Het is iets dat diepe reflectie vergt, een eerlijke blik, een andere denktrant. Houd je een onrechtvaardig systeem mede in stand? Hoe zet je privileges in? Het idee van shift the power gaat niet om de grote macht alléén, het laat de ontwikkelingswerker ook zelf in de ziel kijken. Marinke van Riet, die bij Voice vertrekt, deed het en kwam tot de ultieme conclusie: ‘Het is tijd het stokje door te geven.’
‘Ik vraag me vaak af wat mijn juiste rol is, en hoe ik die het best kan vervullen. Doe ik meer kwaad dan goed?’ In een gevatte en oprechte blog peinst Pat Scheid, van het inclusieprogramma van de Hewlett Foundation, over haar eigen bijdrage aan de toekomst van mondiale samenwerking. Is ze als witte vrouw, na een dertigjarige carrière als subsidiegever, nog wel geloofwaardig en relevant? Volgens Scheid zijn al haar dilemma’s perfect samengevat door de jarentachtighit van de Britse punkgroep The Clash: Should I Stay or Should I Go?
Ze is niet de enige die zich deze existentiële vragen stelt, nu internationale ngo’s en donoren van alle kanten onder vuur liggen. Zo is er Re-Imagining the INGO (Ringo), een initiatief van het Rights CoLab, een groep van experts die de ontwikkelingssector voor de toekomst klaar wil maken. ‘Vanuit het Zuiden’, meldt Ringo’s website, ‘klinkt de kritiek dat ingo’s nog steeds doordrongen zijn van het witte-redderscomplex, aangewakkerd door de exorbitant hoge salarissen van internationale ontwikkelingswerkers en het gebrek aan diversiteit op leiderschapsposities. Donoren blijven bepalen en laten zuidelijke organisaties niet het heft in handen nemen.’
Ondanks decennialange debatten erover, alsook over de effectiviteit van hulp en het gebrek aan lokaal eigenaarschap, blijft echte systeemverandering uit. Er bestaat een bepaalde reflex om vast te houden aan macht en invloed, die ten koste gaat van de mooie ambitie mensen zelf te laten besluiten over hoe zij hun eigen realiteit willen veranderen en verbeteren.
Die menselijke kramp is in zekere mate ook geïnstitutionaliseerd en geconditioneerd door het systeem waarbinnen ingo’s opereren. Met een alleen maar toegenomen focus op merknaam, zichtbaarheid en groei is het niet verwonderlijk dat de focus op overleven ligt.
Volgens Ringo wil het niet zeggen dat ingo’s overbodig zijn, ze zijn alleen toe aan een make-over – en dan niet eentje van mooie, technocratische woorden, maar een diepe en fundamentele shift. Om die te maken, is het nodig de oude gewoonten te ont-leren.
Door goed in de spiegel te kijken en te onderzoeken waar de wortels van de idealen liggen, wat in de nieuwe context een geloofwaardige rol is die recht doet aan de missie van een gelijkwaardiger speelveld en internationale rechtvaardigheid en solidariteit. Die reflectie is nodig op individueel èn op organisatieniveau.
Neem Marinke van Riet. Na een lang lockdownjaar kwam de vertrekkend programmamanager van Voice afgelopen lente tot een authentieke conclusie. In het licht van Black Lives Matter, wit privilege en de pandemie had zij het gedaan: lang in de spiegel gekeken. Wat was haar rol, haar toegevoegde waarde en naar wie was zij verantwoordelijk? ‘Ik vind rechtmatig leiderschap en inclusiviteit heel belangrijk,’ zegt ze, ‘maar als witte vrouw met privileges mis ik de geleefde realiteit van de mensen om wie Voice draait. Het is specifiek gericht op diversiteit en inclusie. We steunen direct maatschappelijke organisaties en vertegenwoordigers van de meest gemarginaliseerde en gediscrimineerde groepen die vaak het moeilijkst te bereiken zijn. Omdat representatie ertoe doet, is het tijd het stokje door te geven aan iemand in wie die organisaties in het Zuiden zich beter herkennen.’
