Door:
Elian Yahye

1 mei 2023

Tags

Iedereen heeft belang bij gendergelijkheid. Vier mannen uit drie verschillende continenten vertellen waarom ze zich feminist noemen, waarom de strijd tegen het patriarchaat ook een mannenzaak is en wat ze terug hopen te zien in het Nederlandse buitenlandbeleid. ‘Feminisme voelde als een bevrijding.’

Luis Lineo (46) heeft een drukke tijd achter de rug. Als partijsecretaris van het Feministiskt initiativ (F!) voerde hij de afgelopen weken campagne tijdens de Zweedse landelijke verkiezingen. F! is in 2005 opgericht met de strijd tegen het patriarchaat als raison d’être. De partij, die tot op heden geen parlementszetels heeft behaald, fungeert vooral als luis in de pels van de gevestigde politiek. ‘Wat me in het feminisme aantrekt is de kritische blik op de samenleving’, zegt Lineo.

Dit jaar haalde het rechtse blok – met daarin de extreemrechtse Zweden Democraten – een meerderheid van de zetels. De conservatieve leuzen deden het goed bij de kiezers: minder migratie, meer veiligheidscamera’s en hogere gevangenisstraffen. Lineo verzucht: ‘Allemaal stereotiep mannelijk, patriarchaal gepraat.’

Hij is sinds vijf jaar actief bij F! betrokken, maar hij is al een feminist vanaf zijn kinderjaren, al had hij daar toen de woorden nog niet voor. Hij is door zijn moeder opgevoed, zonder hulp van familie. ‘Ik zag met hoeveel onrecht zij te maken kreeg als jonge, alleenstaande vrouw.’ Hij vervolgt, met een knipoog: ‘Sindsdien stond ik altijd aan de kant van de vrouwen.’

Als tiener wist hij niet goed hoe hij zich tot z’n man-zijn moest verhouden. Hij ergerde zich vooral aan de stereotypen: ‘Ik had het gevoel dat ik in een hokje werd geplaatst.’ Hij speelde jarenlang fanatiek rugby – een ruwe, gewelddadige sport, typisch ‘mannelijk’. Hij vervolgt, lachend: ‘Maar ik hield ook van dansen. Dat vond iedereen dan weer gay.’

Toen hij ging studeren, ging er een wereld voor hem open: de feministische theorieën die hij op de universiteit ontdekte gaven hem het vocabulaire dat hij in zijn kindertijd miste. ‘Alle puzzelstukjes vielen op hun plaats.’

De slechte ervaringen van zijn moeder, de verstikkende genderrollen en het haantjesgedrag van sommige heteromannen stonden niet los van elkaar, maar waren onderdeel van een veel groter systeem: het patriarchaat. Sindsdien is hij een uitgesproken ‘ally’, een mannelijke bondgenoot. ‘Feminisme voelde als een bevrijding.’

Naast zijn politieke activisme werkt Luis Lineo als seksueel voorlichter en is hij betrokken bij Fanzingo, een mediahuis dat zich op jongeren in kansarme wijken richt. Ook werkt hij bij het secretariaat van de Europese afdeling van MenEngage, een internationale netwerkorganisatie die mannen bij gendergelijkheid probeert te betrekken. ‘Ik werk met tieners en jonge mannen van allerlei komaf.’

Luis LineoHij merkt dat er onder hen veel weerstand tegen de feministische beweging leeft. ‘Ze hebben het idee dat feministen vooral tégen mannen zijn.’ Dan, glimlachend: ‘Of ze verwijzen naar video’s van Andrew Tate.’

Die kickbokser en influencer is eerder dit jaar wegens misogyne uitspraken van verschillende sociale media verwijderd. De video’s van de zelfbenoemde ‘king of toxic masculinity’ zijn in totaal miljarden keren bekeken.

Dat antifeministische retoriek bij jonge Zweedse mannen aanslaat, is volgens Lineo paradoxaal genoeg deels een goed teken: ‘Het laat zien dat we gewonnen hebben.’ Feministische ideeën zijn in de Zweedse samenleving tot op zekere hoogte de norm geworden, ‘en antifeminisme wordt gezien als een manier om tegen het systeem te schoppen’, zegt hij.

