In zijn nieuwe column gaat Dirk Jan Koch in op de ongeplande effecten binnen ontwikkelingssamenwerking op het gebied van genderverhoudingen. Een aantal bijwerkingen komt telkens terug: van een toename in huiselijk geweld tot uitputting van vrouwen die naast het runnen van het huishouden nu aan allerlei vergaderingen moeten deelnemen en zaakjes moeten opzetten. Zie deze keerzijde onder ogen, vindt hij.
Bijna alle ministeries en ontwikkelingsorganisaties hebben handvesten ondertekend met als leus ‘do no harm’. Daarmee beloven ze hun uiterste best te zullen doen om te voorkomen dat ze per ongeluk bijdragen aan het verslechteren van situaties. In deze verklaringen worden met name personen in kwetsbare situaties benoemd, waaronder vrouwen en meisjes. Maar lukt het die organisaties om systematisch rekening te houden met ‘Do no harm?’
De situatie voor veel vrouwen is enorm verbeterd in de afgelopen decennia: of het nu gaat om schooldeelname of gemiddelde levensverwachting: vrouwen hebben een enorme inhaalslag gemaakt, vaak mede dankzij internationale samenwerking. Maar als we de krantenkoppen lezen, ‘Oxfam-staf hield seksfeest met (minderjarige) prostituees na aardbeving Haïti’, weten we dat het ook wel eens flink mis gaat.
Samen met onderzoeker Maria van der Harst en professor Marieke van den Brink proberen we hier meer inzicht in te krijgen. Wat ze deed was in alle databases kijken naar academische studies over de link tussen internationale samenwerking en ongeplande effecten op het vlak van gender en vrouwen. Ze vond meer dan 1000 teksten die relevant leken, maar na veel gepluis bleven er ruim 60 relevante onderzoeken over die ingingen op de onbedoelde impact van programma’s op gender verhoudingen. Ze vond een vijftal bijwerkingen telkens weer terug in die studies, waarvan sommige jullie al welbekend zijn.
Uitbuiting
Natuurlijk wisten we al dat het proces van hulpverlening soms tot uitbuiting van vrouwen en meisjes kan leiden (zoals het schandaal van Oxfam in Haïti liet zien). Helaas blijken er nog behoorlijk wat mannen te zijn die hun centrale positie in de hulpverlening gebruiken om allerhande seksuele slaatjes daaruit te slaan. Dat er nog een wereld te winnen is blijkt ook uit het voortgangsrapport van DFID over het terugdringen van misbruik in de hulpsector (of nu Foreign & Commonwealth and Development Office).
Ook wisten we wel dat er een toename van huiselijk geweld kan zijn als mannen onvoldoende bij ontwikkelingsprogramma’s betrokken worden. Zo is er bijvoorbeeld reden tot zorg over de effecten van met name micro-krediet programma’s die zich alleen richten op vrouwen zonder mannen daarbij te betrekken en gender normen aan de kaak te stellen. Hoewel studies verschillende resultaten laten zien, rapporteren een gedeelte van de deelnemende vrouwen een toename in huiselijk geweld. Soms hebben vrouwen ook niets te zeggen over waar de lening aan uitgegeven wordt maar moeten ze die wel zien terug te betalen.
Westerse agenda
Andere effecten die veel voorkomen vormen een nationalistische terugslag. In meerdere landen worden de agenda’s die lokale NGO’s (met westerse financiering) promoten als westerse agenda’s neergezet. Zo werd de campagne om homorechten te stimuleren in Uganda door de lokale autoriteiten geframed als buitenlandse inmenging. De president kon wellicht mede daardoor – i.p.v. juist meer rechten aan homoseksuelen te geven – de straffen voor homoseksualiteit verhogen.
Een vierde bijwerking zijn de negatieve gevolgen van hypes. Zo zijn er meerdere artikelen die onderzoek deden naar de hype rond ‘seksueel geweld als oorlogswapen’. Uit de literatuur over de DRC blijkt dat te veel organisaties begonnen zich te richten op verkrachtingen door soldaten. Hulpprogramma’s begonnen met succes hun resultaatindicatoren te richten op het ‘aantal veroordelingen van soldaten’. En inderdaad meer soldaten werden veroordeeld voor verkrachting, bijvoorbeeld in de DR Congo. Hierdoor leek het alsof er vooruitgang was, maar helaas bracht de aandacht voor meetbare resultaten perverse gevolgen met zich mee. Zo werden beschuldigingen opgeklopt en soldaten onterecht veroordeeld.