Vanuit de kapel van de kerk die ze in Den Haag bewoont, vertelt Van Riet over haar beslissing. Dat wil ze op persoonlijke titel doen, benadrukt ze, en dus niet namens Voice, Hivos, Oxfam Novib of het ministerie van Buitenlandse Zaken – die het programma samen uitvoeren. ‘Er is enorm veel gaan schuiven in 2020,’ zegt ze, ‘denk aan Black Lives Matter en meer bewustwording over wit privilege en ongelijke machtssystemen. Ik ben naar binnen gaan kijken. Het onderliggende principe van Voice is “niets óver ons, zonder ons”. ‘Het betekent dat iedereen die door een besluit wordt geraakt, zeggenschap moet krijgen over de besluitvorming. Oftewel: mensen staan niet op het menu, maar mogen zelf het diner en hun tafelgenoten bepalen. Maar hoe geloofwaardig is het dat ik als witte vrouw, met al mijn privileges, met zo’n slogan aan kom zetten bij iemand uit Kenia die van een etnische minderheid is?’
Ze vervolgt: ‘We willen juist de positie van gediscrimineerde en onzichtbare groepen helpen verbeteren; denk aan mensen met een beperking, lhbti’ers, landloze boeren, vrouwen die worden uitgebuit. Ik geloof dat het gebrek aan vertrouwen in leiderschap dat je wereldwijd en ook in Nederland ziet, ontstaat omdat het vaak alleen maar mooipraterij is. Er is een gebrek aan practise what you preach, dat vreet aan de geloofwaardigheid. Ik wil wèl geloofwaardig en authentiek blijven. Het is nu tijd voor walk the talk, het is tijd voor mij om ruimte te maken.’
Van Riets besluit staat niet op zichzelf. Het is een concreet voorbeeld van een sign o’ the times, een mondiaal proces van bewustwording dat sinds Black Lives Matter en samen met #AidToo en #ShifThePower ook binnen de internationale samenwerking langzaam op stoom komt. De rode draad is de vraag: wat is de eigen rol in het in stand houden van onrechtvaardige systemen?
Marinke van Riet kijkt terug op een bevlogen loopbaan. Van microkredieten in Mali en Niger tot directeur van Publish What You Pay en medewerker van MSI Reproductive Choices in Madagaskar en Ghana. Saillant detail: dat laatste heette tot afgelopen winter Marie Stopes International, maar besloot na ‘diepe reflectie’ de naam te veranderen en afstand te nemen van oprichter Marie Stopes, aanhanger van de eugenetica: ‘De gebeurtenissen van 2020 deden ons dat besluiten.’
Ook Planned Parenthood, de andere grote ngo die inzet op anticonceptie voor vrouwen wereldwijd, publiceerde in de lente een openhartig statement waarin ze afstand nam van Margaret Sanger, oprichter, feministisch icoon èn voorstander van gedwongen sterilisatie voor zwarte vrouwen. De organisatie wil niet langer goedpraten wat krom is en zo verantwoording afleggen over de ongelijke en onrechtvaardige behandeling die vrouwen van kleur kregen.
‘Het is tekenend voor deze tijd: om zo een koloniaal en ongelijk systeem af te helpen schudden’, zegt Van Riet. Terugblikkend op haar carrière, manoeuvrerend tussen het realiseren van individuele en systeemverandering, durft ze kritisch naar zichzelf te kijken – en hoopt ze dat er meer zullen volgen.
Ik wilde altijd betekenisvol leven, maar dat was niet alleen unilateraal. Ik was uiteindelijk toch steeds die witte persoon uit Nederland, met enorm veel privileges, afkomstig uit een systeem dat in feite de systemen van het mondiale Zuiden in stand houdt. Van die rol ben ik me altijd wel bewust geweest.’ Hoe uitte zich dat? ‘Nou, met het vingertje, hè!’ lacht ze.
