Door:
Paul Hoebink

28 januari 2021

Tags

Het is verrassend dat twee ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking de lijsten van D66 en de PvdA aanvoeren. Vice Versa bekijkt hun komende strijd vanuit het standpunt van hun daden op dat terrein. Paul Hoebink trekt de ministers vol plezier de bokshandschoenen aan.

Twee (binnenkort oud-) ministers voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking gaan tot half maart de strijd aan om de stemmen aan de linkerkant van het politieke spectrum. Dat is opmerkelijk, waar deze ministerspost toch als een van de minst zware in onze kabinetten wordt gezien en ontwikkelingssamenwerking in ons parlement – sinds het verdwijnen van Erica Terpstra en Frans Weisglas – over het algemeen lichtgewichten en backbenchers als woordvoerders kent.

Gaat dat gevecht spectaculair worden, ook als we het eerste oppervlakkige verschil, tussen iemand die ‘erg Limburgs’ spreekt (aldus Max Pam) en iemand die een aristocratische dictie heeft, buiten beschouwing laten? Onze nationale pers en vrouwelijke columnisten hebben zich direct unaniem enthousiast getoond over beide keuzes, zonder zich maar één moment te buigen over wie zij als minister waren en zijn.

Een ‘verschrijving’

Hier wreekt zich dat er bij onze nationale kranten (in weerslag van wat er in het parlement gebeurde?) geen deskundigen meer zijn op het terrein van ontwikkelingssamenwerking, met een kleine uitzondering misschien voor Trouw. Voorbij zijn de tijden van goed geïnformeerde journalisten als Dick Scherpenzeel en Han Koch.

Dat blijkt alleen al uit het feit dat van de VPRO-Gids tot en met datzelfde Trouw deze ministers vaak minister vàn Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking worden genoemd – zelfs van Internationale Handel – en niet vóór. Hierop wijzen lijkt kinderachtig, maar het geeft aan dat men de positie van deze minister niet kent – en het kan nog ‘erger’: op de She Decides-website van de Rutgers Stichting wordt Ploumen zelfs bevorderd tot ‘oud-minister van Buitenlandse Zaken’.

Dat ‘voor’ duidt aan dat het hier gaat om een minister zonder portefeuille: deze minister woont al sinds 1964 bij Buitenlandse Zaken in, heeft geen eigen ministerie, zoals in Duitsland of tot voor kort in het Verenigd Koninkrijk, en zijn of haar begroting maakt onderdeel uit van die van Buitenlandse Zaken.

De ‘verschrijving’ is symbolisch voor hoe er in onze nationale dagbladen naar Ploumen en Kaag wordt gekeken. Dat blijkt eerst en vooral gebaseerd op images, op beelden die heersen bij journalisten die geen weet hebben van dit vakgebied.

De Volkskrant lijkt daarvan het beste voorbeeld. Ik schreef er in september op deze website een blog over, onder de titel Sigrid Kaag: de afwezige minister, omdat op de eerste plaats in het oordeel over haar in de Nederlandse pers haar functioneren als minister geheel afwezig was (en, ten tweede, omdat zij zelf afwezig was als minister voor Ontwikkelingssamenwerking).

Het was een blog die tot vreugde van de hoofdredacteur van dit blad de kolommen van de Volkskant en de NRC haalde. Die afwezigheid van een beschouwing over Kaags functioneren als minister leidde onder andere tot een serie uiterst oppervlakkige interviews, met als dieptepunt het gesprek met columniste Eva Hoeke in Volkskrant Magazine.

Kanttekeningen

Wie nu kijkt naar de oordelen over lijsttrekker Ploumen, die ziet hetzelfde: veel oppervlakkige beschouwingen, geen dieper gaande analyse. Zo wordt Lilianne Ploumen alom geroemd, omdat ze – toen Trump direct vijfhonderd miljoen aan ondersteuning voor bevolkingsbeleid en familieplanning schrapte, vanwege steun aan of voorlichting over abortus – in 2017 She Decides oprichtte om het verlies te compenseren, en zo berichtten bijna alle kranten bij haar aantreden als lijsttrekker dat ze ‘honderden miljoenen’ ophaalde.

