Door:
Sarah Haaij

17 februari 2022

Tags

Ethiopië is de donor-darling van Nederland, het land dat het meeste geld (zeker negentig miljoen euro) uit de ontwikkelingspot ontvangt – en sinds 2020 in een bloedig conflict is verzeild. Verderop, in hulpafhankelijk Afghanistan, maken de Taliban de dienst uit. Het stelt politici voor ethische en praktische dillema’s. Een interview met Alexander Hammelburg, Tweede Kamerlid van D66. ‘Ik voel veel meer voor sancties die niet de hele bevolking raken.’ Ondertussen is de bilaterale hulp van Nederland aan Ethiopië opgeschort.  

In het kader van ons For the Public Good-dossier legt Vice Versa de kwestie aan Tweede Kamerlid Alexander Hammelburg voor, die bij D66 verantwoordelijk is voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking. ‘Uiteraard’, zegt hij, ‘moet je alles eraan doen om steun aan mensenrechtenschendende regimes te vermijden, maar ga nooit rücksichtslos snijden of plussen in de ontwikkelingshulp aan een land.’

Voordat hij een jaar geleden Kamerlid werd, liep Hammelburg in de wereld van de internationale samenwerking en mensenrechten rond. Als werknemer van COC Internationaal stond hij op de bres voor lhbti-rechten en het maatschappelijk middenveld wereldwijd.

Alexander Hammelburg (foto Martijn Beekman / D66)

Dat Hammelburg daar een tikkeltje activisme van heeft meegenomen, blijkt wanneer hij het interview – nog vóór de eerste vraag – aangrijpt om een punt te maken: ‘Over dat thema, de rol van de staat in ontwikkelingssamenwerking, wil ik wel iets kwijt’, zegt hij. ‘Als je de grondoorzaken van armoede en ongelijkheid aan wilt pakken, en daar is ontwikkelingshulp voor bedoeld, dan heb je alle actoren nodig. Van het middenveld, de nationale overheden en ambassades tot aan de VN.’

Tot zijn ongenoegen ziet hij in het huidige ontwikkelingsdebat weinig ruimte voor een breder, ‘genuanceerd’ gesprek over de vraag hoe en via welk kanaal je nu het beste hulp kunt geven – zeker als het over steun gaat voor landen zoals Ethiopië, Myanmar en Afghanistan, waar op dit moment grove mensrechtenschendingen de hulpvraag op scherp zetten.

‘Politiek zie je dan dat het onderwerp in oneliners verzandt’, zegt Hammelburg. ‘“Geen cent naar de Taliban!” riep de VVD tijdens het laatste debat over noodhulp aan Afghanistan. Terwijl het over de vraag ging hoe we kinderen en vrouwen het beste via internationale organisaties de Afghaanse winter door kunnen helpen. Zo’n statement klinkt natuurlijk lekker, maar dient vooral de politieke agenda. Waar we het werkelijk over moeten hebben is hoe we zorgen dat mensen wereldwijd – daar en híer – veilig zijn.’

Een land waar die veiligheid ongekend snel afbrokkelt is Ethiopië. Wat waren de verwachtingen hooggespannen toen Abiy Ahmed in 2018 premier werd en terstond de Nobelprijs voor de Vrede mocht ophalen. Een kleine vier jaar later ligt die vooruitgangsdroom in duigen: het conflict tussen de Ethiopische regering en de noordelijke Tigray-regio kent alleen maar slachtoffers, van massamoord tot etnisch en seksueel geweld. Van alle mensen in hongersnood, wereldwijd, bevindt momenteel tachtig procent zich in Tigray.

Volgens de Verenigde Naties is in het kruisvuur van het Ethiopische conflictgebied een humanitaire crisis van ongekende proporties gaande. Maakt u zich – net als de VN en collega Sjoerd Sjoerdsma, die eerder in 2021 Kamervragen over de situatie in het land stelde – ook grote zorgen?

‘Zeer zeker. Ook ik heb het afgelopen jaar vragen gesteld over de situatie in Ethiopië, net als over Myanmar en Afghanistan. De voornaamste vraag is: hoe zorgen we er allereerst voor dat de noodhulp in die landen doorgezet kan worden? Hoe zorgen we ervoor dat de bevolking die bedreigd wordt met hongersnood, in al deze drie gevallen, wordt beschermd? Niet alleen door Nederland, maar in internationaal verband.’

Nederland heeft extra noodhulp toegezegd voor Ethiopië, zowel vorig jaar (vijftien miljoen euro) als komend jaar. Zoals u net zei: deze hulp aan landen in conflictsituaties roept ook weerstand op.

