Waterschaarste neemt toe en wordt almaar vaker gezien als veiligheidsprobleem. Maar de relatie tussen gebrek aan zoet water, klimaatverandering en conflict en migratie is complex, stellen deskundigen. Schaarste kan mensen ook bijeenbrengen. Zeker is: kwetsbare mensen worden het hardst erdoor getroffen. Wat valt eraan te doen, ook door Nederland?
Waterschaarste is een groeiend probleem, daarover zijn velen het eens. Er is in veel gebieden al te weinig zoet water beschikbaar. En de vraag naar water zal wereldwijd toenemen, door groei van de bevolking, groei van de economie en meer vraag naar energie en voedsel. Dat wordt versterkt door klimaatverandering. Een half miljard mensen heeft nu al te maken met voortdurende waterschaarste. Niet alleen in regio’s die traditioneel al droog zijn, zoals de Sahel en het Midden-Oosten, maar ook steden als Kaapstad – het scheelde weinig of er kwam in het voorbije voorjaar geen water meer uit de kraan – en São Paulo, Maputo en Nairobi. Zelfs in Nederland was er in de zomer van 2018 opvallend lang geen regen, wat dijken en oogsten bedreigde.
Steeds vaker wordt waterschaarste ook genoemd als veiligheidsprobleem. In rapporten van de Wereldbank en het Wereld Economisch Forum, maar ook door hoge Amerikaanse en Nederlandse militairen en de VN-Veiligheidsraad. De redenatie is vaak dat waterschaarste, al dan niet mede veroorzaakt door klimaatverandering, mensen hun bestaansmiddelen ontneemt. Concurrentie over het gebruik van schaars water kan dan tot conflicten leiden. Water dat gebruikt wordt voor een waterkrachtcentrale of grootschalige irrigatie kan benedenstrooms tot een tekort bij andere watergebruikers leiden.
In het geval van grensoverschrijdende rivieren kan het conflicten opleveren tussen landen, die kunnen leiden tot regionale onveiligheid en instabiliteit. Dat kan weer migratie veroorzaken, ook naar Europa. In de woorden van Sybe Schaap, voorzitter van het Netherlands Water Partnership (NWP): ‘Ernstige watertekorten en overstromingen brengen migratiestromen op gang, die samenlevingen uit balans kunnen brengen, zowel in het land van vertrek als van aankomst.’ Nederland kan een grote rol spelen in het oplossen van waterconflicten, denkt NWP, met waterdiplomatie of technische oplossingen.
Ook minister Sigrid Kaag vraagt aandacht voor de rol van water in internationale conflicten, zoals op 22 maart 2018, op Wereldwaterdag, toen ze daarover in de VN-veiligheidsraad in New York sprak. Maar een directe relatie tussen waterschaarste en migratie, zoals NWP die legt, wordt in het regeerakkoord of de nota van Kaag niet genoemd. In de nota staat wel dat een watercrisis als gevolg van het schaarser worden van water conflicten kan veroorzaken, maar niet dat dit ook tot migratie leidt.
‘Die relatie is ook erg ingewikkeld’, zegt Rolien Sasse, die er in opdracht van NWP in 2017 een rapport over schreef, getiteld: Watercrisis: oorzaak van conflict of bijdrage aan stabiliteit. Het is ingewikkeld omdat er veel meer factoren meespelen bij veiligheid en migratie. ‘Maar het niet-oplossen van ernstige waterproblemen kan bijdragen aan verminderde veiligheid voor mensen’, zegt Sasse, ‘en mogelijk aan migratie.’ Waterschaarste hoeft geen conflict op te leveren, maar kan partijen ook bij elkaar brengen, zegt Sasse. ‘Juist omdat water essentieel is voor mensen.’ Ze ziet een grote rol voor Nederland om met kennis en informatiesystemen bij te dragen aan waterdiplomatie en meer integraal waterbeheer – en zo vrede te brengen in plaats van conflict.
