Hoe coherent is het Nederlandse internationale klimaatbeleid? Met de ene hand geven we geld uit om klimaatverandering tegen te gaan, met de andere geven we nog steeds subsidies aan fossiele bedrijven. ‘Stop er onmiddellijk mee.’ Op 6 juli praat de Tweede Kamer erover – nu alvast een verkenning.
‘Ontheemding, verlies van bestaansmiddelen en vernietiging van natuur en landbouwgebieden zijn gevolgen van klimaatverandering waar gewone Ghanezen in hun dagelijkse leven mee te maken hebben. Er is kusterosie door zeespiegelstijging, waardoor mensen van huis verdreven worden. Vroeger was het regenseizoen in juni en juli, nu blijft het in die tijd droog; boeren kunnen niet planten. Mensen weten niet altijd dat de hogere temperaturen en de droogte veroorzaakt worden door de uitstoot van broeikasgassen, maar ze merken de gevolgen wel – en het zijn vooral de arme en kwetsbare mensen die er het eerst last van hebben.’
Aan het woord is Kenneth Nana Amoateng, milieu- en beleidsadviseur bij de AbibiNsroma Foundation in Ghana. Hij werkt aan capaciteitsopbouw van grassroots-organisaties en -gemeenschappen en voert lobby en actie richting de overheid voor klimaatrechtvaardigheid. Zoals vorige week, toen hij de Afreximbank aanpakte, die in fossiele projecten investeert. Amoateng was bij verschillende klimaatconferenties, ook bij de COP27 in Egypte, om de stem van Afrika te laten horen.
Méér dan incoherent
‘Klimaatverandering is een onrecht’, zegt hij. ‘Landen die het veroorzaakt hebben, waaronder Nederland, moeten zelf veel meer doen om de crisis te beperken en voortaan minder CO2 uitstoten.’ Niet dat Nederland níets doet, beaamt hij. Minister Jetten investeert 28 miljard in het verlagen van de uitstoot van broeikasgassen in eigen land en ook erbuiten investeert Nederland via ontwikkelingssamenwerking en via de combinatie van hulp en handel daarin.
Maar tegelijk ondersteunt Nederland nog steeds de exploitatie van fossiele brandstoffen in het buitenland, door exportkredietverzekeringen, en dat is in strijd met het klimaatakkoord van Parijs, zegt Amoateng. ‘Dit is meten met twee maten: aan de ene kant streeft Nederland naar minder uitstoot en geeft daar geld aan uit, maar aan de andere kant blijft het fossiele brandstoffen in het buitenland subsidiëren. Dat is niet alleen incoherent, het is ook onrechtvaardig en oneerlijk.’
Nederland beloofde tijdens de klimaattop in Glasgow al te stoppen met exportkredietverzekeringen die bedrijven een verzekering bieden als zij in het buitenland investeren in de exploitatie van olie, steenkool of gas, of het aanleggen van infrastructuur voor de winning daarvan. Ondanks die goede voornemens koos het kabinet ervoor van 2023 een overgangsjaar te maken. Daardoor wordt er mogelijk dit jaar nog ter waarde van vier miljard euro aan investeringen verzekerd.
Dat maakt bijvoorbeeld de bouw van een drijvend olieplatform voor de kust van Brazilië mogelijk, door het Nederlandse maritieme bedrijf SBM Offshore – dat platform gaat nog dertig jaar olie opboren. Ook via bilaterale investeringsverdragen beschermt Nederland fossiele investeringen (zie het einde van dit artikel). ‘De Nederlandse regering’, zegt Amoateng, ‘moet nu onmiddellijk alle nieuwe internationale overheidsfinanciering van olie- en gasprojecten beëindigen. Laat de olie in de grond.’
Het gaat hem niet alleen om subsidies voor investeringen van de fossiele industrie in het buitenland, ook ‘thuis’ moet Nederland meer doen om de oorzaak van klimaatverandering tegen te gaan, vindt hij: door subsidies op fossiele brandstoffen af te schaffen en de economie te verduurzamen.
Geen toegang tot geld
Daarnaast gaat het geld dat Nederland investeert in landen in het Mondiale Zuiden niet altijd naar de goede dingen, zegt hij. Om aan zijn eigen doelstelling van CO2-reductie te voldoen heeft Ghana veel geld nodig, zegt Amoateng. Denk aan investeringen in zonnepanelen en windmolens. ‘Ghana heeft enorm veel potentieel om te profiteren van hernieuwbare energie, maar daarvoor zijn er wel investeringen nodig.’ Het lukt Ghana ten dele om voor die mitigatie financiering te vinden, via ontwikkelingsbanken of de Wereldbank.

Kenneth Nana Amoateng
Maar het ontbreekt aan voldoende geld voor adaptatie en ‘schade en verlies’, zegt Amoateng, en dat was ook het voornaamste punt dat Afrikaanse landen op de klimaattop in Egypte maakten. Adaptatie gaat om het voorkomen van schade door klimaatverandering, bijvoorbeeld door kustversterking. Schade en verlies gaat over herstelbetalingen voor schade die al is gedaan en die niet meer hersteld kan worden.
