Van vier tot half negen, iedere dag weer, vind je Konaté Mariam Sidibé op het sportveld. En met de komst van het basketbal verdwenen de drugs, de misdaad en de leegte langzaam uit de wijk Faladié, in Bamako. ‘Je kunt de beste van de wereld zijn,’ zegt de coach, ‘maar omgaan met kinderen vereist iets anders: geduld, luisteren. Alleen zo kun je ze verder helpen.’ Een portret.
‘Kom je van de grote weg? Mooi, dan weet je vast wel waar het kerkhof van Faladié is? Prima. Op de hoek is een tankstation, dat ga je voorbij. Je gaat dan een heuveltje op. Neem de tweede afslag na de stoplichten en bel dan weer even, dan kom ik eraan.’
In het uitgestrekte Bamako, de hoofdstad van Mali, zijn de belangrijkste oriëntatiepunten geen straatnamen of wegwijzers, maar markten, namen van apotheken, een enkel markant gebouw of – zoals in dit geval – het buurtkerkhof. Zo rijd je van de ene bekende locatie naar de andere en als je het echt niet meer weet, is de beste oplossing altijd deze: bel degene met wie je hebt afgesproken en geef je mobiele telefoon aan de taxichauffeur, die dan precies uitgelegd krijgt waar de bestemming is.
Faladié is zo uitgestrekt dat het is opgedeeld. Konaté Mariam Sidibé (in Mali begin je je voor te stellen met je achternaam) woont in Faladié-Séma, een wijk waar een redelijk gegoede middenklasse is neergestreken, met zo haar eigen gewoonten. ‘Ik was de eerste jonge vrouw hier in de buurt’, zegt ze, ‘die met het idee kwam om basketbal te gaan spelen. Kinderen zag je hier niet buitenspelen, dat deed je gewoon niet. En dan komt daar ineens zo’n meid in sporttenue aanzetten! Het eerste wat de mensen dachten was: zó, die is gek!’
Basketbalster
Maar zo gek is ze niet. Met een eigen, beëindigde carrière in de sport en een stevige portie charisma heeft ze in een paar jaar tijd een complete sportscène van de stoffige zandgrond getild. Het resultaat mag er zijn, mede dankzij een steuntje in de rug van het Game Changers-programma. Maar hoe verliep haar sportcarrière eigenlijk?

Konaté Mariam Sidibé
‘Ik heb jarenlang basketbal gespeeld’, zegt ze. ‘Eerst in een buurtploeg, daarna in een veel sterker team dat in een andere buurt speelde, achter de rivier.’ Achter de rivier… derrière le fleuve. Hèt oriëntatiepunt in Bamako is de Djoliba, ofwel de Niger; een strook water van zo’n anderhalve kilometer breed, die kalm en met een majestueuze zwaai de stad doormidden deelt.
Iedereen woont aan de overkant: voor wie ten noorden van de rivier in het oude Bamako woont, ligt Faladié achter de rivier. Voor Konaté was de wijk waar ze beter basketbal kon spelen ook ‘derrière le fleuve…’ Ook achter de rivier ligt de wijk Hamdallaye, thuisbasis van een van de Malinese topclubs: AS Police. ‘Nee, hoor, ik zat niet bij de politie, het ging me om de sport.’ De club rekruteert spelers met en zonder uniform.
Dat zag er veelbelovend uit, maar toch kwam er een einde aan haar loopbaan in het basketbal, die misschien had kunnen leiden tot deelname in het hoogvliegende vrouwenbasketbalteam van het land. Hoe kwam dat? ‘Ik ben getrouwd en toen kwamen de kinderen. Drie, het gaat ze alle drie goed. Maar ik kreeg ook last van mijn knieën en dat was vreselijk vermoeiend. Ik kon niet meer zo diep gaan als ik gewend was.’
Sinds de training is het veranderd
Dat wil niet zeggen dat ze de sport vaarwel heeft gezegd. Konaté legt haar hart en ziel in het trainen van kinderen uit de buurt. De oorspronkelijke scepsis van de toch wat kakkineuze ouders verdween toen ze merkten wat een impact de activiteiten hadden op de kinderen. Konaté verklaart het vanuit de veranderingen in de stad.