In haar rapport noemt ze meerdere mogelijkheden: het voorspellen van toekomstige schaarste door data-analyse, het tot stand brengen van overleg door waterdiplomatie tussen landen of tussen groepen van watergebruikers. Ook bij het verduurzamen van watergebruik in de humanitaire hulp kan Nederland het voortouw nemen. Ze noemt ook waterrentmeesterschap: ‘Nederlandse bedrijven en investeerders moeten zich rekenschap geven van de impact van hun productieketen – zeg: het telen van bloemen of boontjes – op de lokale waterschaarste en daar verantwoordelijk mee omgaan.’ Ook investeerders in duurzame energie – zoals stuwdammen – moeten oog hebben voor conflicten over water.
‘Waterschaarste is vooral te wijten aan menselijk handelen’
‘De waterschaarste is door ons gecreëerd’, zegt Marie-José Vervest. ‘Schaarste is vooral te wijten aan menselijk handelen. Het risico op schaarste wordt wel vergroot door klimaatverandering, maar met verstandig en integraal waterbeheer zou dat veel minder een probleem hoeven te zijn.’ Vervest is programmamanager bij Wetlands International en werkt aan het versterken van de veerkracht van gemeenschappen, zodat ze beter kunnen omgaan met door waterschaarste veroorzaakte rampen. Onder wetlands vallen rivieren, meren en moerassen, maar ook de binnenlandse delta’s en meren in de Sahel waar alleen in regentijd water in staat.
In het rapport Water Shocks bracht Wetlands International vorig jaar de schade in beeld die slecht waterbeheer in de Sahel berokkende aan de bevolking en de economie. In rivieren als de Niger en de Sénégal en rondom het Tsjaadmeer zijn dammen aangelegd en wordt water onttrokken voor grootschalige irrigatieprojecten en waterkracht. Daardoor komen rivieren en meren droog te liggen, terwijl miljoenen mensen ervan afhankelijk zijn voor hun visserij, veehouderij en landbouw. Dit is een van de oorzaken van gewapend conflict over schaars water en leidt ertoe dat mensen zich genoodzaakt zien te migreren.
De rivieren en meren in de Sahel zijn een complex systeem, legt Vervest uit. De blue life-lines onderhouden niet alleen miljoenen mensen, ze zijn ook een buffer voor extremen in het weer – zoals aanhoudende droogte – als gevolg van klimaatverandering. Ze behouden vraagt om een integrale benadering, waarin heel het landschap en alle watergebruikers worden meegenomen.
Dat geldt ook voor het watergebruik in Ethiopië. Meren in de Central Rift Valley krimpen, onder andere omdat er water wordt gebruikt om bloemen te telen voor de export, ook door Nederlandse bedrijven. Dit zou een van de factoren kunnen zijn in de opstanden in Oromia, waarbij bloemenboerderijen zijn afgebrand. ‘Maar het zijn niet de bloemenboeren alléén die waterschaarste veroorzaken in Ethiopië’, zegt Vervest. ‘Het is een combinatie van factoren. Lokale kleinschalige boeren rond de meren gebruiken het water ook inefficiënt.’
Op basis van gedegen onderzoek brengt Wetlands International de situatie in kaart, waarna het een dialoog tussen alle watergebruikers begint, om het verdelingsvraagstuk op te lossen. Ook worden groene oplossingen voorgesteld, zoals ‘bouwen met de natuur’. Wetlands International werkt samen met humanitaire organisaties in de alliantie Partners for Resilience om de capaciteit van lokale organisaties en de positie van mensen die afhankelijk zijn van de wetlands te versterken, zodat ze sterker staan in de dialoog met andere gebruikers.
Zoals in Kenia, waar herders en lokale boeren protesteerden tegen de aanleg van een nieuwe dam in de Ewaso Ng’iro-rivier en die voorlopig weten tegen te houden. Ook tussen landen is er overleg, zoals tussen de negen landen waar de Niger doorheen stroomt. Een overkoepelende rivierautoriteit bemiddelt tussen boven- en benedenstroomse gebruikers. ‘Nederland’, zegt Vervest, ‘heeft zeker iets te bieden in het omgaan met waterschaarste. Met onze kennis en analyse en ook door praktische oplossingen te bieden, zoals bouwen met de natuur.’
