Inhakend op een spontaan buurtinitiatief wist sportcoach en -mentor Ya Koné meer gemeenschapszin te brengen in een groeiwijk in Ségou, de vijfde stad van Mali. De grimmige toestand in het land maakt haar werk noodzakelijker dan ooit. Door sport wil ze zorgen dat jongeren ‘niet ontsporen en geen verkeerde dingen doen’. Een portret.
Het begon met de markt, weet Ya Koné nog, buurtsportwerker in Ségou, zo’n 240 kilometer ten oosten van Bamako. ‘Onze buurt heet Angoulème, in de wijk Ex-Aviation.’ Inderdaad: op deze plaats lag ooit een klein militair vliegveld.
De koppeling met Angoulème komt door de muziek: ieder jaar houdt de Franse stad een driedaags muziekfestival en in 1983 gaf Super Biton de Ségou acte de présence. Het is een orkest met een mythische status in Mali en omstreken, en ook Angoulème was diep onder de indruk: het optreden leidde tot een stedenband, die – net als het orkest – nog steeds bestaat.
‘Deze buurt is relatief nieuw’, zegt Koné. ‘We hadden hier nog geen echte gemeenschap; die moest van de grond af worden opgebouwd. Er was wel een nieuwe markt, zonder water weliswaar, maar toch: er bestond iets tastbaars. Maar de burgemeester wilde het terrein verkopen waarop die markt staat. Toen dat bekend werd, heeft de jeugd uit de buurt het bezet om verkoop te voorkomen. Dat zijn de jongeren die ik heb benaderd voor sportactiviteiten.’
Ya Koné is 32 jaar, getrouwd en moeder van drie meiden van drie, vijf en negen, en ze vertelt het verhaal over de markt met veel smaak. Ze woont sinds 2011 in Ségou en wil er nooit meer weg. ‘Ik zat vroeger in Bamako,’ zegt ze, ‘maar ik kan die stad niet meer zien. Te veel luchtvervuiling, te druk, te veel stress. Het is hier veel beter…’
Met drie collega’s en een tomeloos enthousiasme is ze sportcoach van zo’n zeshonderd jongeren, hier en in andere delen van de stad. ‘Het zijn bijna allemaal scholieren en studenten. Ze komen in de avonden en weekeinden voor oefeningen en wedstrijden.’ Het pakket activiteiten is gevarieerd: natuurlijk is er voetbal, maar je zult verrast zijn te weten dat er ook getennist wordt. Ya Koné neemt de atletiekkant voor haar rekening, vooral de loopsporten.
Praten over gezondheid
‘Of ik zelf een carrière in de sport heb gewild? Ja, ik heb in het verleden weleens aan vrouwenbasketbal gedacht; daarin heeft Mali een reputatie. Maar je weet hoe het hier is: zonder persoonlijke relaties verover je geen plaats.’ Ze kreeg een baan bij een Malinese ngo, Walé geheten, die zich bezighoudt met gezondheidsproblematiek, en gaf een actieve sportcarrière op.
Sport is wel een centraal onderdeel in het werk van Ya Koné gebleven. In haar ogen is sport niet alleen goed voor lijf en leden; je kunt het ook inzetten als middel om andere doelen te bereiken. ‘Je kunt jongeren van een kader voorzien, waardoor ze niet ontsporen en verkeerde dingen gaan doen’, zegt ze.
‘Zo hadden we bij Walé een programma rond reproductieve gezondheidszorg, dat om het voorkomen van geslachtsziekten en ongewenste zwangerschappen ging. Door de sport konden we dat bespreekbaar maken – en die gesprekken waren soms moeilijk en heel persoonlijk. Uiteindelijk gaat het om gedragsverandering.’
De verbinding tussen sport en mentorschap kan niet duidelijker, máár, zegt Koné meteen erachteraan: je moet niet denken dat je werk na een trainingsessie klaar is. ‘Je helpt ze op weg, naar zelfstandigheid, maar je moet ze blijven volgen.’
Van dat laatste heeft ze een mooi voorbeeld: ‘Als je met reproductieve gezondheid aan de gang gaat, word je vanzelf een soort confidante, die voor van alles en nog wat wordt geraadpleegd.’ Zoals problemen met vriendjes en vriendinnetjes? Ze moet hartelijk lachen: ‘Nou en of! Maar we hebben ook te maken gehad met echt serieuze zaken. Ik kreeg een verhaal te horen over een schoolgaand meisje dat zwanger was geraakt. De familie gooide haar het huis uit, dus ze raakte in korte tijd heel haar leven kwijt.’