‘Wat we de laatste jaren op ons af zagen komen,’ zegt ze, ‘was steeds meer criminaliteit. Ook hier in de buurt. Jonge tieners aan de drugs. Ze gaan nog wel naar school, maar verder bestaat hun leven uit leegte en spelen op hun mobiele telefoon. Sinds ik de trainingen heb opgezet is dat veranderd. Nu staat heel het veld vol met spelende kids die we bij de les willen houden, want het is niet de bedoeling dat ze terugvallen in hun slechte gewoonten…
‘Zo goed als iedere dag ben ik op het sportveld,’ vervolgt ze, ‘van vier uur tot half negen. We kunnen tot laat doorgaan, want er staat een lichtmast naast het veld. Ik begin met de allerkleinsten, die laat ik lekker ravotten en met ballen spelen. Om zes uur komen de oudere kinderen en met hen werk ik aan techniek, het geven van passes, speltactiek, enzovoort. Ze zijn erg gemotiveerd, omdat ze weten dat je in de sport een carrière kunt nastreven.’
Een deel van haar eigen training bij Game Changers bestond eruit hoe je – vooral jonge – kinderen kunt motiveren voor je activiteit. De sleutel, volgens haar: ze serieus nemen. ‘Onze jongeren hebben nogal eens moeite zich te uiten. Zelfs wij, als coaches, hadden de neiging om opdrachten uit te delen die zij dan braaf nadeden. Nu hebben we meer oog voor hun ideeën. We leren ze beter kennen en zo kunnen we ze beter op weg helpen.’
Op het veld èn daarbuiten. Kinderen komen vaak uit een gezin waar ze wel gezien mogen worden, maar liever niet gehoord. Konaté merkte dat zelf ook. ‘Ik begeleidde er drie, die stuk voor stuk vreselijk verlegen waren, erg in zichzelf gekeerd. Met de kennis die ik uit mijn eigen training haalde, kon ik ze uit hun schulp laten komen. Dat geldt voor jongens trouwens net zo goed als voor meisjes.’
Blijf studeren
‘Of ik zelf in het verleden last met jongens heb gehad? Nee, hoor: nooit. Waarom niet?’ Met een schaterlach beantwoordt ze de vraag. ‘Omdat ik net zo goed was als zij! En dat heeft me trouwens flink geholpen toen ik ten slotte bij de club ging spelen. In mijn huidige werk beschouw ik het vrouw-zijn evenmin als handicap. Als je maar moedig genoeg bent, lukt het best. Ik krijg weleens te horen, via mijn man, dat er commentaar is. Dan zeggen ze in de buurt tegen hem: “Laat je haar dat allemaal doen?” En dan zegt hij: “Ja, natuurlijk. Want dat is wat ze wil.”’
Ondanks haar zichtbare tevredenheid over de kansen van haar pupillen, blijft Konaté wel hameren op het belang van school. ‘Dat hebben we gezien bij de vorige generaties. Die maakten een hoop geld en spaarden vervolgens niet. Dus toen hun carrière voorbij was, hadden ze niets – sommigen moeten bij familie aankloppen voor geld. Mijn boodschap is altijd: blijf studeren.’
Desondanks is ze zichtbaar verguld met de een paar mooie resultaten: ‘Wist je dat er al drie jongens uit deze buurt zijn opgepikt door clubs in het buitenland? Twee in de Verenigde Staten en één in Servië. Uit Faladié! Ze zijn nu nog in opleiding, maar die gaan straks geld verdienen…’
Hulp in de buurt, hulp van de buurt
Doorgroei van kinderen door sport. Konaté ziet het ook op heel andere gebieden en dat beperkt zich niet tot de buurt schoonhouden, hoe belangrijk dat ook is. ‘Hier vlakbij is een plaats waar ontheemden zijn gehuisvest. Ze zijn gevlucht voor het geweld in het midden van ons land. Ze leven in een tentenkamp. Wij hebben onlangs een bezoek geregeld vanuit de buurt. Wat hadden de kinderen bedacht? Ze verzamelden alles wat ze zelf niet meer gebruikten, vooral kleren, en namen het mee om te geven aan de mensen dáár. Er zat geen centime van buiten bij.’