Hun kritiek, ziet hij, heeft veelal niet direct met de inhoud te maken. ‘Die blijft redelijk oppervlakkig. Ze zeggen: “Waarom is het feminisme nodig? Vrouwen verdienen toch al genoeg?”’ Bovendien wordt het nooit duidelijk met welke feministische ideeën ze het eigenlijk níet eens zijn. Lineo is even stil. ‘Ik ben benieuwd of er specifiek beleid is dat ze boos maakt’, zegt hij dan. ‘Tot nu toe heb ik dat nog nooit gehoord.’

Het betekent niet dat er geen maatschappelijke problemen bestaan die mannen onevenredig hard raken. ‘Zeventig procent van alle zelfdoding vindt onder mannen plaats’, zegt hij, en ook worstelen ze vaker met eenzaamheid.

Alleen worden die problemen vaak óók door patriarchale ideeën veroorzaakt: dat het niet mannelijk is om over je gevoelens te praten, of dat je er pas toe doet als je veel presteert. ‘Ik zeg altijd: ik ben niet tegen mannen, ik ben vóór mannen. Ik wil niet dat ze doodgaan, of eenzaam zijn.’

Lineo is geboren in wat nu Oekraïne is. Zijn ouders, allebei uit Chili afkomstig, waren voor hun studie naar de Sovjet-Unie gegaan en hadden elkaar daar leren kennen. Toen hij twaalf was, emigreerde Lineo samen met zijn moeder naar Zweden. Verbijsterd zag hij begin dit jaar op televisie hoe Russische tanks zijn geboorteland binnenreden.

Oorlogsgeweld en gender, vertelt hij, hebben alles met elkaar te maken: ‘We zien dat jonge mannen hun land niet mogen verlaten, omdat ze in het leger moeten vechten.’ Vrouwen en kinderen hebben juist weer het meest te vrezen van een vijandige bezettingsmacht. ‘Zij worden het slechtst behandeld.’ Verkrachting en andere vormen van seksueel geweld, stelt VN-vertegenwoordiger Pramila Patten, ‘maken onderdeel uit van de Russische militaire strategie’.

Militarisme, zegt Lineo stellig, is per definitie niet feministisch. ‘Het is een patriarchale manier van met dingen omgaan. Het draait om macht, om dwang – het denken dat je problemen kunt oplossen met wapens.’ Hij wijst naar zijn koffiemok, waar een logo van de antikernwapenorganisatie ICAN op staat. ‘De kernbom is het ultieme patriarchale wapen, het ultieme machtsvertoon. Daarom bedreigt Poetin ons ermee.’

Ook Zweden heeft zich de afgelopen jaren tot militair machogedrag laten verleiden. Wapenexporten naar het buitenland zijn na een periode van daling weer aan het stijgen en het besloot in 2019 het TPNW-verdrag, dat een wereldwijd verbod op kernwapens nastreeft, niet te ratificeren.

En Lineo betreurt het dat zijn land, na een lange traditie van neutraliteit, nu lid wil worden van de Navo. Hij begrijpt die wens ergens wel, gezien het militaire avonturisme van Poetin, ‘maar de vraag is uiteindelijk: hoe maak je vrede duurzaam?’

Hij wijst op de astronomische bedragen die er jaarlijks wereldwijd aan wapens worden gespendeerd: in 2021 bedroegen de wereldwijde militaire uitgaven ruim tweeduizend miljard dollar. ‘Wat was er gebeurd als we een fractie van dat geld hadden gebruikt om vredesorganisaties in Rusland en Oekraïne te ondersteunen? Had déze toestand dan voorkomen kunnen worden?’

Zweden heeft sinds 2014 – als eerste land ter wereld – een feministisch buitenlandbeleid nagestreefd. De nieuwe rechtse regering liet in oktober weten daarmee te stoppen.

Margot Wallström, oud-minister van Buitenlandse Zaken en grondlegger van deze beleidsagenda, zei eerder dit jaar in een interview met PassBlue dat het ‘nu harder nodig is dan ooit’. Ze wijst daarbij op de verslechterende positie van vrouwen in autocratische landen èn in democratieën, zoals de VS.