Toen had Koné, samen met een paar jongeren, bemiddeld. ‘We hebben met z’n allen een strategie uitgezet, met een echte bemiddelaar in de beste Afrikaanse tradities. En dat werkte. Beide ouders hebben het meisje geaccepteerd en weer in huis opgenomen, waar het kind geboren is. En nu is ze getrouwd en heeft ze haar eigen huishouden.’
Bouwen aan een gemeenschap
Trouwens… is die markt eigenlijk gered? ‘Absoluut!’ roept Koné. ‘We werken nu aan een betere markt; we willen een goede watervoorziening en beter sanitair. Ook dat gaat via sportevenementen, waar we proberen geld op te halen.’ De markt is niet het enige goede doel waarvoor inzamelingen worden gehouden. ‘We doen het ook om kinderen van arme ouders op school te houden – die kunnen vaak het schoolgeld voor een jaar niet betalen, dat is 7.500 CFA-frank’, ofwel: ruim elf euro. Voor een jaar op de lagere school.
Het werkterrein van Koné beperkt zich bepaald niet tot het speelveld; ze is in regelmatig contact met andere bewoners en met de autoriteiten. Dat kan de burgemeester zijn, maar vaker zit het dichter bij huis, om de hoek: de chef de quartier, een wijkoudste die regelt, bemiddelt en bijdraagt aan sociale cohesie.
Maar ook bezoekt ze verenigingen van vrouwen en jongeren. Daarbij ziet ze haar vrouw-zijn absoluut niet als belemmering. ‘Ik ben geheel vrij in mijn bewegingen. Met dit werk ontmoet ik boeiende en vooral heel verschillende mensen. Je leert hoe je met anderen moet omgaan en daar ben ik zelf ook beter van geworden.’
De buurt, zegt ze, is ook opgeknapt. Er heerst veel meer gemeenschapszin dan voorheen. Haar Facebook-pagina staat vol lof, over hoeveel jongeren ze op het rechte pad heeft gebracht en gehouden en over haar onvermoeibare inzet.
Wat moet je vooral niet doen in je rol van coach en mentor, of dat nu in Mali is of in Nederland? Zonder aarzeling zegt ze: ‘Doen alsof je beter bent. We werken op basis van gelijkwaardigheid en dat houd ik altijd vol als ik met de jongeren werk: we zijn allemaal hetzelfde. Je moet ook goed kunnen communiceren, dat is essentieel.’
De crisis wordt merkbaar
Intussen worden binnen en buiten Ségou de gevolgen zichtbaar van de ergste crisis die het land doormaakt sinds de onafhankelijkheid van Frankrijk in 1960. Bijna acht jaar geleden trok een gewapende groep Toeareg-rebellen het noorden van Mali binnen met wapens die ze hadden meegenomen uit de arsenalen van de verdreven Libische leider Khadaffi.
Binnen enkele weken hadden ze een uitgestrekt gebied in handen, totdat ze op hun beurt uitgeschakeld werden door groepen gewapende islamisten, die dreigden op te rukken richting hoofdstad. In januari 2013 greep Frankrijk in en veegde grote delen van Noord-Mali schoon.
Werd het probleem daarmee opgelost? Het tegendeel is waar. Gewapende groepen hebben hun operatiegebied in de afgelopen vier jaar uitgebreid naar het midden van Mali en over de grens, naar Niger en Burkina Faso. De regio Mopti, naast die van Ségou, is zwaar getroffen. En dat merkt de stad, zegt Koné.
‘Veel mensen zijn hierheen gevlucht – niet alleen uit Mopti, maar ook uit plaatsen dichterbij. Vooral in de regentijd van juni tot september zijn er mensen bijgekomen. We zagen zwangere vrouwen binnenkomen, en zwaar ondervoede kinderen. We geven ze wat nodig is om te overleven; meer kunnen we op dit moment niet doen.’