Die analyse vindt onder andere bij IHE Delft plaats, waar een nieuw instrument voor waterdiplomaten in de maak is. Het Water, Peace and Security-programma gaat proberen om watergerelateerde veiligheidsrisico’s op te sporen, nog voordat conflicten uit de hand lopen. Data over watertekorten worden gecombineerd met sociale, politieke en economische gegevens, om problemen die zich op korte termijn kunnen voordoen te voorspellen – tijdige maatregelen kunnen erger voorkomen. IHE werkt hieraan met een groeiend aantal partners en met financiering van Buitenlandse Zaken.
Pieter van der Zaag, hoogleraar aan IHE Delft en betrokken bij het initiatief, drukt zich voorzichtig uit over wat het initiatief kan bereiken. Het is nog maar net begonnen en verzamelt nu de informatie voor het eerste proefproject, rondom de Nigerrivier in Mali en Guinee. ‘Ons instrument wil alarmbellen ontwikkelen, die afgaan als er iets vreemds gebeurt, zodat je goed kunt kijken wat er aan de hand is.’ Veel meer kan het initiatief niet beloven, zegt hij. Dat komt omdat de relatie tussen waterschaarste, klimaatverandering en bestaanszekerheid, veiligheid en migratie zo ingewikkeld is. ‘Die wordt nogal eens te veel versimpeld. Daar moeten we mee uitkijken.’
Verlies van bestaanszekerheid en onveiligheid hebben, zegt Van der Zaag, in de eerste plaats te maken met de vraag of de overheid en de markt werken. Een direct verband leggen tussen waterschaarste en migratie is Van der Zaag een brug te ver. ‘Het verhaal gaat er goed in, dat er een opeenvolging van oorzaak en gevolg is tussen klimaatverandering, droogte, instabiliteit en migratie. Maar er zijn veel meer factoren in het spel. De belangrijkste oorzaken van migratie zijn armoede, uitbuiting en slecht bestuur. En natuurlijk moeten we daar wat aan doen.’
Watersystemen functioneren doorgaans zo slecht als de overheid in het desbetreffende land
Andersom geldt volgens Van der Zaag wel: watersystemen functioneren doorgaans zo slecht als de overheid in het desbetreffende land. ‘Waterschaarste is vaak het gevolg van slecht bestuur.’ Zie de sanitaire voorzieningen in Zimbabwe, die in de jaren negentig de beste in de wijde omtrek waren. Toch brak er in 2008 cholera uit, wat een weerspiegeling was van de ineenstorting van de Zimbabwaanse overheid. ‘Er was geen geld meer voor onderhoud, geen valuta voor de chemicaliën die nodig waren, geen mensen meer die het onderhoud konden doen.’
Vaak leidt waterschaarste juist tot verbroedering en samenwerking, zegt Van der Zaag. Een voorbeeld komt uit Kenia, waar geweld gebruikelijk was onder rondtrekkende veehouders, die op zoek naar vruchtbare graaslanden voor hun vee anderen stammen dwarszaten. ‘Toen er in 2008 extreme droogte was, kwamen de stamhoofden bijeen en besloten dat ze elkaar niet meer konden bestrijden om het schaarse water. Het was simpelweg te belangrijk.’
Dat is geen uitzondering, zegt Van der Zaag. ‘Begin jaren tachtig was er feitelijk oorlog tussen Mozambique en Zuid-Afrika – en toch was er nog diplomatiek overleg over grensoverschrijdende rivieren. Ook tussen de Palestijnen en Israël was water lange tijd het enige waarover nog overleg was.
Dat waterschaarste hoofdzakelijk door mensen wordt veroorzaakt is ook het goede nieuws, zegt Van der Zaag. ‘Er valt met beter beheer en grotere efficiëntie nog veel te bereiken en te verbeteren. Er zijn steden in Afrika die de helft van elke liter water die ze aanvoeren verliezen, vanwege inefficiënte systemen. Maar dat vraagt wel om meer aandacht en geld voor efficiënter waterbeheer.’
