Het boek Oeganda onder president Museveni van Arne Doornebal is onderhoudend en toegankelijk geschreven, maar het ontbreekt aan analyse en scherpte en bevat feitelijke onjuistheden.
Een jaar geleden wonnen president Yoweri Museveni en zijn regeringspartij, de Nationale Verzetsbeweging (NRM), de presidents- en parlementsverkiezingen in Oeganda. In de aanloop naar deze omstreden verkiezingen, waarbij minstens 54 mensen om het leven kwamen, [1] bracht Arne Doornebal een boek uit over Museveni’s regeerperiode. Doornebal werkte van 2007 tot 2014 als journalist in Oeganda. Tegenwoordig treedt hij geregeld op als Oeganda-expert en is hij werkzaam voor de Netherlands-African Business Council (NABC), een organisatie die de handelsbetrekkingen bevordert tussen Nederland en Afrika.[2] Ruim een jaar na de publicatie van Doornebals boek blijkt dat Museveni, die sinds januari 1986 Oeganda regeert, nog steeds geen middel schuwt om zijn macht te behouden. Vorige maand nog deelde oppositieleider Robert Kyagulanyi[3] via Twitter mee dat veiligheidstroepen hem opnieuw onder huisarrest hadden geplaatst. Daardoor kon Kyagulanyi niet deelnemen aan een verkiezingsbijeenkomst ten behoeve van een tussentijdse verkiezing in Kayunga, een district in Centraal-Oeganda.[4] Reden genoeg om alsnog het boek Oeganda onder president Museveni tegen het licht te houden.
Dat Doornebal sinds 2004 in Oeganda komt, kun je als lezer aan alles merken. Hij is vertrouwd met de Oegandese context die voor een buitenstaander zo ongrijpbaar kan zijn. Op een toegankelijke wijze beschrijft Doornebal verschillende problematieken die complex van aard zijn. Daarbij toont hij zich bewust van de valkuilen van eurocentrisme. Deze benadering getuigt van deskundigheid en betrokkenheid. Daarnaast trakteert hij de lezer op toepasselijk gekozen sfeerbeelden, waarin zijn passie voor Oeganda tot uiting komt. Een ander pluspunt is dat hij de van origine Nederlandse Mirjam Blaak-Sow als bron heeft kunnen opvoeren. Zij werkt sinds 2003 als ambassadeur van Oeganda in Brussel.[5] Deze vrouw, die sinds jaar en dag in zowel de Nederlandse als Oegandese wereld leeft, werpt een interessant licht op de politieke ontwikkelingen die Oeganda heeft doorgemaakt.
Eenzijdig in bronnenkeuze en feitelijke onjuistheden
Bovengenoemde pluspunten laten onverlet dat aan het boek ook een aantal minpunten kleeft. Zo is Doornebal soms eenzijdig in zijn bronnenkeuze. Het eerste hoofdstuk beschrijft de gewapende strijd die Museveni en de zijnen voerden van februari 1981 tot januari 1986. Deze strijd vond hoofdzakelijk plaats in Luweero, een dichtbebost gebied in Centraal-Oeganda, en staat daarom ook wel bekend als de ‘Bushoorlog van Luweero’. Alle geraadpleegde bronnen in dit hoofdstuk zijn gelieerd aan het kamp van Museveni dat de oorlog won. Dit levert een eenzijdige geschiedschrijving op en dat terwijl deze bushoorlog reeds tot in den treure is beschreven door bronnen die Museveni gunstig gezind zijn.[6] Het zou verfrissend zijn geweest als Doornebal ook bronnen aan het woord had gelaten met een alternatief of kritisch geluid ten aanzien van de wijze waarop Museveni aan de macht kwam.[7] Nu reproduceert hij hoofdzakelijk het geijkte succesverhaal van Museveni’s ‘bevrijdingsoorlog’.
