaar moeten functioneren.
Maar het blijft lastig om financiering te vinden voor het onderhoud van systemen, zegt Smits. ‘Het is een publieke dienst; bedrijven kunnen wel onderdelen leveren, maar de overheid is verantwoordelijk. En die heeft er vaak geen geld voor over.’ Het wordt ook lastig, zegt Smits, om het duurzame doel te behalen. ‘Vooral als het om sanitatie gaat, met name in Afrika. Dat draait niet alleen om geld, maar ook om gedragsverandering.’ Veel mensen zien niet direct het belang ervan in, terwijl gebrek aan een toilet wel tot veel ziekten en sterfgevallen leidt.
Bij de waterwerken in delta’s valt wel geld te verdienen, dus daar spelen bedrijven een grotere rol. ‘In de delta’s ligt onze grootste kennis en toegevoegde waarde’, zegt Dennis van Peppen, manager mondiale vraagstukken en water bij de Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. ‘Ons land is ook een delta. We hebben al eeuwen ervaring met waterbeheer in de delta, onze deltawerken en deltacommissie zijn wereldwijd bekend. We weten hoe je in een dichtbevolkte omgeving, met weinig ruimte en veel kennis efficiënt met water kunt omgaan.’
In 2016 stelde de regering de Internationale Waterambitie op, een gezamenlijk initiatief van de ministers van Infrastructuur en Milieu, Economische Zaken en Buitenlandse Zaken en Ontwikkelingssamenwerking om wereldwijd met meer urgentie te werken aan waterveiligheid en -zekerheid in stedelijke delta’s. De Waterambitie stimuleert samenwerking tussen de Nederlandse overheid, bedrijven, kennisinstellingen en ngo’s, wat past binnen de agenda van hulp en handel. Het wordt gefinancierd met publiek-private programma’s als Partners voor Water en het Fonds Duurzaam Water, programma’s waarvoor Van Peppen verantwoordelijk is bij RVO.
‘In de stedelijke delta’s liggen grote uitdagingen’, zegt hij. ‘Bevolkingsgroei leidt tot meer vraag naar water, wat verergerd wordt door klimaatverandering. Er is zeespiegelstijging en vaak bodemdaling. Meer extreem hevige regen leidt in combinatie met slechte planning en veel asfalt tot grote overstromingen. Dat wordt erger – in grote steden in Azië, maar ook in Afrikaanse.’
Daarin is de Nederlandse positie van betekenis, zegt Van Peppen: ‘Door het helpen verbeteren van bestuur, betere planvorming en technologieën, systemen voor vroege waarschuwing.’ Nederland heeft vooral kennis te bieden, met zijn ingenieursbureaus en kennisinstellingen. Ook met het voorspellen van waterproblemen door data-analyse en modellen.
Maar Dennis van Peppen nuanceert de inbreng van Nederland en het belang van het bedrijfsleven ook. ‘We moeten oppassen dat we niet een te grote broek aantrekken’, zegt hij. Het beeld dat je Nederland kunt bellen als er ergens een waterprobleem is en dat wij dan de ingenieurs invliegen die de zaak fiksen, kan ook tegen ons werken, denkt hij. ‘Problemen zijn heel complex, verschillend en divers, en ze hangen af van de context. Het is goed ons bescheiden op te stellen – wat past bij onze volksaard – en goed te luisteren naar lokale noden en mogelijkheden.’
‘We geven hulp en advies. Handel is bijvangst’
Hij waarschuwt ook dat in de hulp- en handelsagenda niet de verkeerde indruk gewekt moet worden. ‘De nadruk hoort te liggen op het gezamenlijke doel: waterzekerheid en -veiligheid.’ Nederland dreigt zijn positie van onafhankelijk adviseur te verliezen als men begint te denken dat het Nederland gaat om het eigenbelang van zijn bedrijven. ‘Dat is niet zo. Nederland is een rijk land en heeft veel waterkennis, dat schept een verantwoordelijkheid. Daarom geven we hulp en advies. Handel is bijvangst.’
Kader:
Nederland waterland
Het Nederlandse waterbedrijfsleven werkt veel in het buitenland. Het gaat om watertechnologie voor drinkwater en afvalwaterzuivering en om deltatechnologie voor waterbeheer en waterbouw, dat wil zeggen: kustontwikkeling, havenconstructie en baggeren voor havenaanleg.
Qua omzet zijn de baggeraars, zoals Boskalis en Van Oord, het grootst. Een belangrijke bedrijfstak zijn de ingenieursbureaus, die wereldwijd deltawerken ontwerpen en adviseren. Een opkomende markt is er voor bedrijven die data verwerken en waterproblemen voorspellen. Het Netherlands Water Partnership, de netwerkorganisatie van de watersector, houdt de waarde bij van de totale waterexport. Die groeide de voorbije decennia gestaag, van 2,4 miljard euro in 1995 naar 7,8 miljard in 2015. De verwachting voor 2018 is 8,5 miljard en in de toekomst wordt meer groei voorzien.
Op het gebied van drinkwater en sanitatie wordt veel werk gedaan door ngo’s, met steun van de overheid of donateurs. Twintig van hen zijn verenigd in het Water NGO Platform van NWP. Daarnaast adviseren veel Nederlandse drinkwaterbedrijven en waterschappen ook in het buitenland. Drinkwaterbedrijven hebben zich verenigd in het programma WaterWorX, dat door de bedrijven en de overheid samen gefinancierd wordt. Waterschappen werken samen in het publiek-private programma Blue Deal, dat adviseert over waterbeheer. Waterkennis is er ook bij Nederlandse universiteiten: over technologie bij de TU Delft, over waterbeheer in Wageningen. IHE Delft leidt veel internationale studenten op.

In dit dossier staan de artikelen uit de waterspecial. 68 pagina’s boordevol reportages en achtergrondartikelen over een van de meest urgente onderwerpen ter wereld.
De special wordt verspreid onder abonnees van Vice Versa en door de partners. Wilt u ook een exemplaar ontvangen? Neem dan een abonnement op Vice Versa
Afstemmen met Afrika
Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.
Lees artikelDavid Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden
Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.
Lees artikelPinksterzaterdag op de A12
Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’
Lees artikel