Volgens Lineo was het feministische buitenlandbeleid een stap vooruit. ‘Er zijn goede resultaten geboekt’, zegt hij, maar toch was er sprake van een blinde vlek. Hij wijst naar de oorlog in Jemen, waar zich volgens de VN de meest acute humanitaire crisis ter wereld voltrekt.  ‘We geven hulp voor vredesopbouw en gendergelijkheid, maar tegelijkertijd verkopen we wapens aan Saoedi-Arabië en de Verenigde Arabische Emiraten… en die doden daar vervolgens Jemenitische vrouwen en kinderen mee.’

Zijn advies voor Nederland, dat sinds dit jaar ook een feministische beleidsagenda heeft omarmd, is kort en bondig: ‘Wees niet hypocriet.’ Feminisme behelst méér dan de klassieke thema’s, zoals onderwijs voor meisjes of toegang tot anticonceptie. ‘Je kunt prachtige SRGR-programma’s hebben, maar wat heb je eraan als je intussen geweld aanmoedigt?’

Sohanur Rahman (26) is een jonge activist pur sang: hij geeft leiding aan een Bengaals jongerenparlement, dat jongeren wegwijs maakt in het politieke systeem van Bangladesh en hen een platform biedt om met beleidsmakers in gesprek te gaan. Als coördinator van YouthNet for Climate Justice maakt hij zich hard voor de strijd tegen klimaatverandering.

Nadat hij een training van MenEngage volgde, is Rahman ook een uitgesproken feminist. Hij leerde dat klimaatverandering wordt veroorzaakt door een economisch systeem dat is gestoeld op uitbuiting en extractivisme, ‘en dat is weer onlosmakelijk verbonden met het patriarchaat’, zegt hij.

Sohanur Rahman

n Bangladesh, met zijn laaggelegen delta’s, zijn de gevolgen van een opwarmende aarde nu al te zien: drinkwater verzilt in rap tempo en orkanen komen steeds regelmatiger voor. In 2050 zal naar verwachting een op de zeven mensen gedwongen moeten verhuizen. Het roer moet radicaal om, ziet Rahman – en feministen en klimaatactivisten zijn daarom natuurlijke bondgenoten. ‘Feministen zien ook dat er systeemverandering nodig is.’

Niet iedereen in zijn omgeving deelt die mening. ‘Feminisme is een vies woord onder sommige mannen.’ Er bestaan veel misverstanden over wat het precies inhoudt: het zou een beweging tégen mannen zijn, of weer een neokoloniale modegril van het Westen. Die weerstand is soms vanuit religieuze overwegingen ingegeven. ‘Ze denken dat feminisme tegen het geloof ingaat.’

Zelf ziet Rahman geen conflict tussen de islam – de religie die door negentig procent van de Bengalen wordt aangehangen – en genderemancipatie. Hij wijst naar schrijver en activist Begum Rokeya, een van de meest vooraanstaande feministen in Zuid-Azië: ‘Zij was overtuigd moslim.’

Rokeya ging van deur tot deur om er bij families op aan te dringen hun dochters naar school te sturen. Haar organisatie Anjuman-e-Khawateen-e-Islam (Islamitische Vrouwenorganisatie) organiseerde debatten en bijeenkomsten over de maatschappelijke positie van vrouwen. ‘Feminisme is niet iets westers.’

Sterker nog: Bangladesh kent een lange geschiedenis van mannelijke voorvechters van vrouwenrechten. Neem de negentiende-eeuwse sociale en religieuze hervormer Raja Rammohan Roy. ‘Hij kreeg het voor elkaar dat weduweverbrandingen officieel werden afgeschaft.’ Of Ishwar Chandra Vidyasagar, een schrijver en leraar die zich hard maakte voor het recht van weduwen om te hertrouwen en voor de afschaffing van kindhuwelijken.

Beide mannen waren prominente figuren tijdens de Bengaalse Renaissance, een sociaal-culturele vernieuwingsbeweging die zowel door hindoes als moslims werd aangevoerd. De strijd voor gendergelijkheid is diep verweven met de historische identiteit van Bangladesh. ‘Als ik mannen spreek,’ zegt Rahman, ‘dan merk ik dat het goed werkt als argument.’

Om zich heen ziet hij dat vrouwen de maatschappelijke ladder beklimmen. ‘Onze premier is een vrouw, net als de voorzitter van ons parlement en onze vertegenwoordiger bij de VN.’

