Door:
Jan-Albert Hootsen

9 januari 2020

Tags

In het politiek instabiele Guatemala vallen oorspronkelijke gemeenschappen vaak ten prooi aan door grote investeringsprojecten veroorzaakte milieuvervuiling en onveiligheid. In de Ixquisis-regio vechten inheemse vrouwen, die meer dan wie ook de gevolgen ervan ondervinden, terug. Met hulp van ngo’s wisten ze onlangs een onderzoek naar de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank af te dwingen.

Liliana Ávila moet even nadenken over de vraag hoe haar ervaringen in Guatemala de afgelopen jaren zijn geweest. ‘Het is heel moeilijk, een grote uitdaging,’ zegt ze, ‘maar ook een mooie ervaring. Ik heb kennisgemaakt met inspirerende vrouwen, met organisaties die me motiveren verder te gaan.’

Ávila is advocaat en gevestigd in Bogotá, van waaruit ze zich specialiseert in de rechten van vrouwen in relatie tot het milieu in Latijns-Amerika. Ze werkt voor de Interamerican Association for Environmental Defense (Aida), een ngo die zich in Midden- en Zuid-Amerika inzet voor het leefmilieu van lokale gemeenschappen en ze steunt met onderzoek en juridische bijstand.

De afgelopen jaren heeft Ávila zich sterk gemaakt voor de bewoners van de Guatemalteekse regio Ixquisis in hun strijd tegen de aanleg van twee, deels door de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank (IDB) gefinancierde stuwdammen, die hun leefomgeving door milieuvervuiling en onveiligheid ernstig in gevaar brengen. In haar werk richt ze zich op de rechten van de vrouwen, omdat juist zij de meeste schade ondervinden.

‘Het is voor vrouwen vaak moeilijk om in Guatemala te kunnen participeren in het openbare leven’, legt ze uit. ‘Ze worden geacht thuis te werken of op de akker, maar hun stem wordt niet of nauwelijks gehoord.’

Het vechten voor de rechten van vrouwen is in een regio waar vrouwen sterk gemarginaliseerd zijn een relatieve noviteit. Maar de vrouwen zijn, in een streek als Ixquisis, tevens de voornaamste spelers in het beschermen van hun leefmilieu en ze hebben een leiderschapsrol in het vechten voor de rechten van hun gemeenschap.

Juist daarom is het succes dat Ávila en Aida onlangs boekten zo bijzonder. Begin 2019 accepteerde Mici – een op papier onafhankelijk orgaan dat klachten over het interne beleid van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank in behandeling neemt en eventueel onderzoekt – een klacht die Aida samen met de vrouwen van de Ixquisis-gemeenschappen heeft ingediend.

De IDB zou de aanleg van de stuwdammen te gemakkelijk hebben geautoriseerd en de eigen interne reglementen hebben geschonden omtrent het voorkomen van milieuschade, de rechten van vrouwen en oorspronkelijke gemeenschappen, adequaat consulteren en transparantie. Mici stuurde vervolgens een team naar Ixquisis om de klacht te onderzoeken.

‘Volgens het IDB-beleid mogen de gemeenschapsrechten niet worden geschonden door zulke megaprojecten, maar dat is nooit goed gecontroleerd door de bank’, zegt Ávila scherp. ‘Naast het gebrek aan inspraak voor de aanleg en de schade aan hun leefmilieu goed en wel begon, zorgden de stuwdammen er ook nog eens voor dat het een stuk onveiliger is geworden in de regio.’

 

Groen als levensbehoefte

Ixquisis ligt op een steenworp afstand van de Guatemalteekse grens met Mexico en ongeveer honderdvijftig kilometer ten noorden van Huehuetenango, de hoofdstad van de gelijknamige provincie. Het is een bergachtig, maar uiterst vruchtbaar gebied met een subtropisch klimaat, doorkruist door rivieren. Ixquisis wordt al duizenden jaren bewoond door de Chuj, Q’anjob’al, Atiteko en Mam, de oorspronkelijke etnische Maya’s in dit deel van Guatemala. Het zijn agrarische gemeenschappen die een bijzonder hechte band hebben met het land dat ze bewonen; landbouw en visserij zijn de voornaamste economische activiteiten.

‘Het water is voor de lokale bevolking alles’, zegt Ávila. ‘Het is voor drinkwater en voor voedsel van belang; ze gebruiken het om het land te irrigeren en om te vissen. Ze gebruiken het voor het wassen van kleding en om in te baden.’