Is het eerste hoofdstuk eenzijdig betreffende de aangehaalde bronnen, het tweede hoofdstuk bevat twee feitelijke onjuistheden die een Oeganda-expert van Doornebals statuur niet behoort te maken. Ten eerste rekent hij de Madi-bevolkingsgroep in Noordwest-Oeganda tot de Nilotische volkeren.[8] Dit is onjuist; de Madi behoren tot het Madi/Moru-taalcluster dat op zijn beurt valt onder de grotere familie van de Soedantalen.[9] Ten tweede stelt hij dat het opmerkelijk was dat Ronald Batta, een dokter van Madi-afkomst, zich tijdens de Bushoorlog van Luweero aansloot bij Museveni. Laatstgenoemde streed tijdens de jaren tachtig als rebellenleider in de bossen van Luweero tegen president Milton Obote. Deze wantrouwde de bevolkingsgroepen in Noordwest-Oeganda, waaronder de Madi, omdat zij in de jaren zeventig hadden behoord tot de clientèle van Obote’s voorganger en tegenstander Idi Amin.[10] Als gevolg daarvan konden leden van deze bevolkingsgroepen rekenen op de negatieve aandacht van het veiligheidsapparaat van Obote. Hierdoor zochten sommige Madi juist hun toevlucht tot het rebellenleger van Museveni.[11] Gelet op deze conflictdynamiek was het dus helemaal niet opmerkelijk dat een dokter van Madi-komaf zich aansloot bij Museveni.
De plank misslaan
Problematischer zijn de vergelijkingen die de auteur soms trekt. Wanneer Doornebal beschrijft dat oppositieleider Kyagulanyi in de zomer van 2018 slachtoffer werd van buitensporig politiegeweld, besluit hij: ‘Het fenomeen dat de politie een verdachte op weg naar de cel een paar rake klappen verkoopt, wordt overigens vrij algemeen geaccepteerd in Oeganda. Ook wanneer een ouder of een docent een kind lijfstraf geeft, leidt dat zelden tot ophef’.[12] Hier slaat Doornebal de plank mis. Dat het algemeen voorkomt dat de Oegandese politie opgepakte arrestanten mishandelt, betekent nog niet dat deze praktijk algemeen geaccepteerd wordt. De burgerbevolking heeft het maar te accepteren dat de politie zich gewelddadig gedraagt en haar macht misbruikt. Voor veel Oegandezen is de mishandeling van een volwassen volksvertegenwoordiger van een geheel andere orde dan een kind dat een corrigerende tik op de vingers krijgt. Daarin zit een groot verschil.
Ook in het laatste hoofdstuk, dat in mei 2021 bij de tweede druk van het boek is toegevoegd, kiest Doornebal voor een ongelukkige toonzetting. Hij beschrijft in dit hoofdstuk hoe Francis Zaake, een prominente oppositiepoliticus en partijgenoot van Kyagulanyi, op 16 januari 2021 in een legervoertuig werd afgevoerd en gemarteld. Het geschreeuw van Zaake was te horen voor Doornebal en andere omstanders. Hij eindigt deze passage met: ‘Ik vraag me vertwijfeld af wat er met het vriendelijke Oeganda is gebeurd. (…) Maar het martelen van een parlementslid [Zaake], op gehoorafstand van de wereldpers, gaat wel erg ver.’ Dat Doornebal zich afvraagt wat er is gebeurd met het ‘vriendelijke’ Oeganda is naïef. Oeganda’s verleden en heden staan namelijk bol van politiek gemotiveerd geweld en de marteling van Zaake vormt helaas geen geïsoleerd incident.[13] Oeganda is in politiek opzicht nooit een ‘vriendelijk’ land geweest. Dat hij stelt dat de gewelddadige arrestatie van Zaake ‘wel erg ver’ gaat is een understatement. We hebben het hier niet over een uit de hand gelopen plagerij op een schoolplein, maar een flagrante mensenrechtenschending.