Feminisme is volgens Rahman niet compleet zonder de emancipatie van lhbti’ers. Hijra, een term die met name gebruikt wordt om transgendervrouwen mee aan te duiden, is in 2014 officieel erkend als derde gendercategorie in Bangladesh. ‘Ik denk dat er belangrijke stappen worden gezet’, ziet Rahman.

Feminisme is niet iets westers, maar dat betekent volgens hem niet dat er niet met westerse overheden samengewerkt kan worden. Zo is hij erg te spreken over het (afgelopen) feministische buitenlandbeleid van Zweden. ‘Dat had veel aandacht voor de rol van vrouwelijk leiderschap in de strijd tegen klimaatverandering.’

Alleen wordt feminisme op dit moment nog te veel als een vrouwenzaak gezien. ‘We moeten mannen het idee geven dat het ook over hen gaat.’ Daarin kan Den Haag een rol spelen: ‘Het zou mooi zijn’, zegt hij, ‘als de Nederlandse strategie zich daarop richt; op het betrekken van de mannelijke bondgenoten.’

De Nicaraguaanse Douglas Mendoza (46) groeide op in een traditioneel gezin, zijn vader was een man van de oude stempel. ‘Hij was dominant, heel erg patriarchaal. Mijn moeder begaf zich altijd wat meer op de achtergrond.’ Het was voor Mendoza ondenkbaar dat hij zijn gevoelens – of, erger nog: zijn onzekerheden – met zijn vader zou bespreken. ‘Hij was erg afstandelijk en autoritair.’

Mendoza had al snel door dat hij zelf niet zo’n man wilde worden. Hij ging op zoek naar alternatieven en begon zich te verdiepen in feministische ideeën over gender en mannelijkheid. ‘Het veranderde mijn leven’, vertelt hij enthousiast. Bij de opvoeding van zijn zoons probeert hij emoties en persoonlijke worstelingen wel bespreekbaar te maken. ‘Eduardo is zestien en die zegt nu: “Als ik straks ga werken, wil ik me ook inzetten voor gendergelijkheid.”’

Douglas Mendoza

Mendoza raakte betrokken bij de Latijns-Amerikaanse afdeling van MenEngage, waar hij Hernando Muñoz Sánchez leerde kennen, een – nu zestigjarige – Colombiaanse onderzoeker die in de genderstudies is gepromoveerd.

Mendoza en Sánchez werken samen met mannen uit alle lagen van de samenleving: ‘Militairen, politieagenten, studenten… noem maar op’, zegt Sánchez. ‘We kunnen geen gendergelijkheid bereiken als mannen niet vanbinnen veranderen.’

Dat die verandering nodig is, valt terug te zien in het wijdverbreide en hardnekkige geweld tegen vrouwen en kinderen. Sánchez geeft les aan de universiteit, hij kent het seksuele geweld op de campussen – waartegen gedemonstreerd wordt.

En in Mexico gaan mensen de laatste jaren massaal de straat op om tegen ‘femicide’ te protesteren, de moord op vrouwen waarbij hun geslacht een leidend motief is. Volgens Amnesty International worden er in het land dagelijks minstens tien vrouwen en meisjes gedood.

Mannen zijn niet inherent gewelddadig, benadrukken Sánchez en Mendoza, er is eerder sprake van aangeleerd gedrag. Machismo is een van de kernwoorden in het gesprek: ‘Het is het idee dat mannen automatisch recht hebben op meer macht en privileges’, zegt Mendoza. ‘Het draait om autoriteit, altijd de sterkste te willen zijn.’

Sánchez knikt, en voegt toe: ‘Machismo komt voort uit wat de hegemoniale samenleving van je verlangt als man. Dat je de beschermer bent van je gezin, dat je altijd economisch moet kunnen voorzien.’

Deze vorm van militante mannelijkheid is in Latijns-Amerika vaak innig verweven met religieuze ideeën, legt hij uit. ‘Men zegt: net als dat Jezus het hoofd van de Kerk is, is de man het hoofd van zijn familie èn van de samenleving.’

Vooral in de pinksterbeweging, die overal op het continent snel groeit, leeft dat idee sterk. Sánchez: ‘Conservatieve katholieken zijn natuurlijk ook behoudend als het om abortus of lhbti-emancipatie gaat, maar we zien dat de protestanten nog een stuk radicaler in hun antifeminisme zijn.’