Een laatste bijwerking die vaak voorkomt betreft de uitputting die vrouwen kunnen treffen die deelnemen aan ontwikkelingsprogramma’s waarbij schadelijke gender normen en gedrag niet aan de kaak gesteld worden. Niet alleen wordt thuis van hen verwacht dat ze hun huishoudelijke rollen vervullen, maar ze moeten nu opeens ook nog zaakjes opzetten, leningen terugbetalen, deelnemen aan groepsvergaderingen. Wanneer vrouwen een groter aandeel krijgen in het verdienen van een inkomen, betekent dit in veel gevallen niet dat de taken opnieuw verdeeld worden. Waar zij al het overgrote deel van de onbetaalde (zorg)taken op zich namen, komt daar nu het betaalde werk bovenop.
Positieve bijwerkingen
Er zijn gelukkig ook enorm veel voorbeelden van positieve bijwerkingen op gender-issues als gevolg van ontwikkelingsprogramma’s. Meisjes leren beter lezen en schrijven? Dan zijn er minder ongewenste tiener zwangerschappen! Meisjes krijgen betere ontwormingstabletten? Hun schoolcijfers schieten omhoog. Kortom, er zijn ook positieve bijwerkingen waar we gebruik van kunnen maken.
Wat we zien is dat de kwaliteit van leven van vrouwen op de wereld enorm is toegenomen de afgelopen decennia, mede dankzij al deze ontwikkelingsprogramma’s. Wel zien we dat er een keerzijde van de medaille kan zijn: of het nu een toename in huiselijk geweld is of uitputting. Het is van belang dat we deze keerzijdes onder ogen zien, zodat we er ook iets tegen kunnen doen. En als er positieve overloopeffecten zijn, dat we daar maximaal op inzetten. We hebben geen idee of organisaties dit nu voldoende tussen hun oren hebben, en daar hebben we jullie voor nodig.
Maria en ik zitten nog midden in dit onderzoek, maar als je denkt: ik heb juist een voorbeeld van een organisatie die dat ‘Do no harm’ op het gender vlak goed heeft aangepakt – laat het ons weten. Ook als je zegt: ik weet niet zeker of we dit goed genoeg doen, weet ons te vinden: we gaan graag met jullie organisatie aan de slag om dit te onderzoeken.
In deze column-serie licht Dirk-Jan Koch eens per twee maanden een onderwerp uit waar hij mee bezig is in het kader van zijn onderzoeksproject ‘ongeplande effecten van internationale samenwerking. Deze column is gebaseerd op academisch onderzoek in het kader van het ‘Unintended Effects of International Cooperation’ programma van de Radboud Universiteit en het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Dirk-Jan Koch is bijzonder hoogleraar aan de Radboud Universiteit in Nijmegen en tevens werkzaam bij het Ministerie van Buitenlandse Zaken. Hij schrijft deze columns op persoonlijke titel.
foto uitgelichte afbeelding: Martha Nalukenge
Eerlijke toegang tot gezondheid als beste geneesmiddel
Waar kan Nederland binnen haar coherentiebeleid de komende jaren het beste op inzetten als het gaat om het aanpakken van Vaccin- en Mondiale Gezondheidsongelijkheid? En hoe kunnen we dit zo concreet mogelijk vormgeven? Deze vragen staan centraal tijdens de tweede editie van Het Grote Coherentiedebat op vrijdagmiddag 8 december in Dudok, Den Haag. Het debat is ook online te volgen.
Lees artikelRozen in de woestijn
In het hart van de woestijn, waar de hoop niet breed is gezaaid, bewijst Desert Roses dat er bloemen op de meest onverwachte plaatsen kunnen bloeien: ze daagt de bestaande normen uit, binnen een gemeenschap die meisjes als kapitaal ziet – om voor een vroeg huwelijk in te zetten. In Kenia laat Rael Lomoti ze nu door het meisjesvoetbal de kracht van het onderwijs inzien. Een reportage.
Lees artikelDonkere wolken?
Zelfs rasoptimist Paul van den Berg ziet weinig sprankjes hoop als hij door de lens van ontwikkelingssamenwerking naar de aankomende Tweede Kamerverkiezingen kijkt. In deze blog legt hij uit waarom, maar eindigt hij toch nog met een zonnestraaltje achter de wolken.
Lees artikel