‘Natuurlijk komt de vraag boven of je met je hulpgeld niet indirect ook de mensenrechtenschendende partijen steunt, maar éérst moeten we mensen en vrede centraal stellen – langs die lijn kijk je vervolgens gezamenlijk wat effectief is.

‘En, ja: dan kun je je in het geval van Afghanistan afvragen of je de vrede wel waarborgt, als je daar allerlei publieke diensten van de Taliban gaat ondersteunen. Dus kijken we verder; er zijn zoveel manieren om direct de bevolking te steunen, zonder Taliban.’

En Ethiopië?

‘Ongelukkig genoeg weten we nog veel minder over wat zich daar precies afspeelt. Dat gebrek aan informatie maakt het beoordelen over hoe je intervenieert heel ingewikkeld, dus moet je eerst zorgen dat je je informatiepositie versterkt. De Nederlandse ambassade in Addis Abeba zit daar bovenop.’

Wat zijn dan de hulpoverwegingen op zo’n moment? Ethiopië is een ontwikkelingspartner van Nederland, kun je de overheid wel of niet blijven steunen?

‘In dit geval hebben we te maken met een land dat weigert internationale organisaties toegang te geven en dat weigert hulp binnen te laten. Tegelijkertijd horen we berichten over seksueel misbruik, verkrachting en geweld. Nou, dan heb je een probleem. Je zult je hulpstromen tegen het licht moeten houden en ze anders moeten organiseren.

‘Hoe? Het maatschappelijk middenveld, de ngo’s, díe moet je blijven dienen, maar de hulpgelden richting ministeries moet je bekijken en kun je desnoods bevriezen. Je moet er daarna wel voor zorgen dat het geld op een andere manier alsnog bij de bevolking belandt! Stel dat je een hulpbudget bij het ministerie van Onderwijs weghaalt, dan kijk je of er VN-organisaties of ngo’s zijn die de budgetten wel lokaal kunnen inzetten.’

Daar zitten risico’s aan…

‘Natuurlijk, je verplaatst hulp niet zomaar een-op-een. Als je ergens geld weghaalt, heeft dat meteen impact. Er zullen kinderen voor een dichte schooldeur komen te staan. Van die gevolgen moet je je bewust zijn en je moet een afweging maken – die altijd ingewikkeld is.’

 Inmiddels is er besloten de directe hulp aan de Ethiopische overheid helemaal stop te zetten. De eerste stap kwam van toenmalig minister Kaag, die in 2020 besloot alle hulp die bij overheden in Tigray terechtkwam (2,8 miljoen euro) te bevriezen. Is dat een proces?

‘Dit was een reactie op de vele berichten over grove mensrechtenschendingen. Kaag zei altijd, bij zulke zware gevallen: “Ik zet de hulp stop en wil dan een gedegen onderzoek, daarna kijken we verder.” Dat deed ze niet alleen in situaties die we nu bespreken, maar ook bij berichten over ernstig seksueel misbruik binnen een hulporganisatie. Dat hoort bij goed bestuur, vind ik: zo laat je zien dat niemand met slecht gedrag wegkomt.

‘Wel of geen hulp, en via welk kanaal? Het is een afweging die je per zaak steeds opnieuw maakt, samen met de hele donorgemeenschap. Je blijft de situatie monitoren. De geldkraan helemaal dicht- of opendraaien, zo simpel is het nooit.’

Is hulp, zo bezien, ook een politiek drukmiddel, een stok om diplomatiek mee te slaan?

‘Daar moet je erg voorzichtig mee zijn. Het doel van hulp is een bijdrage te leveren bij het creëren van veiligheid en stabiliteit voor mensen ter plaatse. Ik voel dan ook veel meer voor gerichte sancties tegen personen en sectoren die verantwoordelijk voor de problemen en schendingen zijn, sancties die dus niet de hele bevolking raken.

‘Als je hulp echt als drukmiddel gebruikt, kom je op een hellend vlak terecht. Zoiets zag je in Tanzania: daar besloot een grote donor (Denemarken, red.) na homofobe uitspraken van een politicus alle hulp stop te zetten. De Tanzaniaanse lhbti-gemeenschap kreeg vervolgens de schuld in de schoenen geschoven en er ontstond een enorme backlash tegen die mensen. Dus op het moment dat jij hulp en noodhulp politiseert, zullen anderen het ook doen – en voor je het weet raak je in een soort ontwikkelingshulpoorlog verzeild, met alleen maar verliezers.’

