Door:
Sarah Haaij

29 oktober 2020

Tags

Terwijl de roep om wetgeving op het terrein van Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) toeneemt, houdt Pramit Chanda juist een heel ander verhaal. De landendirecteur van het Nederlandse Initiatief Duurzame Handel (IDH) in India denkt dat wetgeving en verplichting gedrag niet gaat veranderen. ‘Bedrijven moeten geloven dat ze zelf die verandering kunnen bewerkstellingen met de manier waarop ze zakendoen.’

Pramit Chanda

Het zaadje voor Pramit Chanda’s kijk op maatschappelijk ondernemen werd geplant bij Ikea, waar hij na een carrière bij technologiebedrijf IBM en make-up merk Avon werd binnengehaald om de katoentoevoer van de Zweedse winkelgigant te verduurzamen. ‘Het bedrijf had iemand nodig om de verbinding te maken tussen de katoenboeren in het veld en het eindproduct bij IKEA’, zegt Chanda. ‘Een complex proces, waarbij het mijn taak was om partijen in de keten mee te nemen in het idee dat maatschappelijk verantwoordelijkheid loont.’

Dat laatste blijkt niet onverdienstelijk te zijn geweest; sinds 2015 koopt Ikea naar eigen zeggen 100 procent van haar katoen verantwoord in. ‘Bedenk daarbij dat ongeveer 1 procent van de wereldproductie van katoen door dit bedrijf wordt gebruikt’, zegt Chanda niet zonder trots. Het voorbeeld laat volgens hem mooi zien wat bedrijven kunnen doen om de productieketens te verbeteren. Ook nu, in zijn functie als directeur Textiles & Manufacturing en landendirecteur India bij IDH – the Sustainable Trade Initiative, werkt hij vanuit het idee dat de markt de gewenste verandering kan brengen. ‘Het is de markt die verandering aandrijft. Zo creëer je eerst de behoefte of vraag naar een product, zoals duurzaam katoen, en dan de middelen om dat te leveren.’

Meer voedsel en vezels dan ooit

Katoen spinnerij (foto IDH)

Om bij het voorbeeld van katoen te blijven, Chanda is ook de eerste om te beamen dat er nog veel uitdagingen zijn in de keten. Spelers in de katoenketen opereren in een steeds complexere wereld. In de komende 40 jaar zal er meer voedsel en vezels worden geproduceerd dan tot nu toe in de geschiedenis van de mensheid. India is een van de grootste producenten van katoen ter wereld. Al dat ‘witte goud’ wordt geproduceerd door 6- tot 9 miljoen kleine boeren, met vaak niet meer dan 2 hectare land. ‘Er is vraag naar goede zaden en betere kennis over verantwoord watermanagement, verbeterde bodemvruchtbaarheid en gewasbescherming met minder schadelijke pesticides. Het inkomen van te veel katoenboeren is nog laag. Ook daarin moet nog veel gebeuren.’

 Wat is de beste manier om de productie voor deze boeren eerlijker en duurzamer te krijgen?

‘Als je een keten wilt verduurzamen, werkt dat het best in een wereldwijd samenwerkingsverband met alle spelers. Zo werken wij samen met het Better Cotton Initiative (BCI), een standaard met zeven basisprincipes. Van watermanagement en biodiversiteit tot fatsoenlijke werkomstandigheden, het is een holistische benadering. Afgelopen jaar werkten we in India al met 1,2 miljoen boeren via dit partnerschap.’

Waar het voor Chanda om gaat: bij het Better Cotton Initiative zijn 180 merken aangesloten – van bekende grote merken als Adidas en Ikea tot kleinere spelers. ‘Die kledingmerken kopen vaak geen ruw katoen in, maar eindproducten. Maar toch willen ze op deze manier de vraag naar het product stimuleren. Hoe meer boeren vervolgens met BCI werken, hoe relevanter de standaard wordt.’ Zo produceerden 2,3 miljoen boeren vorig jaar 5,6 miljoen ton BCI-katoen, 22 procent van de wereldwijde katoenproductie. ‘Als je echt wilt veranderen en duurzame toeleveringsketens wilt creëren, dan moet het zakelijk kloppen en verantwoord zijn. Zowel voor de klant als de producent.’

Je bent erg positief over de potentie die bedrijven hebben om verandering te initiëren. Maar zien we het ook echt gebeuren, willen meer bedrijven beter hun best doen?

‘Zeker weten! In de twaalf jaar dat ik met kledingmerken deze discussie voer, is het makkelijker geworden; er is meer begrip. Je hoeft bedrijven niet langer te overtuigen van het feit dat maatschappelijk verantwoord ondernemen nodig is, daar zijn ze al. Ze willen nu weten hoe het moet. Hoe ze hun koopkracht kunnen gebruiken om zinvolle verandering te bewerkstelligen en tegelijk ook winst blijven maken.’

Bewijs daarvoor ziet Chanda in het feit dat er meer financiële steun vanuit de bedrijven komt. ‘Afgelopen jaar werd 80 procent van de BCI-programma’s door merken en ketens betaald en maar 20 procent door donoren, ngo’s en overheden. Nou, twintig jaar gelden was dat nog andersom hoor.’

 Hoe brengen we maatschappelijk verantwoord ondernemen nog een stap verder? In Nederland wordt nu flink gedebatteerd over de vraag of dat met de huidige vrijwillige initiatieven kan, of dat wetgeving nodig is om ketens werkelijk te verduurzamen.