Moord, soms zelfs massamoord, verkrachtingen, plunderingen… er gebeurt veel verschrikkelijks in dit schimmige conflict. Daarom ging Koné op zoek naar fondsen om een urgent nieuw idee uit te werken: hoe verzoening te creëren. Unicef wilde wel instappen en zo gaat ze, via de bekende kanalen, opnieuw te werk.
‘Met vrouwen en jongeren. We kijken naar manieren om conflicten te dempen en hoe je ze kunt voorkomen. Dat doen we in de grins en via de tontines’ – twee vitale instituten in Mali. Tontines zijn traditionele spaargroepen van vrouwen. Zo werkt het: iedereen legt een afgesproken, niet al te hoog bedrag in. Op regelmatige tijdstippen komt dat geld beschikbaar voor iemand die aan de beurt is (het fonds roteert) of voor iemand die in de problemen is gekomen.
Grins vind je op iedere straat: rondom een keteltje thee (altijd thee, nooit alcohol) zitten jongens van pakweg vijftien tot 26 jaar bij elkaar en discussiëren over alles: van politiek tot geschiedenis, van de crisis in hun land tot religie. Ook sport komt langs, meestal in de vorm van voetbal op een beroemd veld in Manchester of Barcelona…
Ya Koné werkt nog altijd bij Walé en doet haar uiterste best om alle activiteiten aan de gang te houden. Dat lukt – niet naar haar volle voldoening, overigens – met geld dat ze hier en daar bij elkaar raapt voor projecten. De drijfveer is dezelfde. ‘Ik wil nòg meer sociale cohesie en dat is niet altijd even eenvoudig.’
Neem de houding van veel jongeren, zegt ze: ‘Ze zijn niet voor nieuwe activiteiten te vinden als er geen geld tegenover staat, terwijl je voor het maken van een gemeenschap juist offers moet brengen. Mij lukt het ten slotte wel, maar als land, als gehéél, gaan we niet vooruit. We zijn te materialistisch geworden.’
En het sporten zelf? Daar dromen haar kinderen al van. ‘Tenminste: de oudste. Die wil basketbalster worden…’

She Got Game! is een samenwerking tussen Vice Versa en ISA. In Amerikaanse straattaal betekent She Got Game! dat je de ‘baas’ bent of ergens heel goed in bent. En het laat ook zien dat meisjes en jonge vrouwen juist op het sportveld genderstereotypes kunnen doorbreken en hun stem kunnen gebruiken.
We publiceren telkens een interview met een vrouwelijke sporter met een leidersrol in Nederland, Mali en Kenia. We laten zien hoe zij verandering teweeg brengen voor henzelf, de spelers met wie zij werken en in hun omgeving. Wat zijn de uitdagingen die ze dagelijks tegenkomen, hoe hebben ze dit aangepakt en wat voor impact heeft dit op hun leven en op dat van anderen?
She Got Game! is mogelijk gemaakt door het Frame Voice Report programma van Wilde Ganzen dat gefinancierd wordt door de Europese Unie.
Eerlijke toegang tot gezondheid als beste geneesmiddel
Waar kan Nederland binnen haar coherentiebeleid de komende jaren het beste op inzetten als het gaat om het aanpakken van Vaccin- en Mondiale Gezondheidsongelijkheid? En hoe kunnen we dit zo concreet mogelijk vormgeven? Deze vragen staan centraal tijdens de tweede editie van Het Grote Coherentiedebat op vrijdagmiddag 8 december in Dudok, Den Haag. Het debat is ook online te volgen.
Lees artikelRozen in de woestijn
In het hart van de woestijn, waar de hoop niet breed is gezaaid, bewijst Desert Roses dat er bloemen op de meest onverwachte plaatsen kunnen bloeien: ze daagt de bestaande normen uit, binnen een gemeenschap die meisjes als kapitaal ziet – om voor een vroeg huwelijk in te zetten. In Kenia laat Rael Lomoti ze nu door het meisjesvoetbal de kracht van het onderwijs inzien. Een reportage.
Lees artikelDonkere wolken?
Zelfs rasoptimist Paul van den Berg ziet weinig sprankjes hoop als hij door de lens van ontwikkelingssamenwerking naar de aankomende Tweede Kamerverkiezingen kijkt. In deze blog legt hij uit waarom, maar eindigt hij toch nog met een zonnestraaltje achter de wolken.
Lees artikel