Door:
Dicky Nieuwenhuis

14 maart 2023

Categorieën

Tags

Deel vier van de blogserie over hoe je ervoor kunt zorgen dat er binnen projecten en programma’s aandacht is voor de meest kwetsbare mensen die nu meestal nog worden buitengesloten, ook door ontwikkelingsorganisaties. Vandaag het woord aan Dicky Nieuwenhuis, directeur van SeeYou.

Een zware walm valt over ons heen als we de grootste vuilnisbelt van Addis Abeba in de wijk Koshe binnenlopen. Voor ons stapelt het vuil zich op – bergen van misschien wel dertig meter hoog. Op de top van de afvalbergen steken de profielen van zoekende kinderen en rondcirkelende aasgieren zich scherp af. Een stroompje pikzwart water baant zich een weg langs een wijk van hutten, gebouwd van materiaal dat gevonden is op de vuilnisbelt. Kinderen rennen lachend door de steegjes, tienermeiden kijken ons zwijgend aan, een oude man steekt zijn hand op. Welkom in Koshe, de afvoerput van Addis.

‘We zijn vanmiddag de grens van menselijkheid naar onmenselijkheid gepasseerd,’ zegt reisgenoot Betteke de Gaaij Fortman later die middag. Ze raakt de kern. Gezinnen, ouderen, kinderen die in de bagger van het afval van de stad leven. Geen water. Geen toilet. Criminaliteit en geweld tieren welig op en rond deze stinkende bergen troep. Een flink deel van de kinderen is betrokken bij drugshandel en criminele activiteiten. Of op z’n best graven ze de hele dag in de afvalberg, op zoek naar verkoopbare materialen. De ‘gangsters’, zoals de kampioenen afval zoeken worden genoemd, verdienen hiermee zo’n 4 euro per dag.

Terwijl ik voorzichtig door de steegjes schuifel, om te voorkomen dat mijn sneakers in de bagger wegzakken, denk ik aan de opmerking van een Ethiopische collega eerder die week. ‘Pasgeboren gehandicapte baby’s worden in de armste gebieden in Ethiopië vaak snel uit de weg geruimd.’ Ik skip de gedachte hoe dat hier in Koshe gaat.

De feiten over Koshe staan zakelijk opgeschreven in het rapport dat Woord en Daad liet maken over de sloppenwijk en haar bewoners. Onderzoeksbureau OSSREA bracht de informatie bij elkaar. De droge feiten zijn al schokkend. Diepe armoede. En eigenlijk op alle zorgelijke gebieden slaat de wijzer bij Koshe rood uit: ziekte, handicap, seksueel misbruik, gedwongen prostitutie. Maar als de feiten een gezicht krijgen, voel ik het tot in het diepst van mijn vezels: zó leven verdient geen enkel mens.

‘Inspire to make a difference’

De grens tussen menselijkheid en onmenselijkheid ligt letterlijk op een steenworp afstand. Een klein, stenen gebouw, waar dagelijks een groep kinderen uit Koshe les krijgt. Motor achter de kleine school is Shimelis; een man met scherpe ogen, die met handgebaren en in vloeiend Engels spreekt. ‘Daar woonde ik jarenlang,’ wijst hij als we aan de rand van de afvalberg staan. ‘Toen ik kind was, vluchtten mijn ouders naar Addis. Mijn moeder had lepra. We waren straatarm, en belandden hier in Koshe.’

De jonge Shimelis Mekonnen – die zichzelf kortweg Shimmy noemt – grijpt iedere kans die hij krijgt op onderwijs aan. Op zijn achttiende verschijnt God in een droom. Dat verandert zijn leven. ‘Sindsdien weet ik dat mijn roeping hier bij de mensen van Koshe ligt.’ Shimelis start, naast zijn baan als docent aan een doveninstituut, een school aan de rand van de vuilnisbelt.

Twintig kinderen zitten dagelijks in de schoolbanken, ook in vakantietijd. Aan de wand in het klaslokaal hangt een spreuk: Inspire to make a difference. ‘Ik ben een soort zendeling,’ zegt Shimelis met een brede lach. ‘Wat ik mensen mee wil geven? Vraag je eens af: als jij aan het einde van je leven terugkijkt, voor wie heb jij dan het verschil gemaakt?’