Off-topic
Het grootste probleem ten aanzien van het boek is echter het volgende. De uitgave draagt als ondertitel: Hij [Museveni] verdreef een dictator. Wordt hij er nu zelf één? Echter, nergens beantwoordt Doornebal deze prangende vraag. Sterker nog, hij wijdt drie hoofdstukken die niets te maken hebben met deze vraagstelling. Hoofdstuk 7 behandelt de problematiek omtrent witte vrijwilligers uit het Westen die op ‘weeshuissafari’ gaan naar Oeganda. Het negende hoofdstuk gaat in op de ervaringen van Nederlandse bloemenboeren in Oeganda en hoofdstuk 10 beschrijft de sportieve successen van topatleet Stephen Kiprotich. Deze drie hoofdstukken zijn razend interessant, maar off-topic en helpen de lezer niet om een antwoord te krijgen op de vraag of Museveni is verworden tot een dictator.
De ruimte die deze drie hoofdstukken in beslag nemen, had de auteur beter op een andere manier kunnen gebruiken. Waarom behandelt hij niet de beruchte rellen van september 2009, waarbij minstens veertig mensen omkwamen?[14] Deze geweldsuitbarsting voerde terug op een lang sluimerend conflict tussen enerzijds de centrale overheid en anderzijds koningsgezinde Baganda, Oeganda’s grootste bevolkingsgroep,[15] die wensen dat hun koninkrijk Buganda in Centraal-Oeganda autonomie krijgt. De slachting die in november 2016 plaatsvond in West-Oeganda, waarbij meer dan honderd mensen omkwamen,[16] ontbreekt eveneens in Doornebals boek. In dit conflict stonden aanhangers van het koninkrijk Rwenzururu en de centrale overheid lijnrecht tegenover elkaar. Het is bevreemdend dat gewelddadigheden van een dergelijke omvang onbesproken blijven, terwijl ze juist een belangrijke breuklijn laten zien tussen enerzijds een centralistische en repressieve overheid die de eenheidsstaat wenst te behouden en anderzijds gemeenschappen die streven naar autonomie.
Kortom, Oeganda onder president Museveni is een onderhoudend en toegankelijk geschreven boek en een uitermate geschikte introductie voor mensen die niet uitvoerig bekend zijn met Oeganda. Echter, mensen die op zoek zijn naar meer verdieping, nieuwe inzichten en een antwoord op de vraag in de ondertiteling moeten helaas op zoek naar andere bronnen.
Klaas Castelein bezocht Oeganda in 2008 voor het eerst. Van 2009 tot 2011 woonde en werkte hij in Oeganda. Castelein schreef twee boeken over Oeganda: een populair-wetenschappelijke studie over de burgeroorlogen in Noord- en Oost-Oeganda (Zo scherp als een pijl, Het verhaal van de Arrow Boys uit Oost-Oeganda, uitgegeven in 2014) en een historische roman die zich afspeelt in Oeganda (Moerasgrond, uitgegeven in 2019). Hij schrijft deze boekrecensie op eigen titel. De recensie geeft niet de zienswijze weer van een werkgever of stichting.
Fotobijschrift. Oppositiegezinde kiesgerechtigden in Nateete, een buurt in Zuidwest-Kampala, doen hun beklag bij een journaliste tijdens de presidents- en parlementsverkiezingen van februari 2011. Zij ervaarden de komst van de militaire politie bij het stemlokaal als onnodig en intimiderend (foto van Klaas Castelein die voornoemde verkiezingen als internationaal waarnemer monitorde).
Titel: Oeganda onder president Museveni
Auteur: Arne Doornebal
Uitgeverij: Elikser
Uitgave: Paperback, 218 blz.
ISBN: 978-94-6365-290-2
Prijs: €19,50
[1] Al Jazeera, Ugandan opposition leader Bobi Wine ‘under house arrest’, geplaatst op 14 december 2021, geraadpleegd op 11 januari 2022.
[2] Arne Doornebal, Oeganda onder president Museveni, Hij verdreef een dictator. Wordt hij er nu zelf één?, uitgegeven in november 2020, blz. 211-213. Voor meer informatie over het profiel van Arne Doornebal, bezoek zijn website: http://arnedoornebal.com. Voor meer informatie over de NABC, bezoek: https://nabc.nl.