Als ultiem voorbeeld van ‘het vingertje’ noemt ze een project met vrouwen in Burkina Faso, dat voor haar te maken had met het spanningsveld tussen individuele en gemeenschapsontwikkeling. ‘Via microkredieten hielpen we vrouwen in een dorp een bedrijfje te beginnen: een lokale brouwerij, wilden ze, zodat ze een populair alcoholisch drankje konden verkopen. Ik sprak met een aantal van hen en ze deden allemaal hetzelfde, ze verkochten hetzelfde drankje op de markt. Ik vroeg ze: “Hoe zorg je ervoor dat ze bij jou kopen en niet bij je buurvrouw?” ‘Ze keken me aan alsof ik gek was. “Marinke,” zei er een, “natuurlijk verkopen we niet op dezelfde dag! Ik verkoop op maandag, zij op dinsdag, die op woensdag…” Dat was veelzeggend, voor mezelf. Wie ben ik, dacht ik, om op deze solidaire en gedeelde visie van ondernemen een megakapitalistisch model te plakken?’
Ze vervolgt: ‘Een model, nota bene, dat ook in het Westen zoveel beperkingen kent. Ik vond het heel mooi dat die vrouwen in wezen een verantwoordelijkheid namen die het eigenbelang oversteeg – dat hebben wij een beetje verloren. Ik zwaaide toen bewust niet met mijn vingertje, dat gebeurt nog veel te vaak.’
Liever ziet ze dat Nederlandse ontwikkelingsorganisaties een voorbeeld nemen aan de Astraea Foundation, uit New York. ‘Dat is radicaal feminisme. Zij doet in de eigen achtertuin aan waanzinnige mobilisatie, haalt de stemmen van lbq-vrouwen echt omhoog. Om die mobilisatiekracht uit de VS internationaal te brengen, is een mooie manier van kruisbestuiving. Het intersectionele denken is daarbij belangrijk: zo’n aanpak werkt veel beter dan het vingertje!’
Op de hoofdkantoren van Nederlandse organisaties ziet Van Riet nog te weinig diversiteit: ‘Drie van de grootste ingo’s in Nederland hebben nog steeds een witte man van middelbare leeftijd aan het hoofd.’ Als lichtend voorbeeld noemt ze de recente aanstelling van Mustapha Gidado als algemeen directeur van het KNCV Tuberculosefonds: de eerste niet-Nederlander in de 118-jarige geschiedenis. ‘We hebben natuurlijk zoveel vooroordelen over mannelijke Nigerianen. Geweldig dat hij gekozen is. Tijdens zijn studietijd werkte hij in een tuberculose- en lepraziekenhuis in Nigeria, waarna hij ten slotte opklom tot landendirecteur van het fonds, daar. Dat geeft hem authentieke geloofwaardigheid.’
Bij de landenkantoren ziet ze dat er wel wordt gekeken naar diversiteit en inclusie. ‘De verschuiving naar het Zuiden is begonnen. Dat merk je ook als je naar financieringsmiddelen bij Buitenlandse Zaken of grote Amerikaanse stichtingen kijkt, dat er naast steun voor ingo’s proportioneel gezien meer directe steun naar kleinere organisaties gaat – maar er is zeker nog werk aan de winkel.’
Weet ze al wat ze na Voice wil gaan doen? Lachend: ‘Ik kan nu natuurlijk geen landendirecteur van SNV in Niger meer worden. Liever adjunct-directeur in Niger en voor een leuke Burkinese bazin werken, bijvoorbeeld. In al die decennia heb ik alleen maar voor witte bazen gewerkt, dat mag nu weleens anders.’
Afstemmen met Afrika
Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.
Lees artikelDavid Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden
Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.
Lees artikelPinksterzaterdag op de A12
Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’
Lees artikel