IKEA maakte afgelopen december bekend dat het investeert in nieuwe partnerschappen met drie social enterprises in Aziatische landen. Daardoor kunnen zij hun productievolumes opschalen en meer mensen een baan bieden dichtbij huis. Eén van de gecontracteerde ondernemingen is die van Tauhid Bin Abdus Salam in Noord-Bangladesh. Een interview met deze CEO, die nadrukkelijk zijn eigen koers vaart: ‘Je kunt niet in een bevoorrecht deel van de wereld wonen en dan hier komen zeggen hoe het moet.’
‘Ik liep in het open veld en mijn oog viel op een vrouw. Ze was stenen aan het breken met een hamer. Haar huid was rood van de zon. Op haar handen en voeten had ze littekens, omdat de stenen haar raakten. Ik werd me bewust van de extreme armoede in het noorden van Bangladesh. Het maakte me vastberaden om werkgelegenheid te helpen creëren voor vrouwen die hier wonen. Ik vind het mooi dat ze nu in één van onze fabrieken werkt. Het is ook háár fabriek. We hebben die opgebouwd met onze eigen handen.’

Tauhid Salam (foto CHP)
Dit is het verhaal dat Tauhid vertelt wanneer iemand hem vraagt naar zijn motivatie in deze regio een onderneming te starten. Hij deed dat namelijk niet in het gebied rond de hoofdstad of in een havenstad, waar vanwege de praktische en logistieke voordelen veel fabrieken gevestigd zijn, maar in de Rangpur- en Nilphamari-districten in het noorden. ‘Omdat werkgelegenheid vooral in de grote steden te vinden is, migreren veel mensen van de rurale gebieden naar de megasteden. Ze leven daar in sloppenwijken en van het geld dat ze verdienen, komt nauwelijks iets terecht bij hun families,’ vertelt Tauhid vanuit Dhaka, waar hij is voor zaken. ‘Wanneer meer bedrijven zich vestigen op het platteland en meer mensen een baan vinden in hun eigen regio, wordt de schadelijke trend van verstedelijking tegengegaan. Veel van onze werknemers komen gewoon met de fiets naar hun werk. Ze wonen bij hun families en het geld dat ze verdienen, blijft in de community.’
Toen hij eerder als ontwerper en inkoper in loondienst Noord-Bengalese fabrieken bezocht, zag hij op veel plekken arbeidsomstandigheden die hij schokkend vond, vertelt Tauhid. ‘Vooral vrouwen werden zeer slecht behandeld. Het was voor mij een belangrijke motivatie bij het oprichten van mijn eigen bedrijf – dat bood mij de kans hun sterk verbeterde omstandigheden te bieden.’ Dus richtte hij in één van de armste rurale gebieden ter wereld Classical Handmade Products BD (CHP) op – een bedrijf dat duurzaam geproduceerde tapijten, manden en woonaccessoires van natuurlijke materialen of gerecycled textielafval levert voor de internationale verkoop. ‘Daarbij hoopte ik andere ondernemers te inspireren hetzelfde te doen. ’
Samenwerken als sleutelwoord
Op de vraag hoe CHP een betere werkgever kan zijn, noemt Tauhid als eerste de sterke binding die hij heeft met non-gouvernementele organisaties (ngo’s). Zij stellen hem in staat de economisch meest kwetsbare mensen te vinden: veelal vrouwen die nooit eerder (waardig) werk hebben gehad en mensen met een lichamelijke handicap. Tauhid: ‘We willen vanzelfsprekend mensen vinden die echt gemotiveerd zijn om bij ons werken, maar we willen ook dat zij degenen zijn die het economisch gezien het meest nodig hebben. CARE Bangladesh heeft ons in de beginperiode geholpen die mensen te vinden. Wij bieden hun een gerichte opleiding aan en daarna krijgen ze een baan in de fabriek. Een ander voorbeeld van deze samenwerking is de betrokkenheid van ontwikkelingsorganisatie Woord en Daad. Zij speelt de komende jaren een rol in de selectie en training van jongeren die uiteindelijk nieuwe arbeidsplaatsen zullen vervullen in de fabriek.’ Volgend jaar zijn dat er al 800.