[3] Voordat Kyagulanyi de politiek in ging, maakte hij carrière als zanger. Zijn artiestennaam luidt ‘Bobi Wine’. Kyagulanyi staat aan het hoofd van het Nationale Eenheidsplatform (NUP), Oeganda’s grootste oppositiepartij.
[4] Al Jazeera, Ugandan opposition leader Bobi Wine ‘under house arrest’, geplaatst op 14 december 2021, geraadpleegd op 11 januari 2022.
[5] Diplomat Magazine, The Ambassador of Uganda, H.E. Ms. Mirjam Blaak, geplaatst op 10 juli 2013, geraadpleegd op 11 januari 2022.
[6] In dit verband valt onder meer te denken aan de volgende boeken: Ondoga ori Amaza, Museveni’s long march from guerrilla to statesman, uitgegeven in 1998; Matayo Kyaligonza, The agony of power, uitgegeven in 2006; Yoweri Kaguta Museveni, Sowing the mustard seed, The struggle for freedom and democracy in Uganda, herdrukt in 2007; Pecos Kutesa, Uganda’s Revolution, 1979-1986, How I saw it, herdrukt in 2008; Muhoozi Kainerugaba, Battles of the Ugandan Resistance, A tradition of maneuver, uitgegeven in 2010.
[7] In dit verband kan bijvoorbeeld worden gedacht aan het relaas van China Keitetsi dat de titel Ik was een kindsoldaat draagt (in het Engels uitgegeven als Child soldier). Keitetsi werd als kindsoldaat onvrijwillig gerekruteerd door de strijders van Museveni en seksueel misbruikt. Haar memoires maken op pijnlijke wijze duidelijk dat Museveni’s rebellenleger in de bush van Luweero een alles behalve schone strijd voerde.
[8] Arne Doornebal, Oeganda onder president Museveni, Hij verdreef een dictator. Wordt hij er nu zelf één?, uitgegeven in november 2020, blz. 40.
[9] Richard Nzita en Mbaga Niwampa, Peoples and cultures of Uganda, herdrukt in 1998, blz. 143-146.
[10] De wortels van Amin lagen in Noordwest-Oeganda. De Kakwa en Lugbara waren twee andere bevolkingsgroepen in Noordwest-Oeganda die met Amins regime werden geassocieerd.
[11] Pecos Kutesa, Uganda’s Revolution, 1979-1986, How I saw it, herdrukt in 2008, blz. 18 en 19. Ondoga ori Amaza, Museveni’s long march from guerrilla to statesman, uitgegeven in 1998, blz. xiv-xviii.
[12] Arne Doornebal, Oeganda onder president Museveni, Hij verdreef een dictator. Wordt hij er nu zelf één?, uitgegeven in november 2020, blz. 200.
[13] Zo arresteerde de Oegandese politie oppositieleider Kizza Besigye in april 2011 op gewelddadige wijze. Besigye werd daarbij met pepperspray in zijn ogen gespoten, waardoor hij tijdelijk blind raakte. The Guardian, Ugandan opposition leader temporarily blinded in teargas raid, geplaatst op 28 april 2011, geraadpleegd op 11 januari 2022.
[14] Human Rights Watch (HRW), Uganda, 5 years on, No justice for police killings, geplaatst op 10 september 2014, geraadpleegd op 11 januari 2022.
[15] Volgens een schatting uit 2014 vormen de Baganda met 16,5% de grootste gemeenschap van de Oegandese bevolking. Central Intelligence Agency (CIA), The World Factbook, Uganda, voor het laatst bijgewerkt op 29 december 2021, geraadpleegd op 12 januari 2022.
[16] HRW, Uganda, No justice for 2016 Kasese massacre by security forces, geplaatst op 10 oktober 2018, geraadpleegd op 11 januari 2022.
Afstemmen met Afrika
Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.
Lees artikelDavid Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden
Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.
Lees artikelPinksterzaterdag op de A12
Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’
Lees artikel