Er is wel iets wat haar dwarszit en dat is dat er te weinig oog is voor het professionele potentieel van sport. ‘Er is veel te weinig sportontwikkeling. Men ziet er niet echt het belang van in en dus is er ook geen geld voor, ook vanuit de overheid niet. Clubs en sportcentra moeten het zelf maar zien te rooien. Sommige vragen een klein bedrag, zeg: anderhalve euro voor een training.
‘Dat kan in buurten waar wat geld zit, maar er zijn ook buurten waar men echt arm is. Je kunt van minderbedeelde families onmogelijk een bijdrage vragen en al helemaal niet als ze twee of drie kinderen naar het sportveld sturen, dat kunnen ze gewoon niet opbrengen. Ik zie veel talent verloren gaan om die reden.’
Dat geldt trouwens ook voor Konaté zelf. ‘Ik doe dit alles voor niets – en dat moet op den duur echt anders. Ik houd ontzettend van dit werk, maar het moet een keer professioneel worden aangepakt en dat houdt ook in dat je mensen gaat betalen voor hun werk. Ikzelf wil ook verder: ik wil een grote vrouwelijke internationale trainer worden, op gelijke voet met de mannen.’
Heeft ze een gouden tip voor wie met kinderen wil werken? Jazeker: ‘Je moet van ze houden. Leer ze echt kennen, kom erachter wat ze willen. Als je aankomt met een houding van “moet je eens zien wat ik al bereikt hebt…” – nee, dat werkt niet. Je kunt de beste van de wereld zijn, maar omgaan met kinderen vereist iets anders: geduld, luisteren. Alleen zo kun je ze verder helpen. Want geloof me, ze willen allemaal slagen.’

She Got Game! is een samenwerking tussen Vice Versa en ISA. In Amerikaanse straattaal betekent She Got Game! dat je de ‘baas’ bent of ergens heel goed in bent. En het laat ook zien dat meisjes en jonge vrouwen juist op het sportveld genderstereotypes kunnen doorbreken en hun stem kunnen gebruiken.
We publiceren telkens een interview met een vrouwelijke sporter met een leidersrol in Nederland, Mali en Kenia. We laten zien hoe zij verandering teweeg brengen voor henzelf, de spelers met wie zij werken en in hun omgeving. Wat zijn de uitdagingen die ze dagelijks tegenkomen, hoe hebben ze dit aangepakt en wat voor impact heeft dit op hun leven en op dat van anderen?
She Got Game! is mogelijk gemaakt door het Frame Voice Report programma van Wilde Ganzen dat gefinancierd wordt door de Europese Unie.
Programma Partindag 2023 verbreedt jouw blik
Het programma van de Partindag is bekend. Ook dit jaar verbreedt deze dag jouw blik. Hans Beerends, Ellen Mangnus, Marc Broere en Danielle Hirsch trappen de dag af. Het drietal Beerends, Mangnus en Broere werpt het licht op 50 jaar mondiaal activisme en Hirsch gaat in een gesproken column in op hoe informatie tot verandering kan leiden. En er is keuze uit 10 workshops. Voor ieder wat wils. De Partindag is op zaterdag 30 september in Nijkerk en begint om 10.00. Dit jaar georganiseerd Partin de ontmoetingsdag samen met Vice Versa.
Lees artikelDe klimaattop van Nairobi: een gedeeld Afrikaans bericht
Bij een historische samenkomst van Afrikaanse leiders op de Keniaanse top hebben ze de Verklaring van Nairobi uitgegeven: een oproep om klimaatverandering wereldwijd tegen te gaan, met Afrika als belangrijke speler in het midden gepositioneerd.
Lees artikelOp de bres voor de kleine boer
‘Wie in Afrika woont,’ stelt Shungu Kanyemba, ‘weet dat tachtig procent van onze bevolking van economische activiteiten uit het achterland afhankelijk is. We hebben allemaal wel een neef die nog steeds op het platteland werkt, als boer, en elke keer als je er langsgaat realiseer je je dat het leven er niet verandert. Ze maken de bakstenen nog *altijd op dezelfde manier! En dàt mag weleens omgegooid worden.’
Lees artikel