‘Ik ben er stellig van overtuigd dat vrijwilligheid de beste optie is. Dan sta je bedrijven toe om het idee van IMVO echt in hun businessmodel te integreren. Als je mensen gaat dwingen omdat het nu eenmaal beleid is, wordt het een check-box oefening. Dan ga je zoeken naar manieren om aan de regels te voldoen zonder dat duurzaamheid echt onderdeel wordt van de bedrijfsvoering. Dat zeg ik vanuit mijn ervaring met merken en retailers.’

 Is dat genoeg? We wachten nu al zo lang op drastische verandering. Is beleid niet gewoon een must?

‘Natuurlijk, ik ben niet naïef: beleid helpt. Het kan geen kwaad om duidelijke criteria te hebben. De ideeën over wat duurzaamheid en IMVO precies betekenen, variëren. De rol van beleid is om dat helder te maken, om aan te geven wat toelaatbaar is en wat het juiste is.’

Het probleem, volgens Chanda: het beleid bestaat al lang, maar werkt niet. ‘Wat eerlijk zakendoen is; hoeveel je mensen moet betalen; hoe de omstandigheden in de textielfabriek moeten zijn: de meeste landen hebben dat allemaal vastgelegd. Maar alleen een wet is niet genoeg, je hebt intentie en continue verbetering nodig. Alleen de wet gaat gedrag niet veranderen, dat gebeurt alleen in een perfecte wereld. Nee, bedrijven moeten geloven dat ze zelf die verandering kunnen bewerkstellingen met de manier waarop ze zakendoen.’

‘Daarom is er nu ook al veel veranderd. Niet omdat de wet het verplicht, maar omdat er vraag is naar een duurzamer product. Die vraag is doorgesijpeld en zorgt er nu voor dat miljoenen katoenboeren hun productieprocessen hebben aangepast. Dat doen ze niet omdat Nike het wil, ze hebben geen idee wie Nike is; ze doen het omdat de markt hen zegt dat er nu waarde en vraag is voor die nieuwe productiemanieren. Dat stuwt hun verandering.’

Wat betekent dat voor de rol van ngo’s? Moeten die blijven pushen of wachten tot bedrijven het uit zichzelf goed gaan doen? Reputatieschade kan bedrijven ook tot verandering bewegen.

‘Het helpt altijd om druk uit te oefenen en de spotlights op misstanden te richten. Het helpt om merken, retailers en overheden meer te laten doen.’ Tegelijkertijd zie je volgens Chanda ook dat ngo’s vaak de grote, bekende merken aanpakken. ‘Juist de merken die hun best doen om zich te verbeteren.’ Hij zou graag zien dat campagnes zich ook op de kleinere achterlopers richten. ‘Want sommigen doen echt helemaal niets. Terwijl zij die proberen het verschil te maken, nu het hardst worden aangevallen.’

Mogen we dat niet juist verwachten van de grote merken? Zij hebben de schaal en invloed om het anders te doen.

‘Misschien. Toch zie ik dat grote spelers zoals Ikea en H&M echt al jaren leiderschap tonen op het gebied van duurzame katoen terwijl zoveel anderen niets hebben gedaan. De huidige situatie is nog niet perfect, maar de inspanning van deze bedrijven mag echt wel meer worden erkend.

‘Natuurlijk, verandering gaat nooit goed en snel genoeg. Het is ook de rol van ngo’s om dat te blijven benadrukken. Maar, denk ik dan, kijk dan ook naar wat nu echt de grootste verandering brengt.’

Eerder dit jaar werd bekend dat grote merken als Adidas en C&A inkopen doen bij Chinese bedrijven waar Oeigoeren onder dwang werken. Bestaat er een kledingwereld waarin dit soort misstanden kan worden voorkomen.

‘Allereerst denk ik niet dat de merken opzettelijk dwangarbeid gebruikten. Ze waren net zo geschokt als wij allemaal.’ Maar of er een perfecte oplossing bestaan voor dit soort misstanden? Chanda: ‘Wat ik zie, is dat de situatie continue ontwikkelt. Daarbij zijn er altijd weer nieuwe zaken die geadresseerd moeten worden, zoals deze (met de Oeigoeren red.). Maatschappelijk verantwoord ondernemen is een continue verbeteringsoefening, waarbij de strandaard steeds een stukje hoger komt te liggen. Ik denk dan ook niet dat er een eindpunt is, het gaat erom steeds een stukje beter te worden.’

 

Internationaal Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (IMVO) is een van de belangrijkste beleidsterreinen binnen de Hulp en Handelsagenda van het Nederlandse kabinet. Vice Versa wil met dit kennisdossier het debat in Nederland over IMVO voeden en levendig houden.

Het kennisdossier is een initiatief van Vice Versa in samenwerking met de Civic Engagement Alliance,  het Initiatief Duurzame Handel (IDH) en de Fair, Green and Global Alliance.

Afstemmen met Afrika

Door Ruerd Ruben | 06 juni 2023

 Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.

Lees artikel

David Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden

Door Yvonne van Driel | 05 juni 2023

Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.

Lees artikel

Pinksterzaterdag op de A12

Door Hans Beerends | 31 mei 2023

Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’

Lees artikel