Ook zijn ze vaak politiek betrokken. Mendoza: ‘Pastors van megakerken zitten in parlementen en regeringen.’ In Brazilië vormen evangelicalen (‘beef, Bible and bullets’) de harde kern van de achterban van president Jair Bolsonaro. De rechtse hardliner hield tijdens zijn herverkiezingscampagne dit jaar lange tirades tegen feminisme.

Mendoza: ‘Mensen worden bang gemaakt voor “genderideologie”, voor feministen die tot doel hebben “de traditionele familie te ondermijnen”.’

Hernando Munoz Sánchez

Maar de feministische beweging is zelf ook goed georganiseerd. The Jakarta Post schreef vorig jaar dat Latijns-Amerikaanse landen worden ‘overspoeld door een nieuwe golf van feminisme’. Sánchez zelf noemt gender ‘hèt politieke onderwerp van de eenentwintigste eeuw’.

In verschillende landen werd succesvol campagne gevoerd voor een hardere aanpak van seksueel geweld en femicide en voor verruiming van de abortuswetgeving. ‘Het is van belang dat ook mannen hun bijdrage leveren.’

Daar zitten niet alle feministen op te wachten. Sánchez ziet een verschil tussen de oude generatie en de activisten die nu het stokje overnemen. ‘We merken dat de nieuwe lichting een stuk radicaler is, en soms helemaal niet met mannen wil samenwerken.’ Hij begrijpt die weerstand wel, maar denkt dat de houding averechts werkt. ‘We moeten juist proberen de barrières zoveel mogelijk weg te nemen.’

Twee jaar geleden maakte Mexico als eerste Latijns-Amerikaanse land bekend een feministisch buitenlandbeleid te gaan voeren. Dat Nederland die stap nu ook gezet heeft, is volgens beide mannen goed nieuws.  Sánchez: ‘Nederland moet meer op de noodzaak van gendergelijkheid hameren in gesprekken met Latijns-Amerikaanse overheden. Veel regeringen hier zijn dictatoriaal of conservatief, die zijn niet zo met het thema bezig.’

Mendoza voegt toe: ‘Er is vooral behoefte aan *evidence-based-resultaten van beleid dat goed werkt, zodat we hen kunnen laten zien dat gendergelijkheid in het voordeel is van iederéén.’

Dit verhaal is verschenen in de special van Vice Versa over een Feministisch Buitenlandbeleid.

Afstemmen met Afrika

Door Ruerd Ruben | 06 juni 2023

 Ruerd Ruben heeft de nieuwe Afrika-strategie van Nederland doorgevorst en ziet dat het de goede kant op gaat, al bemerkt hij ook nog wat ‘onderliggende spanningen in de voornemens’ – en zet hij er voor Vice Versa vier op een rijtje, die verdieping verlangen.

Lees artikel

David Heyer weet hoe ontwikkelingsgeld beter besteed kan worden

Door Yvonne van Driel | 05 juni 2023

Kleine goede doelen zijn snel, flexibel en innovatief. De lijntjes zijn kort. Door de jarenlange samenwerking met hun partnerorganisaties kan op maat en vraaggerichte ondersteuning gegeven worden. En samen hebben die kleine goede doelen veel impact. Heel anders dan door de overheid gesteunde programma’s. Die zijn vaak log, werken vanuit hun eigen focus en kennen lange procedures. Dat vindt David Heyer. Hij is Hoofd Fondsenwerving en Programma’s bij HospitaalBroeders. In zijn boek Wie heeft het geld opgegeten? legt hij uit hoe het ander kan. Yvonne van Driel sprak met hem.

Lees artikel

Pinksterzaterdag op de A12

Door Hans Beerends | 31 mei 2023

Hans Beerends (91), over wie eerder dit jaar het boek Levenslang Activist verscheen, was er uiteraard bij tijdens de grote klimaatdemonstratie op Pinksterzaterdag. Een persoonlijk en hoopvol verslag. ‘De populariteit is zo groot omdat steeds meer mensen, mede dankzij dit soort acties, het klimaatprobleem onderkennen en omdat het consequent geweldloos is. Er wordt niet gescholden naar de politie en demonstranten gaan theatraal tegenstribbelend of charmant wandelend mee naar de ‘boevenwagen.’

Lees artikel