Dat ‘ophalen’ moet direct van een kanttekening worden voorzien. Op de donorconferentie van maart 2017 werd tweehonderd miljoen dollar toegezegd en volgens de website van She Decides volgden er in het jaar daarna nog toezeggingen ter hoogte van 253 miljoen. Daarna werden de toezeggingen niet meer bijgehouden.

Maar er is geen She Decides-fonds; donoren zouden de beloofde miljoenen via hun eigen kanalen uitkeren. Controle is afwezig. Het lijkt een beetje op de gang van zaken na een grote natuurramp: honderden miljoenen worden toegezegd, veel nutteloze dingen toegestuurd en nog geen kwart komt uiteindelijk aan.

Daar past één extra kanttekening bij wat betreft de bijdrage van minister Ploumen zelf: die was maar 25 miljoen en die kon met gemak worden weggehaald uit bezuinigingen op de Nederlandse bijdragen aan het budget van het VN-Bevolkingsfonds – dat de laatste twee jaar wel met zo’n driehonderd miljoen is toegenomen, vooral via vrijwillige bijdragen, maar die kwamen niet van Nederlandse zijde. In 2009 gaf Nederland, volgens de jaarverslagen van het UNFPA nog 96,8 miljoen dollar aan ‘core contribution’ en een vrijwillige bijdrage voor speciale programma’s van 54 miljoen, in totaal 134,9 miljoen en was het de grootste donor en in 2009 en 2010. De ‘core contribution’ is inmiddels neer dan gehalveerd tot 36,7 miljoen dollar in 2019 en de vrijwillige bijdrage zakte tot 4,9 miljoen in 2015 en nul in 2016 om daarna weer omhoog te gaan 51,9 miljoen dollar in 2019.

Spingedrag

Dat de Nederlandse kranten dit nu nog aanhalen als haar grootste verdienste, duidt op een van de krachtigste eigenschappen van Lilianne Ploumen: ze is een grote ‘spinner’. Zo spinde ze direct na haar aantreden dat haar portefeuille toch zó uniek was vanwege de combinatie van hulp en handel. Dat handel al vanaf het Verdrag van Rome (1957) een essentieel onderdeel was van de Europese – en dus ook Nederlandse – ontwikkelingssamenwerking werd gemakshalve vergeten.

Dat gold ook voor het feit dat de Nederlandse ontwikkelingshulp vanaf midden jaren zestig tot eind jaren zeventig vooral werd ingezet voor exportbevordering, waar het daarna werd ingekrompen tot enkele kleine potjes (waarover zo meer). Het meest opmerkelijke is juist dat de poot Buitenlandse Handel het grote enthousiasme van beide ministers heeft, maar grotendeels gescheiden loopt van het blijkbaar door hen veel minder gewaardeerde deel van Ontwikkelingssamenwerking.

Ook minister Ploumen wilde op dat terrein niets nieuws ondernemen, waar er van Kaag slechts een abominabel slechte nota op de plank ligt. Dat spinnen van Ploumen leidde bij een van de landelijke dagbladen tot zoveel irritatie dat journalisten die door haar werden benaderd, haar direct mochten doorverwijzen naar de hoofdredacteur.

Niets meldden de Nederlandse media over de grootste mislukking van minister Ploumen: het fonds met de Nederengelse naam Dutch Good Growth Fund. Er was nogal wat kritiek in de Kamer op de instelling ervan, onder meer door de binding van de hulp (dat hulpgeld besteed moest worden aan Nederlandse goederen en diensten) en dat ontwikkelingshulp dus gebruikt zou worden voor exportbevordering.

Minister Ploumen wuifde dat allemaal weg en vond het fonds een prachtig voorbeeld voor haar hulp-en-handelagenda, een vernieuwende impuls met de focus op jongeren, vrouwen en fragiele staten. Het DGGF zou zelfs de migratie uit Afrika gaan stoppen.