Groot was dan ook de onrust in de regio toen, in 2010, het bedrijf Promoción y Desarrollos Hídricos – dat nu Energía y Renovación heet – begon aan de aanleg van twee grote stuwdammen in de rivieren Pojom en Negro. De projecten – Pojom II en San Andrés – moeten in totaal ruim twintig megawatt aan elektriciteit gaan produceren en worden medegefinancierd door IDB Invest, een particuliere tak van de Inter-Amerikaanse Ontwikkelingsbank. In totaal investeert de IDB zo’n dertien miljoen dollar in beide dammen, iets meer dan tien miljoen euro.

De stuwdammen gaan rechtstreeks in tegen de wil van de oorspronkelijke bewoners van Ixquisis. In 2009 hielden de lokale gemeenschappen een volksraadpleging, waarin met overweldigende meerderheid tegen de bouw van hydro-elektrische projecten werd gestemd. De Maya-gemeenschappen vrezen voor wat er in vele andere regio’s in Midden-Amerika met vergelijkbare megaprojecten is gebeurd: grote economische schade voor lokale bewoners en vernietiging van het leefmilieu.

 

Gezondheid en veiligheid

De angst voor de megaprojecten bleek al snel terecht. Volgens een door Aida opgesteld informatieblad zorgden de bouwwerkzaamheden vrijwel meteen voor een sterke afname van de waterkwaliteit in de lokale rivieren. Veel schadelijke stoffen belanden in het water, waaronder afvalmateriaal en olie die voor het zware materieel wordt gebruikt. Ook verstoort de uitstoot van uitlaatgassen door vrachtwagens en andere machines de natuur in de verre omgeving van de stuwdammen.

Dat zorg niet alleen voor gezondheidsklachten onder de lokale bewoners, die de nu vervuilde rivieren nog steeds als hun belangrijkste waterbron gebruiken. De economische schade is zonodig nog groter. De bewoners vissen er naar kleine vissoorten, garnalen en slakken, maar door de vervuiling sterven die in rap tempo. Vervuild water zorgt ook voor grote problemen bij de irrigatie van de kleine akkers en bij het houden van vee.

Daarbij is de veiligheid in de regio sterk afgenomen sinds aan de bouw van de dammen is begonnen, zegt Ávila: ‘Vrouwen worden lastiggevallen door mensen die bij het project betrokken zijn. Er zijn gewelddadige incidenten geweest, mensen voelen zich niet meer veilig op straat.’

De bouw van Pojom II en San Andrés is begonnen zonder dat de lokale gemeenschappen adequaat zijn voorgelicht. Ook is hen, volgens Aida, niet de mogelijkheid geboden zich in een volksraadpleging tegen de projecten uit te spreken. ‘De IDB heeft de gemeenschappen nooit fatsoenlijk geïnformeerd over de mogelijke gevolgen van de aanleg’, zegt Ávila. ‘De vrouwen waren al helemaal niet erbij betrokken.’

 

Vrouwen

Aida zet zich, samen met lokale partnerorganisaties, in het bijzonder in voor de vrouwen in Ixquisis, omdat zij juist het hardst worden geraakt door de bouw van de dammen.

‘Hoewel hun rol in het openbare leven dus beperkt is,’ zegt Ávila, ‘staan de vrouwen wel aan het hoofd van het huishouden. Zij gaan over het water, ze vissen, ze wassen kleding. Ze worden ook zwaarder getroffen door de toegenomen onveiligheid – en als iemand ziek wordt door het vervuilde water, worden zij geacht voor hen te zorgen.’

 De door Aida en partnerorganisaties ingediende klacht werd eind januari 2019 door de IDB geaccepteerd. De bank stuurde een onderzoeksteam naar Ixquisis, om na te gaan of het interne beleid wat betreft milieu, consultatie en de rechten van vrouwen en inheemse gemeenschappen inderdaad is geschonden. Het is een stap in de goede richting, maar het is voor Ávila pas het begin.

‘Het is van groot belang dat de vrouwen nu wèl voldoende bij het proces betrokken worden’, zegt Ávila. ‘Ze hechten veel belang aan het verdedigen van hun rechten. De IDB moet de interne reglementen herzien en zich realiseren dat er ook andere manieren voor het produceren van energie zijn.’

 

Strategisch partnerschap

Situaties zoals in Ixquisis zijn helaas vaker regel dan uitzondering in regio’s als Midden-Amerika. In het geval van Guatemala geldt, als het om inheemse gemeenschappen gaat, het proces van vrije, voorafgaande en geïnformeerde toestemming, een door de Verenigde Naties in de Verklaring over de Rechten van Inheemse Volken vastgelegd recht.

Investeerders als de IDB autoriseren grote bouwprojecten zelden na het correct navolgen ervan en nemen nauwelijks verantwoordelijkheid voor de kwalijke gevolgen, zegt Tamara Mohr van Both Ends, een alliantielid van het strategisch partnerschap Global Alliance for Green and Gender Action (GAGGA) dat Aida financieel en met expertise steunt.

