De academische gemeenschap van ontwikkelingsdeskundigen in Nederland heeft een brief aan minister Kaag geschreven waarin ze zes concrete aanbevelingen doet in het licht van de coronacrisis. Variërend van het binnen het Nederlandse kabinet een discussie op gang te brengen over de gezondheidsuitdagingen wereldwijd tot het belang van actie voor een nieuwe ontwikkelingsagenda. Vice Versa drukt de brief integraal af.
Hooggeachte mevrouw Kaag,
De COVID-19-crisis heeft de zwakke punten van mondiale ongelijkheid blootgelegd. De kwetsbaarheid van de armen voor de ziekte en hun gebrek aan toegang tot gezondheidszorg wereldwijd kan de achilleshiel van het hele systeem zijn. Met andere woorden: het antwoord op de verspreiding van het virus is slechts zo sterk als de zwakste schakel in de gezondheidsketen.
De secretaris-generaal van de VN heeft dit punt herhaaldelijk benadrukt in zijn oproep tot wereldwijde solidariteit. De meerderheid van de armen leeft dicht bij elkaar, heeft beperkt toegang tot schoon water, sanitaire voorzieningen en gezondheidszorg, en geen stabiele inkomsten. Ze zijn daarom extra gevoelig voor de gevolgen van de pandemie. Hun grote kwetsbaarheid is niet alleen een risico voor hun eigen gezondheid, maar ook de gezondheid van anderen. Dat is niet alleen een bedreiging in eigen land, maar ook daarbuiten, inclusief Nederland.
Daarnaast kan de pandemie ook indirecte gevolgen hebben voor vrede en veiligheid op regionaal en wereldniveau. Als de pandemie niet of onvoldoende in armere gemeenschappen en landen wordt aangepakt, zal zij waarschijnlijk gedurende maanden, zo niet jaren, gevolgen hebben voor internationale reizen en wereldwijde handels- en investeringsstromen. Het is dus ook in ons eigen belang om een wereldwijde COVID-19-resistente ontwikkelingsstrategie te bevorderen.
Tegelijkertijd nemen de maatschappelijke ongelijkheid en onzekerheid toe door de verspreiding van dit virus. In de woorden van Paul Richard Fife van het Noorse Agentschap voor Ontwikkelingssamenwerking: “We vrezen dat 2020 een verloren jaar wordt in het wereldwijde ontwikkelingsproces”. Dagloners die gedwongen thuis moeten blijven zijn niet in staat om een inkomen te verwerven en in hun eerste levensbehoeften te voorzien. Velen keren terug naar hun dorpen, in de hoop op steun van hun families. Hun leven staat op het spel.
Ook migranten, ontheemden en vluchtelingen, die sowieso al in zeer moeilijke omstandigheden vertoeven, worden extra blootgesteld aan de pandemie. De humanitaire uitdagingen nemen verder toe. Ouderen sterven in ziekenhuizen, zonder omringd te zijn door hun naasten. Afsluiting en zelf-isolatie verergeren huiselijk geweld. Vrouwen vormen 70 procent van de gezondheidswerkers en leveren een voorhoedegevecht in de behandeling van de virusinfectie, maar zijn daarmee ook degenen die het meest gevaar lopen om geïnfecteerd te raken. Ziekenhuizen zijn bedrijfsmatig zo efficiënt geworden (dat wil zeggen, met beperkte voorraden, grote afhankelijkheid van een beperkt aantal leveranciers, en kwetsbare ‘just-in-time’-bevoorradingsketens) dat de veerkracht in de vorm van back-up systemen beperkt is. Dit terwijl een dergelijke veerkracht essentieel is om in te kunnen spelen op de toename van sociale en ecologische rampen.
Dit zijn niet alleen de problemen van ontwikkelingslanden; de uitbraak van COVID-19 treft ook de armsten in de VS het hardst, aldus Human Rights Watch. Ongeveer 27,5 miljoen mensen in de VS hadden bijvoorbeeld in 2019 geen ziektekostenverzekering.
Hoewel we allemaal hetzelfde virus bestrijden, lijkt het er tegelijkertijd op dat we met elkaar concurreren om toegang tot medische voorzieningen; dat landen zich terugtrekken achter nationale grenzen; en dat de wereldwijde samenwerking, solidariteit en het multilaterale systeem in gevaar komen. Terwijl we juist op zulke momenten behoefte hebben aan intensieve samenwerking en wederzijds leren – waarbij leren verder gaat dan het overdragen van ideeën van het Noorden naar het Zuiden. Juist op zulke momenten is bezinning nodig over ons ontwikkelingsmodel en onze focus op voortdurende groei ten koste van het milieu en het menselijk welzijn.