Daarvan blijft in de kritische evaluatie niets over. Ik heb die op deze website een ruime maand geleden beschreven onder de noemer dat het DGGF een grote mislukking is en door die evaluatie richting graf wordt gestuurd, al houdt minister Kaag het – heel solidair met voorganger Ploumen – nog even levend.

De bezuinigingen

Er is nog een verschil tussen Ploumen en Kaag. Die laatste is de gereserveerde topdiplomaat die met alle vriendelijkheid afstand weet te houden van mensen, terwijl de eerste ten onder dreigt te gaan aan te enthousiaste adoratie.

Dat gold allereerst voor Polman (‘Weinig mensen weten dat Ploumen en Unilever-topman Paul Polman dol zijn op elkaar zijn’, schreef NRC Handelsblad zelfs), die zij tijdens een publieke bijeenkomst in Den Haag vol enthousiasme al haar spreektijd gaf (tot verdriet van mijn oud-studente, die een heel mooie rede voor haar geschreven had).

Hetzelfde zagen we kortgeleden weer op televisie bij M (op 9 november), toen ze in haar reactie op de benoeming Kamala Harris een ‘progressieve vrouw’ noemde en een ‘fantastische bondgenoot’, hoewel dat progressieve uit het (stem)gedrag van Harris – die gezien wordt als een law and order-politicus – in de senaat toch niet gebleken is en Harris zeker ook niet behoort tot het dicht bij de PvdA staande Warren/Sanders-gedachtengoed in de Democratische Partij.

Zowel Kaag als Ploumen heeft last gehad van de zware bezuiniging van 1,4 miljard euro op de begroting van ontwikkelingssamenwerking in het VVD/PvdA-kabinet. Ploumen omdat ze aan She Decides nauwelijks een substantiële donatie kon geven, Kaag omdat ze haar ambities en die van de Kamer om onderwijs van meisjes te steunen eerst helemaal niet (op de donorconferentie voor de Global Coalition for Education) en daarna maar een klein beetje kon ondersteunen.

Waar Lodewijk Asscher de afgelopen jaren diep door de knieën is gegaan om alle bezuinigingen onder het kabinet-Rutte/Asscher te betreuren, heeft de bezuiniging op ontwikkelingssamenwerking die knieval nog niet gekregen. Het zou een mooi gebaar zijn, helemaal in de katholieke traditie, als beide lijsttrekkers die oefening van berouw eerst zouden afleggen.

Programma Partindag 2023 verbreedt jouw blik

Door Yvonne van Driel | 15 september 2023

Het programma van de Partindag is bekend. Ook dit jaar verbreedt deze dag jouw blik. Hans Beerends, Ellen Mangnus, Marc Broere en Danielle Hirsch trappen de dag af. Het drietal Beerends, Mangnus en Broere werpt het licht op 50 jaar mondiaal activisme en Hirsch gaat in een gesproken column in op hoe informatie tot verandering kan leiden. En er is keuze uit 10 workshops. Voor ieder wat wils. De Partindag is op zaterdag 30 september in Nijkerk en begint om 10.00. Dit jaar georganiseerd Partin de ontmoetingsdag samen met Vice Versa.

Lees artikel

De klimaattop van Nairobi: een gedeeld Afrikaans bericht

Door Emmanuel Mandebo | 08 september 2023

Bij een historische samenkomst van Afrikaanse leiders op de Keniaanse top hebben ze de Verklaring van Nairobi uitgegeven: een oproep om klimaatverandering wereldwijd tegen te gaan, met Afrika als belangrijke speler in het midden gepositioneerd.

Lees artikel

Op de bres voor de kleine boer

Door Elizabeth Kameo | 07 september 2023

‘Wie in Afrika woont,’ stelt Shungu Kanyemba, ‘weet dat tachtig procent van onze bevolking van economische activiteiten uit het achterland afhankelijk is. We hebben allemaal wel een neef die nog steeds op het platteland werkt, als boer, en elke keer als je er langsgaat realiseer je je dat het leven er niet verandert. Ze maken de bakstenen nog *altijd op dezelfde manier! En dàt mag weleens omgegooid worden.’

Lees artikel