‘Het gebeurt zo goed als nooit dat lokale gemeenschappen betrokken zijn bij hoe een project wordt uitgevoerd’, legt ze uit. ‘We doen wel pogingen om in een zo vroeg mogelijk stadium erbij te zijn, om zo’n proces in goede banen te leiden, maar vaak is de schade al aangericht.’

Mohr is kritisch op de interne reglementen van investeerders als de IDB. ‘Ook als zaken als genderbeleid mooi op papier staan, is de implementatie daarvan een grote uitdaging. Er wordt gedacht: in het gebied waar we de dam willen bouwen woont niemand, of niet meer dan een paar inheemse gemeenschappen. Onze ervaring is dat banken het ingewikkeld vinden met iedereen in gesprek te gaan om tot goede afspraken te komen, ook omdat dat het proces vertraagt.’

Internationale samenwerking is daarom hard nodig, stelt Mohr. ‘Het is belangrijk dat de stem van deze gemeenschappen wordt gehoord, zodat ze zich niet alleen slachtoffer voelen van een situatie waarin ze geen controle hebben. In Guatemala kunnen ze weinig verhaal halen – de enige kans die ze hebben is internationaal.’


De alliantie

In deze zaak komt de internationale steun van GAGGA, een netwerk van lokale groepen, collectieven en organisaties, alsmede fondsen voor vrouwen- en milieurechten en ngo’s. Die samenwerking heeft tot doel het volledig benutten van kennis, fondsen en andere middelen om lokale organisaties bij te staan in hun strijd. GAGGA is een van de 25 strategische partnerschappen die het Nederlandse ministerie van Buitenlandse Zaken is aangegaan. Het wordt geleid door het Fondo Centroamericano de Mujeres (FCAM) en werkt samen met Both Ends en Mama Cash.

‘We werken vooral aan vrouwenrechten en milieurechtvaardigheid, vanuit het idee dat vrouwen uit verschillende lokale groepen de leiding daarvoor nemen’, zegt Maite Smet, de coördinator van GAGGA. ‘Zij weten wat er gebeurt en hebben voorstellen en een duidelijke visie over hoe het anders kan dan het economische model dat op uitbuiting is gericht en dat op allerlei plaatsen ter wereld bestaat, waaronder Ixquisis.’

GAGGA, middels haar netwerk van organisaties, zorgt voor steun via financiering, technische en juridische expertise en het bijstaan van de pleidooien en processen van lokale bewegingen.

Smet benadrukt echter dat de steun voor partnerorganisaties verder gaat: ‘Als netwerk zijn we in staat om groepen, collectieven en organisaties uit verschillende bewegingen en van verschillende werkniveau’s met elkaar in contact te brengen. Dat is belangrijk.’

Op die manier kon Aida, via GAGGA, in contact komen met het in Nicaragua gevestigde FCAM, een regionaal vrouwenfonds dat financiële steun en begeleiding biedt aan lokale groepen en collectieven van vrouwen die in Midden-Amerika vechten voor vrouwenrechten. Die relatie heeft het werk van Aida, dat vooral is gericht op gerechtigheid in de context van het leefmilieu, verder versterkt.

‘In Midden-Amerika is er nog veel traditioneel “machismo”, mannelijk chauvinisme, en het is van belang dat vrouwen een eigen ruimte krijgen, waar ze in vertrouwen onderling kunnen nadenken over hoe megaprojecten en het uitbuiten van natuurlijke grondstoffen hun gemeenschap en hun leven aantasten’, zegt Maria Estelí van FCAM.

‘Zeker in Ixquisis spreken veel vrouwen weinig tot geen Spaans, ze spreken alleen lokale Maya-dialecten’, gaat ze verder. ‘Er wordt überhaupt nauwelijks onderzocht wat de specifieke gevolgen voor vrouwen zijn in Ixquisis en andere regio’s waar zulke megaprojecten plaatshebben. De stemmen en de eisen van de inheemse vrouwen die er de gevolgen van ondervinden moeten worden opgenomen in de klachten en het onderzoek dat door het team wordt uitgevoerd. Het is nodig dat er strategieën en mechanismen worden ontworpen.’

 

Beleid versterken

Hoewel met het accepteren van de klacht van de gemeenschappen in Ixquisis een stap is gezet, is de strijd volgens Liliana Ávila nog lang niet gestreden. Ze zegt dat het nu nodig is dat het onderzoek van de IDB op een correcte manier is uitgevoerd en dat daarbij de vrouwen in de regio voldoende zijn betrokken.