Terugtrekkende overheid

De Koshe-vuilnisbelt is een hersenkraker voor hulporganisaties, lokale overheden en andere instanties, blijkt als zo’n twintig betrokkenen rond de tafel aanschuiven, op uitnodiging van Woord en Daad. De overheid probeerde wel eens wat, maar trekt zich al jaren terug. Er werd een poging gedaan om de afvalberg te verplaatsten naar de rand van de stad, maar dit leverde forse protesten op. Het plan stierf een zachte dood. Tientallen hulporganisaties bieden al jaren op kleine en grotere schaal hulp aan de circa 4.000 kinderen en volwassenen die dagelijks wonen en werken op de berg afval.

‘Ethiopië ontvangt al vijftig jaar hulp van buitenaf,’ stelt de Ethiopische gespreksleider Ephrem Shiferaw vast. ‘Kijk naar Koshe, heeft het iets fundamenteel veranderd? Wij zullen zélf met goede oplossingen moeten komen.’

Als ik naar de discussie luister, en op me in laat werken welke zaken ten grondslag liggen aan de diepe ellende in Koshe, duizelt het me. Mensenhandel, trek naar de stad van mensen die vanwege oorlog op drift raken, een terugtrekkende overheid, hulporganisaties die ieder hun eigen ding doen. Ís er eigenlijk wel een oplossing voor Koshe?

De Shimmies van deze wereld

Diverse oplossingen gaan over tafel. Hulpverleners, ambtenaren en sociaal werkers praten actief mee. Ook Shimelis, de voormalige Koshe-bewoner, mengt zich actief in de discussie. Investeer in onderwijs, vaktraining en toegang tot werk, klinkt het. Train lokale politie en sociaal werkers hoe ze kunnen opereren in deze wijk. Zorg dat slachtoffers van mensenhandel weer worden verenigd met hun familie. Werk met rolmodellen. Bundel je krachten als ngo’s en zorg dat je de overheid aanspreekt en betrekt. Bied geestelijke zorg aan verslaafden.

‘Think big, act small,’ zo wordt uiteindelijk de discussie samengevat. Zonder een aanpak die de grondoorzaken aanpakt zal Koshe altijd de afvoerput blijven die het nu is. Dus denk na over een slimme strategie, waarbij de overheid wordt aangesproken op haar verantwoordelijkheid. Ook al is dat een traject dat wellicht jaren duurt. Maar vergeet daarnaast niet dat er al veel kleine, waardevolle stappen mogelijk zijn.

Zo zorgt HIWOT, een lokale ngo, ervoor dat 120 kinderen uit Koshe onderwijs krijgen, waaronder 10 kinderen met een beperking. Zou een eenvoudige vorm van community based rehabilitation en het samenbrengen van ouders al niet veel kunnen betekenen voor kinderen met een beperking? En tenslotte: denk niet top-down, maar start bij de lokale helden, oftewel de Shimmies van deze wereld. Dáár zit de energie voor echte verandering.

Aan het einde van ons bezoek kijk ik samen met Shimelis over de grauwe, troosteloze hopen afval van Koshe. ‘Waarom heb je ervoor gekozen om hier te blijven?’ vraag ik hem. ‘Je had ook een school in een andere wijk van de stad kunnen starten.’ Hij kijkt me aan. ‘Wie weet er nou beter dan ik wat de kinderen hier doormaken? Dit is mijn plek. Hier moet ik zijn.’

Dit is het vierde blog in een serie van 5. Het reisgezelschap wordt gevormd door Betteke de Gaay Fortman (adviseert ontwikkelingsinitiatieven vanuit haar eigen consultancybedrijf, Tunafasi, en is daarnaast directeur van Friendship Nederland), Dicky Nieuwenhuis (CEO van SeeYou), Henk van Stokkom (als adviseur betrokken bij verschillende vermogensfondsen die goede doelen financieel steunen, met name ook in de ontwikkelingssector), Rina Molenaar (CEO van Woord en Daad) en Wim Blok (kennisstrateeg bij Woord en Daad en als learning lead betrokken bij het beleidsthema ‘Reaching the unreached’).

Afstemmen met Afrika

Door Ruerd Ruben | 06 juni 2023

 Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.

Lees artikel

David Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden

Door Yvonne van Driel | 05 juni 2023

Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.

Lees artikel

Pinksterzaterdag op de A12

Door Hans Beerends | 31 mei 2023

Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’

Lees artikel