En toch is de wereldgemeenschap nog nooit zo rijk geweest: het mondiaal bruto binnenlands product bedroeg in 2019 maar liefst 87 biljoen dollar! De rijken blijven echter rijker worden en de ongelijkheid neemt toe. In de woorden van Piketty: “Ongelijkheid is een politieke keuze”. Hoewel we allemaal afhankelijk zijn van hetgeen de natuur ons levert – een stabiel klimaat, schone lucht, vruchtbare bodem en water – is 70 procent van de armen in de wereld voor hun directe overleving afhankelijk van materiële en immateriële ecosysteemdiensten. Schade aan de natuur betekent voor hen bestaansrisico’s en een diepere val in de armoede. COVID-19 komt daar als een enorme last nog eens bovenop.
Tegen deze achtergrond vragen wij u om:
(a) binnen het Nederlandse kabinet een discussie op gang te brengen over de gezondheidsuitdagingen wereldwijd;
(b) een werkgroep van Europese ministers van ontwikkelingssamenwerking te initiëren;
(c) te bezien hoe rijke landen, rijke industrieën en rijke individuen wereldwijd kunnen samenwerken met partners in het mondiale Zuiden met als doel een korte-termijnbeleid te ontwikkelen voor hulp aan armen, migranten en vluchtelingen in de hele wereld;
(d) te evalueren hoe de geleerde lessen kunnen leiden tot een nieuwe lange-termijn strategie voor het herdefiniëren van ontwikkeling, zodat negatieve sociale en milieugevolgen van ons ontwikkelingsmodel en de ongelijkheid tussen en binnen staten kunnen worden verminderd (zoals vastgelegd in SDG10);
(e) het belang van actie voor wereldwijde gezondheid en een nieuwe ontwikkelingsagenda over te brengen aan het Nederlandse publiek; en
(f) de academische gemeenschap van ontwikkelingsstudies actief te betrekken om u te ondersteunen bij het bepalen van betekenisvolle en systemische oplossingen voor deze en aanverwante wereldwijde crises.
Hoogachtend,
Prof. Joyeeta Gupta (GID, Universiteit van Amsterdam), Prof. Maarten Bavinck (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Nicky Pouw (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Esther Miedema (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Yves Van Leynseele (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Courtney Vegelin, (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Edith van Ewijk (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Hebe Verrest (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Michaela Hordijk (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Mieke Lopes Cardozo (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Crelis Rammelt (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Joeri Scholtens (GID, Universiteit van Amsterdam), Dr. Mirjam Ros-Tonen (GID, Universiteit van Amsterdam), Prof. Isa Baud (GID, Universiteit van Amsterdam), Sofie te Wierik (namens 60 PhD kandidaten bij GID, Universiteit van Amsterdam), Prof. Anita Hardon (Universiteit van Amsterdam), Prof. Barbara Hoogenboom (CEDLA, Universiteit van Amsterdam), Dr. Fabio de Castro (CEDLA, Universiteit van Amsterdam), Dr. Kees Biekart (ISS, Erasmus Universiteit), Prof. Arjun Bedi (ISS, Erasmus Universiteit), Kees van Rooijen (namens alle staf van het IHS, Erasmus Universiteit), Prof. Margreet Zwarteveen (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Gabriela Cuadrado Quesado (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Emanuele Fantini (IHE Delft Institute for Water Education ), Dr. Piet Lens (IHE Delft Institute for Water Education), Rozemarijn ter Horst (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Jeltsje Kemerink (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Jennifer Sehring (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Irene Leonardelli (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Susanne Schmeier (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Hamad Jamali (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Emanuele Fantini (IHE Delft Institute for Water Education), Prof. Geske