‘De IDB heeft experts benoemd en wij hebben geconstateerd dat geen van hen expertise op het gebied van gender heeft’, zegt Ávila. ‘Het eindrapport is nog niet gepubliceerd. Ik denk dat hun beleid omtrent de impact op vrouwen vrij zwak is, maar we wachten het rapport af. Ik hoop dat het ertoe kan leiden dat financiële instituties als de IDB hun beleid versterken, dat ze in de toekomst vrouwen zullen toestaan een stem te krijgen.’

Tamara Mohr van Both Ends is blij dat er een onderzoek is, maar waarschuwt dat men zich moet realiseren dat een klacht bijna nooit een project stopt: ‘Het kan slechts resulteren in schadevergoeding voor de getroffenen, maar het is zelden een oplossing voor de problemen waar mensen dagelijks mee te maken hebben, door de komst van een groot project. We moeten ernaar toe dat we die gevolgen voorkomen in plaats van dat zulke onderzoeken als mosterd na de maaltijd komen.’

Maria Estelí van FCAM is evenwel optimistisch over het effect dat het werk in Ixquisis in de regio kan hebben. ‘We hebben de afgelopen jaren veel geleerd door het werk met deze casus’, zegt ze. ‘Ik denk dat we dat werk kunnen toepassen op andere plaatsen in Latijns-Amerika waar lokale gemeenschappen zich verzetten en strijden tegen de grote projecten die hun leefgebied aantasten. Een positieve ervaring is hoe verschillende organisaties die zich bezighouden met vrouwen- en milieurechten samenwerken, leren en hun strategieën voor impact versterken.’

 

Giammattei

In het geval van Guatemala is die internationale samenwerking van groot belang, want het politieke klimaat voor vrouwen- en milieuorganisaties verbetert niet. Op 14 januari wordt de aartsconservatieve Alejandro Giammattei ingezworen als nieuwe president. Hij is een voormalig gevangenisdirecteur en heeft hechte banden met zowel het leger als de conservatieve, zakelijke elite van het land. Hij staat bepaald niet bekend als iemand die veel interesse heeft in mensenrechten, het milieu of vrouwenemancipatie.

‘Het politieke klimaat kan een stuk moeilijker worden’, beaamt Ávila. ‘Maar Guatemala is ook een land dat een sterke traditie van verzet heeft. Het heeft burgeroorlogen gehad, zeer conservatieve regeringen, maar de oorspronkelijke gemeenschappen zijn er nog steeds en blijven zich versterken. Dat is prachtig om te zien, het is een van de dingen die me enorm inspireren in mijn werk.’

Het strategisch partnerschap Global Alliance for Green and Gender Action (GAGGA) is een samenwerking tussen het Fondo Centroamericano de Mujeres (FCAM), Mama Cash, Both Ends en het ministerie van Buitenlandse Zaken, dat het met 32 miljoen euro financiert voor de periode van 2016 tot 2020. Het motto is: ‘Versterk en verenig de agenda’s voor vrouwenrechten en milieugerechtigheid – het moment is nú!’

 https://viceversaonline.nl/site/wp-content/uploads/2018/09/perry-grone-732606-unsplash-scaled.jpg

In 2016 werd het programma ‘Samenspraak en Tegenspraak’ gelanceerd, waarmee de Nederlandse overheid zich inzet voor een krachtig en onafhankelijk maatschappelijke middenveld in lage- en lage middeninkomenslanden en maatschappelijke organisaties ondersteunt in hun rol van waakhond en als constructieve speler in duurzame ontwikkelingsprocessen. De totale financiële bijdrage bedroeg  925 miljoen euro voor 25 allianties van maatschappelijke organisaties voor een periode van vijf jaar. Binnen deze allianties zijn in totaal 61 organisaties betrokken, werkzaam in zo’n zestig landen, in strategisch partnerschap met het Ministerie van Buitenlandse Zaken.

De komende zes weken brengt Vice Versa achtergrondverhalen en reportages over deze strategische partnerschappen uit Nigeria, Myanmar, Guatemala en Mali. Hoe gingen de partnerschappen te werk en op welke wijze werd er een verschil gemaakt? En wat zijn de geleerde lessen?

‘Samenspraak en Tegenspraak: de oogst’ is een samenwerking tussen Vice Versa en het ministerie van Buitenlandse Zaken.

Afstemmen met Afrika

Door Ruerd Ruben | 06 juni 2023

 Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.

Lees artikel

David Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden

Door Yvonne van Driel | 05 juni 2023

Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.

Lees artikel

Pinksterzaterdag op de A12

Door Hans Beerends | 31 mei 2023

Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’

Lees artikel