Ook Maarten van Aalst, directeur van het Klimaatcentrum van het Internationale Rode Kruis en Rode Halve Maan, ziet dat er internationaal steeds meer aandacht is voor onveiligheid en instabiliteit als gevolg van water- en klimaatcrisis. Zijn centrum helpt het Rode Kruis – en anderen – om voorbereid te zijn op klimaatverandering en extreem weer, zodat er beter geïnvesteerd kan worden in preventie en de hulpverlening bij rampen ten slotte effectiever wordt. ‘Droogte is een steeds ernstiger probleem’, zegt Van Aalst, ‘en klimaatverandering vergroot het risico op waterschaarste.’ In samenwerking met het KNMI en internationale onderzoekspartners becijferde zijn centrum onlangs dat de kans op waterschaarste zoals in Kaapstad door klimaatverandering drie keer zo groot is geworden.
Maar de nadruk in de discussie ligt te veel op de mogelijke gevolgen voor internationale migratie, vindt Van Aalst. ‘Laten we niet uit het oog verliezen dat de grootste gevolgen van watertekorten – en van klimaatverandering – bij de kwetsbaarste mensen terechtkomen.’
Mensen die in conflictgebieden wonen, zoals in Jemen of Somalië, worden het hardst getroffen door droogte. ‘Dat is een ramp die traag begint, de gevolgen zijn er pas na verloop van tijd. In goed georganiseerde samenlevingen wordt die tijd gebruikt om voedseltekort te voorkomen.’ Maar mensen in armoede of conflict hebben niets om op terug te vallen. ‘Er is geen vangnet van de overheid – of de overheid is onderdeel van het probleem.’
Het is wrang dat van de honderd miljard dollar die onder het klimaatakkoord van Parijs door rijke landen geïnvesteerd moet worden in arme landen, maar weinig bij de kwetsbaarste mensen belandt, zegt Van Aalst. ‘Het grootste deel gaat naar investeringen die uitstoot van CO2 in ontwikkelingslanden beperken.’ Een klein deel gaat naar aanpassingen aan klimaatverandering, maar het meeste naar landen waar het geld makkelijk te besteden valt. ‘Terwijl het juist in lastige omstandigheden, zoals Jemen of Somalië, het hardste nodig is.’
Klimaatverandering wordt door regeringen ook nog weleens als oorzaak van watercrisis aangewezen, om de aandacht af te leiden van politieke keuzes die de werkelijke oorzaak van de problemen zijn, zegt Van Aalst. Het stadsbestuur van São Paulo deed dat toen er waterschaarste heerste, terwijl het tekort veroorzaakt was door gebrek aan investeringen in watervoorzieningen.
Financiering voor noodhulp wordt al voorafgaand aan een (water)ramp gegeven, op basis van voorspellingen
Toch ziet Van Aalst ook veel vooruitgang. ‘We worden steeds beter in het voorspellen van crisis en het omgaan daarmee, bijvoorbeeld door systemen voor vroege waarschuwing.’ In 1970 overleden driehonderdduizend mensen in Bangladesh door een tyfoon. Nu komen in vergelijkbare stormen nog maar duizenden mensen om. Een recente verbetering, zegt Van Aalst, is dat financiering voor noodhulp, ook in het geval van waterschaarste, al voorafgaand aan een ramp gegeven wordt, op basis van voorspellingen. ‘Daar was de donorgemeenschap tien jaar geleden nog niet toe bereid, maar nu wel. Daardoor kunnen we veel efficiënter geld besteden en hulp bieden.’
Dat komt ook omdat iedereen de urgentie van klimaatverandering meer voelt, zegt Van Aalst, door grote droogten in steden, hittegolven in het Midden-Oosten tot wel 54 graden Celsius, meer orkanen en zeespiegelstijging die voor grote stormschade zorgen. ‘Helaas groeien op dit moment de risico’s als gevolg van klimaatverandering sneller dan ons vernuft en de mogelijkheid om ons aan te passen aan de veranderingen.’

In dit dossier staan de artikelen uit de waterspecial. 68 pagina’s boordevol reportages en achtergrondartikelen over een van de meest urgente onderwerpen ter wereld.
De special wordt verspreid onder abonnees van Vice Versa en door de partners. Wilt u ook een exemplaar ontvangen? Neem dan een abonnement op Vice Versa
Afstemmen met Afrika
Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.
Lees artikelDavid Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden
Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.
Lees artikelPinksterzaterdag op de A12
Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’
Lees artikel