Een werkneemster van CHP (foto CHP)
Tauhid pleit, vanuit zijn ervaringen, voor meer samenwerking tussen het bedrijfsleven en ngo’s. ‘Als zakenmensen denken we vaak dat wij het zelf het beste weten, omdat wij degenen zijn die het geld verdienen. Maar mensen van buiten je bedrijf hebben een bepaalde kijk op en kennis van de maatschappij – en alle ontwikkelingen die daarin spelen – die heel helpend kan zijn. Dat kom je alleen te weten als je communiceert. Zoek elkaar dus op en kijk waar je elkaar kunt aanvullen.’
Hefboom voor andere partijen
De tweede pijler onder Tauhids onderneming is de betrokkenheid van investeerders die in zijn aanpak geloven, waaronder het Nederlandse Fair Factory Development Fund. Sociale ondernemingen met een dusdanig risico krijgen vrijwel geen leningen bij reguliere financiële instellingen, legt Tauhid uit. ‘In Bangladesh kijken banken naar de activa van het bedrijf, niet naar de omzet of de mogelijkheid voor een bedrijf om te groeien. Dus we moeten eerst iets opbouwen met ons eigen geld om een lening te kunnen krijgen. Maar in ons werk wordt alles vooruit betaald. Sommige materialen moet ik negen maanden van tevoren al inkopen – we werken met landbouwproducten, waarvan de prijzen sterk fluctueren. We hebben een stabiele prijs nodig om ons op de exportmarkt te kunnen begeven. Dat is de meerwaarde van deze fondsen: zij zijn op basis van hun waarden bereid risico te nemen én dienen als hefboom voor andere partijen om ook in te stappen.’
Garantie in onzekere tijden
Het helpt ook om samen te werken met inkopers die zijn overtuigingen delen, legt Tauhid uit. ‘Inmiddels hebben we 44 partijen die ons gegarandeerde orders bieden in economisch moeilijke tijden; met IKEA zijn de orders gegarandeerd tot 2024. Ze helpen ons ook bij het opzetten van verschillende sociale projecten die we alleen niet zouden kunnen uitvoeren. Een deel van de winst komt terug bij de gemeenschap, omdat deze partners het van belang vinden maatschappelijk verantwoord te ondernemen.’

Tauhid wil meer banen creëren voor vrouwen uit het platteland (foto CHP)
Bij IKEA bleef hij tot voor kort vakkundig uit de buurt, zegt Tauhid lachend. ‘Dat was mijn strategie om niet door een monster verorberd te worden. De gebruikelijke werkwijze van IKEA is dat fabrieken van een gediversifieerd aanbod naar één bepaald product gaan, dat dan in grote capaciteit geproduceerd kan worden. Bij mijn andere grote inkopers is de productiecapaciteit gesegregeerd, wat ik een voordeel vind.’ Wat is de precieze impact van dit partnerschap? ‘IKEA helpt me om meer banen te creëren voor vrouwen uit rurale gebieden in Bangladesh. Op dit moment werken er 450 mensen aan de IKEA-orders. In de komende 12 maanden komen er nog eens 600 banen bij. We zijn onze productiecapaciteit aan het uitbreiden, we zitten in een verbouwing voor ruim 7.800 vierkante meter extra oppervlakte. En we vergroten onze toeleveringsketen om zeker te zijn van voldoende ruwe grondstoffen. In twee jaar tijd zorgt dit partnerschap voor een enorme omzetverhoging.’
Sociale gelijkheid
‘We zijn op reis naar een meer gelijke wereld,’ schreef IKEA in haar persbericht over het partnerschap. Wat is Tauhids visie op deze reis? ‘Als je praat in termen van sociale gelijkheid… Vrouwen hebben hier een gemiddeld gezinsinkomen van ongeveer 5 euro, maar als ze bij ons werken kan dat oplopen tot 70 euro per maand. Een Duitse journalist kwam eens naar me toe en vroeg: “Waarom geef je slechts 70 euro en geen 220 euro?” Maar je kunt niet uit een bevoorrecht deel van de wereld komen en dan komen zeggen hoe het moet – excuus, ik neem geen blad voor de mond –, je móet iets begrijpen van de context van dit land. Bangladesh is één van de grootste kledingleveranciers ter wereld en de kledingindustrie is voor de minimumlonen in het hele land leidend. Ik kan de lokale economie niet verstoren, de industrie zal een hoge inflatie niet overleven. Dan raak ik de wortel van de gemeenschap.’
Hij hoopt dat Bangladesh een weg zal vinden uit de vervuilende kledingindustrie en dat ook andere industrieën een grotere kans krijgen. ‘Ik denk dat we écht over onszelf moeten praten. Willen we het land zijn waar we ons water zo vervuilen, waar de gezondheidszorg steeds meer nodig is voor mensen met kanker vanwege alle chemicaliën? Er is een wereldwijde mentaliteitsverandering nodig, en die vraagt een heel duidelijk antwoord van ons.’
Eerlijke toegang tot gezondheid als beste geneesmiddel
Waar kan Nederland binnen haar coherentiebeleid de komende jaren het beste op inzetten als het gaat om het aanpakken van Vaccin- en Mondiale Gezondheidsongelijkheid? En hoe kunnen we dit zo concreet mogelijk vormgeven? Deze vragen staan centraal tijdens de tweede editie van Het Grote Coherentiedebat op vrijdagmiddag 8 december in Dudok, Den Haag. Het debat is ook online te volgen.
Lees artikelRozen in de woestijn
In het hart van de woestijn, waar de hoop niet breed is gezaaid, bewijst Desert Roses dat er bloemen op de meest onverwachte plaatsen kunnen bloeien: ze daagt de bestaande normen uit, binnen een gemeenschap die meisjes als kapitaal ziet – om voor een vroeg huwelijk in te zetten. In Kenia laat Rael Lomoti ze nu door het meisjesvoetbal de kracht van het onderwijs inzien. Een reportage.
Lees artikelDonkere wolken?
Zelfs rasoptimist Paul van den Berg ziet weinig sprankjes hoop als hij door de lens van ontwikkelingssamenwerking naar de aankomende Tweede Kamerverkiezingen kijkt. In deze blog legt hij uit waarom, maar eindigt hij toch nog met een zonnestraaltje achter de wolken.
Lees artikel