Voor Afghanistan is er intussen een grootschalig noodhulptraject opgetuigd. Ook naar Ethiopië gaat steun, toch lijkt er minder aandacht voor de noodsituatie daar. Staat het voldoende op de Haagse agenda?

De Kamervragen die vorig jaar over Ethiopië zijn gesteld, zijn naar mijn idee goed beantwoord. Oftewel: ik ben tot zover tevreden met de Nederlandse inzet in Ethiopië. Tegelijkertijd mag onze aandacht absoluut niet verslappen.

‘Door het eerder genoemde informatiegebrek weten we ook minder over die situatie. En misschien krijg ik (bij de Kamercommissie voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, red.) daardoor ook wel minder uit het middenveld terug over hulpzaken in Ethiopië die onze aandacht vragen.’

Moet u als Kamerlid méér doen?

 ‘We hebben rondetafelgesprekken over Ethiopië georganiseerd, net als over Myanmar, waarbij ik actief experts uit het veld heb aangedragen… maar dan zie je elke keer weer dat er maar weinig Kamerleden komen opdraven. Natuurlijk kun je als politicus niet overal mee bezig zijn, maar bij zulke grootschalige problemen – van zo’n omvang, zo’n gewicht – is het toch wel stuitend dat die aandacht er niet is.

‘Vervolgens zie je wel dat politici, op rechts en links, met een oordeel klaarstaan zonder de casus goed te kennen. Nou, dat is schadelijk voor de mensen daar, voor de stabiliteit in die landen, in de regio en uiteindelijk voor de veiligheid van ons allemaal.’

kader 

Ethiopië is de grootste ontvanger van Nederlandse hulpgelden: in 2021 stond er maar liefst 90,5 miljoen euro directe hulp (via landenprogramma’s) voor gereserveerd. Kijk je ook naar geld dat via regionale of wereldwijde programma’s loopt, dan is er nog een budget van zeker 559 miljoen* euro waar Ethiopië van meeprofiteert. Deze hulp wordt ter plaatse uitgegeven via ngo’s en multilaterale organisaties, maar ook bilateraal, via de Ethiopische overheid, voorheen een betrouwbare partner voor veel donoren. Sinds het conflict in Tigray is die bilaterale hulp aan banden gelegd.

 ‘Door de verslechtering van de situatie en de afkondiging van de noodtoestand in Ethiopië begin november 2021’, meldt de woordvoering van Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, ‘is er besloten om alle (directe èn indirecte) betalingen voor de rest van 2021 die via de Ethiopische overheid lopen op te schorten.’ In een eerder stadium was al besloten rechtstreekse financiering van programma’s die via de Ethiopische overheid plaatsvonden, via andere partners zoals de Wereldbank of de VN te laten lopen.

Op de vraag welk bedrag nu is opgeschort, zegt het ministerie door de complexiteit van de geldstromen geen exact antwoord te kunnen geven. Voorbeelden van projecten die zeker geraakt worden zijn het Productive Safety Net Programme, om voedselonzekerheid tegen te gaan, dat geïmplementeerd wordt door het Ethiopische ministerie van Landbouw (Nederlandse bijdrage in 2021: circa 4,5 miljoen euro) en een project met het Ethiopische ministerie van Gezondheidszorg (van zo’n elf miljoen).

Dit jaar, in 2022, vindt er een nieuw weegmoment plaats voor de Nederlandse ontwikkelingssamenwerking met Ethiopië, waarbij wordt gekeken naar de vooruitgang in het bereiken van een staakt-het-vuren, een einde aan de mensenrechtenschendingen, verantwoording door daders en vooruitgang in de humanitaire toegang.

 * Dit bedrag is opgevraagd bij het ministerie. Het gaat om programma’s waarbij tien procent of méér van het programmabudget naar Ethiopië gaat.

 https://viceversaonline.nl/site/wp-content/uploads/2021/10/dossier-logo-for_the_public_good.jpg

De uitbraak van Covid-19 heeft wereldwijd tot een herwaardering van de publieke sector geleid. Wat betekent dit voor internationale samenwerking en het Nederlandse beleid in het bijzonder? Hoe kunnen we het beste bijdragen aan een goed functionerende publieke sector in onze partnerlanden? In het kennisdossier For the Public Good diepen we dit onderwerp verder uit.

For the Public Good is een initiatief van IRC, Edukans, Simavi en Vice Versa.

Afstemmen met Afrika

Door Ruerd Ruben | 06 juni 2023

 Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.

Lees artikel

David Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden

Door Yvonne van Driel | 05 juni 2023

Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.

Lees artikel

Pinksterzaterdag op de A12

Door Hans Beerends | 31 mei 2023

Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’

Lees artikel