Door:
Paul Hoebink

28 maart 2022

Categorieën

Tags

De inspectiedienst IOB draait om de hete brij heen en heeft angst om ‘echte’ zaken aan te pakken, schrijft hoogleraar Paul Hoebink in zijn bespreking van de langverwachte evaluatie van het Nederlandse handels-en investeringsbeleid. ‘Dat is echt teleurstellend bij zo’n majeure evaluatie-exercitie, en jammer.’

Liesje Schreinemacher, de nieuwe minister voor Buitenlandse Handel en Ontwikkelingssamenwerking, mag gelukkig zijn: direct bij haar aantreden ligt er een 257 pagina’s tellende evaluatie klaar, met de brede titel Trading interests and values (de Nederlandse titel van de samenvatting luidt: Handel, belangen en waarden: Evaluatie van het Nederlandse handels- en investeringsbeleid).

Die evaluatie is van haar eigen evaluatiedienst en die heeft het handels- en investeringsbeleid van het afgelopen decennium onder de loep genomen. Dat zou haar een goede start kunnen geven om dit beleid met gezwinde spoed nieuwe vormen te geven. Ik geef toe: de historie spreekt dat hard tegen, want in het verleden waren er eigenlijk nooit ministers die zich ook maar iets van die rapporten van de eigen evaluatiedienst aantrokken, hoe omvangrijk of relevant die misschien ook waren.

Zou de nieuwe minister er dus wijs aan doen haar voorgangers te volgen, is misschien dan ook bij dit rapport de hamvraag. Daartegen zou natuurlijk pleiten dat de inspectie (IOB) weer een ware zware oefening heeft afgeleverd, goed gedocumenteerd om vijf casestudies van handels- en investeringsbeleid in de diepte te bestuderen, die gaan over vijf belangrijke terreinen waarop Nederland het meest actief zou zijn geweest, waar Nederland dus veel diplomatieke activiteit in zou hebben geïnvesteerd, zoals handelsbelemmeringen, investeringsbescherming en economische partnerschappen met Afrika.

Daar eiste Nederland een grotere transparantie, liberaler standpunten en een juiste uitvoering van het beleid, met gelijkgezinde partners, met meer en minder succes. De beleidsdoelstellingen waren weliswaar breed geformuleerd, maar er ontbrak een heldere, daaruit afgeleide strategie, het ontbrak aan een afwegingskader, er was een tekort aan staf, maar toch: er waren kleine en grotere resultaten.

Vaag omschreven

Als ik nu bij de minister op de kamer zou worden geroepen (vrees niet, lieve lezer: dat gaat niet gebeuren), dan zou ik zeggen: ‘Sorry, minister, dit helpt u niet echt. Volg uw voorgangers.’ Daarvoor heb ik een wetenschappelijk argument, dat u (en misschien ook de minister) weinig interesseert.

Nergens wordt goed duidelijk gemaakt waarom dit nu de belangrijkste onderwerpen zijn die geëvalueerd moesten worden op het terrein van handels- en investeringsbeleid, behalve dat ze zijn geselecteerd op basis van interviews en ‘de relevantie van de onderwerpen’.

Of ze representatief zijn voor dat handels- en investeringsbeleid en of we van daaruit kunnen oordelen of de verbreding van de taak van de minister voor Ontwikkelingssamenwerking succesvol was, kunnen we dus niet weten. De selectie vager omschrijven kan niet, maar ik zal u niet verder vermoeien met hoe zo’n selectie wel verantwoord had kunnen of had móeten worden.

Wat eigenlijk het meest stoort is dat de inspectie om de hete brij heen draait, echte hot issues op het terrein van handel en investeringen vermijdt. Wat handelsbeleid betreft waren er toch in de afgelopen jaren de door minister Ploumen met veel bombarie geïntroduceerde en vol elan gepushte convenanten voor maatschappelijk verantwoord ondernemen, misschien wel het beste van haar erfenis.

Wat zijn de resultaten daarvan, heeft het werkelijk verandering gebracht in de handel in textiel en kleding of zeldzame grondstoffen, zijn banken en verzekeringsmaatschappijen anders gaan investeren, hoe denken het bedrijfsleven en VNO-NCW nu over deze convenanten?

De inspectie verstopt zich liever

Een evaluatie ervan had minister Schreinemacher kunnen helpen om te zien hoe ze ermee verder kan gaan, op welke terreinen er misschien nog meer van dit soort akkoorden nodig zijn. (De handelsovereenkomst met Canada, óók een hot issue uit de tijd van Ploumen, komt overigens ten dele wel in het rapport voor, maar niet de (on)diepte van het Nederlandse debat daarover.)

Dat ontwijken van de hot issues geldt in het kwadraat voor het investeringsbeleid en de investeringspotjes die Ontwikkelingssamenwerking al meer dan 55 jaar financiert. Nooit, maar dan ook nooit heeft de inspectie gewaagd om daar een evaluatieloep op te zetten.

Ondanks de titel van het rapport gebeurt dat ook nu weer niet. Er is toch heel wat discussie geweest over het Dutch Good Growth Fund of over de FMO in de afgelopen jaren, maar blijkbaar heeft de inspectie angst om ‘echte’ zaken aan te pakken en verstopt ze zich liever achter een analyse van wat er verderop in Brussel en Genève gebeurt.

Dat is echt teleurstellend bij zo’n majeure evaluatie-exercitie, en jammer. Het had anders gekund en gemoeten en dat stuurt uiteindelijk dan toch richting het advies: ‘Minister Schreinemacher, misschien, ik weet het niet helemaal, maar uw voorgangers…’

Paul Hoebink is gasthoogleraar bij de master Sustainable Development van de Hochschule Rhein-Waal in Kleve

Programma Partindag 2023 verbreedt jouw blik

Door Yvonne van Driel | 15 september 2023

Het programma van de Partindag is bekend. Ook dit jaar verbreedt deze dag jouw blik. Hans Beerends, Ellen Mangnus, Marc Broere en Danielle Hirsch trappen de dag af. Het drietal Beerends, Mangnus en Broere werpt het licht op 50 jaar mondiaal activisme en Hirsch gaat in een gesproken column in op hoe informatie tot verandering kan leiden. En er is keuze uit 10 workshops. Voor ieder wat wils. De Partindag is op zaterdag 30 september in Nijkerk en begint om 10.00. Dit jaar georganiseerd Partin de ontmoetingsdag samen met Vice Versa.

Lees artikel

De klimaattop van Nairobi: een gedeeld Afrikaans bericht

Door Emmanuel Mandebo | 08 september 2023

Bij een historische samenkomst van Afrikaanse leiders op de Keniaanse top hebben ze de Verklaring van Nairobi uitgegeven: een oproep om klimaatverandering wereldwijd tegen te gaan, met Afrika als belangrijke speler in het midden gepositioneerd.

Lees artikel

Op de bres voor de kleine boer

Door Elizabeth Kameo | 07 september 2023

‘Wie in Afrika woont,’ stelt Shungu Kanyemba, ‘weet dat tachtig procent van onze bevolking van economische activiteiten uit het achterland afhankelijk is. We hebben allemaal wel een neef die nog steeds op het platteland werkt, als boer, en elke keer als je er langsgaat realiseer je je dat het leven er niet verandert. Ze maken de bakstenen nog *altijd op dezelfde manier! En dàt mag weleens omgegooid worden.’

Lees artikel