Dijkstra (Erasmus Universiteit), Prof. Graham Jewitt (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Jaap Evers (IHE Delft Institute for Water Education), Natalia Reyes Tejadi (IHE Delft Institute for Water Education), Dr. Lau Schulpen (CIDIN, Radboud Universiteit), Dr. Maggi W.H. Leung (Universiteit Utrecht), Prof. Wil Hout (ISS, Erasmus Universiteit), Prof. J.B. Opschoor (ISS, Erasmus Universiteit), Prof. Peter Knorringa (ISS, Erasmus Universiteit), Dr. Oane Visser (ISS, Erasmus Universiteit), Dr. Antony Otieno Ongáyo (ISS, Erasmus Universiteit), Dr. Andrew Fischer (ISS, Erasmus Universiteit), Prof. S Mansoob Murshed (ISS, Erasmus Universiteit), Prof. Ton Dietz (Afrika-Studiecentrum, Universiteit Leiden), Dr. Roanne Vorst (ISS, Erasmus Universiteit), Dr. Silke Heumann (ISS, Erasmus Universiteit), Dr. Arpita Bisht (ISS, Erasmus Universiteit), Dr. Ajay Bailey (IDS, Universiteit Utrecht), Prof. Annelies Zoomers (IDS, Universiteit Utrecht), Prof. Birgit Meyer (Universiteit Utrecht), Prof. Bram Buscher (Wageningen Universiteit), Prof. Rutgerd Boelens (Wageningen Universiteit), Dr. Dik Roth (Wageningen Universiteit), Han Aarts (MUNDO, Universiteit Maastricht), Prof. Marja Spierenburg (Universiteit Leiden), Prof. Pieter van Beukering (IVM, Vrije Universiteit Amsterdam), Dr. Onno Kuik (IVM, Vrije Universiteit Amsterdam), Frans Oosterhuis (IVM, Vrije Universiteit Amsterdam), Prof. Philipp Pattberg (IVM, Vrije Universiteit Amsterdam), Prof. Nick van der Giesen (Technische Universiteit Delft), Dr. Saskia Hollander (The Broker), Peter Heintze (Coördinator KUNO), Corinne Lamain (NWO-WOTRO), Prof. Stefan Uhlenbrook (IHE Delft Institute for Water Education & IWMI Colombo, Sri Lanka), Agnieszka Kazimierczuk (Afrika-Studiecentrum, Universiteit Leiden), Dr. Hubert Gijzen (UNESCO Regional Office for Southern Africa), Dr. Lee Pleger (ISS, Erasmus Universiteit), Prof. Valentina Mazzucato (GDS, Universiteit Maastricht), Dr. Lauren Wagner (GDS, Universiteit Maastricht), Dr. Wiebe Nauta (GDS, Universiteit Maastricht), Dr. Elsje Fourie (FASoS, Universiteit Maastricht), Gladys Akom Ankobrey (GDS, Universiteit Maastricht), Dr. Bilisuma Dito (FASoS, Universiteit Maastricht), Onallia Osei (GDS, Universiteit Maastricht), Dr. Karlijn Haagsman (FASoS, Universiteit Maastricht), Sarah Anschütz (GDS, Universiteit Maastricht), Dr. Christoph Raush (UCM, Universiteit Maastricht), Imogen Liu (FASoS, Universiteit Maastricht), Dr. Ilias Alami (FASoS, Universiteit Maastricht), Andrea Wojcik (FASoS, Universiteit Maastricht), Dr. Adam Dixon (GDS, Universiteit Maastricht), Laura Ogden (GDS, Universiteit Maastricht), Dr. John Nott (FASoS, Universiteit Maastricht), Dr. Konjit Gudeta (FASoS, Universiteit Maastricht), en het MA GDS 2019-2020 Studentencohort (37 studenten).
Eerlijke toegang tot gezondheid als beste geneesmiddel
Waar kan Nederland binnen haar coherentiebeleid de komende jaren het beste op inzetten als het gaat om het aanpakken van Vaccin- en Mondiale Gezondheidsongelijkheid? En hoe kunnen we dit zo concreet mogelijk vormgeven? Deze vragen staan centraal tijdens de tweede editie van Het Grote Coherentiedebat op vrijdagmiddag 8 december in Dudok, Den Haag. Het debat is ook online te volgen.
Lees artikelRozen in de woestijn
In het hart van de woestijn, waar de hoop niet breed is gezaaid, bewijst Desert Roses dat er bloemen op de meest onverwachte plaatsen kunnen bloeien: ze daagt de bestaande normen uit, binnen een gemeenschap die meisjes als kapitaal ziet – om voor een vroeg huwelijk in te zetten. In Kenia laat Rael Lomoti ze nu door het meisjesvoetbal de kracht van het onderwijs inzien. Een reportage.
Lees artikelDonkere wolken?
Zelfs rasoptimist Paul van den Berg ziet weinig sprankjes hoop als hij door de lens van ontwikkelingssamenwerking naar de aankomende Tweede Kamerverkiezingen kijkt. In deze blog legt hij uit waarom, maar eindigt hij toch nog met een zonnestraaltje achter de wolken.
Lees artikel