Ook als er wel fondsen zijn, komt dat geld niet altijd bij de mensen die het nodig hebben. ‘Gemeenschappen’, zegt hij, ‘hebben schade geleden door klimaatverandering of hebben hulp nodig om zich aan te passen aan de gevolgen ervan, maar het blijkt heel lastig voor juist de arme en kwetsbare mensen om toegang tot de fondsen te krijgen.’
Financiering gaat vaak naar grote overheidsprojecten, waar de bevolking niet op zit te wachten. Het ontbreekt grassroots-organisaties aan de capaciteit om aanvragen te doen; er zijn administratieve beperkingen waardoor kleinere organisaties geen toegang tot de middelen krijgen, of het is niet bekend welke fondsen er zijn. ‘Er is capaciteitsopbouw nodig om de financiering naar lokale organisaties van gemeenschappen in Ghana te krijgen.’
Nulgroei
Ook Niels Hazekamp, beleidsmedewerker bij de milieu- en mensenrechtenorganisatie Both ENDS, vindt het niet coherent dat Nederland aan de ene kant van ontwikkelingslanden vraagt om minder CO2 uit te stoten en aan de andere kant zelf op de oude voet doorgaat, en veel te weinig doet om de uitstoot van broeikasgassen te beperken.
‘Nederlandse klimaatdiplomaten’, zegt hij, ‘proberen andere landen ervan te overtuigen minder broeikasgassen uit te stoten, maar ze hebben geen eenvoudige boodschap, want Nederland doet het zelf op dat vlak niet goed. Het zou in deze internationale klimaatonderhandelingen enorm helpen als rijke landen in eígen land gewoon de afspraken nakomen die ze in het Parijsakkoord hebben gemaakt. Nederland boort nog steeds naar olie en gas in de Noordzee en wil geen maatregelen nemen die het leven van de burger minder makkelijk maakt.’
Nederland doet het slecht op klimaatgebied, vergeleken met andere landen: het staat bijna boven aan de meetlat van EU-landen als het gaat om de uitstoot van broeikasgassen – maar vier landen doen het slechter. Bovendien wordt een groot deel van de uitstoot die Nederland veroorzaakt niet in Nederland zelf, maar in het buitenland uitgestoten, omdat we veel spullen importeren die we hier consumeren.
Bij de productie ervan wordt in het buitenland CO2 uitgestoten, die je eigenlijk bij de Nederlandse uitstoot moet rekenen. Doordat die zogeheten door consumptie gecreëerde emissies voor Nederland zo hoog zijn, scoort Nederland slecht op de spillover ranking van het Sustainable Development Report. Die ranglijst is een maat voor het positieve of negatieve effect dat landen hebben op duurzame ontwikkeling in andere landen.
‘We zouden serieus moeten nadenken over een verandering van onze economie richting nulgroei’, zegt Hazekamp. ‘De fixatie op economische groei is de systeemfout, maar laten we in ieder geval op korte termijn het laaghangend fruit oogsten en stoppen met de dertig miljard aan fossiele subsidies die Nederland aan fossiele bedrijven geeft. Wij voeren daar actie tegen, net als Extinction Rebellion, en we moeten ook stoppen met de vier miljard euro die Nederland in dit overgangsjaar nog aan exportkredietverzekeringen wil geven.’
Het verkleinen van de klimaatimpact is ook een punt dat Partos, de koepelorganisatie van de ontwikkelingssamenwerking, met zestien organisaties inbracht in reactie op de internationale klimaatstrategie die het kabinet afgelopen november uitbracht. Die erkent de ernst van de klimaatcrisis en staat vol ronkende zinnen over de grote ambities van Nederland om bij te dragen aan de strijd tegen klimaatverandering, maar het ontbreekt aan deadlines en daadkrachtige, duidelijke doelstellingen, merkten de organisaties in hun reactie fijntjes op. Ze pleiten voor duidelijke doelen voor het verkleinen van de Nederlandse internationale klimaatimpact, inclusief doelen voor het reduceren van door consumptie gecreëerde emissies en het afschaffen van subsidies op fossiele brandstoffen.
Ook zegt de internationale klimaatstrategie van het kabinet weinig over klimaatschade, terwijl dat juist het leven van mensen in het Zuiden direct raakt. Na publicatie van de internationale klimaatstrategie is er op dat gebied wel veel gebeurd: minister Jetten pleitte voor oprichting van een klimaatschadefonds, waar tijdens de klimaattop in Egypte toe is besloten. Middelen daarvoor zouden niet uit ontwikkelingssamenwerking moeten komen, stellen de organisaties in hun reactie, maar uit belasting op het gebruik van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld via een vlieg- of vleestaks.
Coherentiedebat
Op 6 juli praat de Tweede Kamer over beleidscoherentie. Het is de eerste keer dat verschillende bewindspersonen, ook die van Financiën en Economische Zaken en Klimaat, zich in de Kamer komen verantwoorden over de coherentie van beleid, zegt Anna Hengeveld, beleidsadviseur bij ActionAid.
Het gaat over hoe voorkomen kan worden dat de Nederlandse inzet op het gebied van ontwikkelingssamenwerking wordt ondermijnd door Nederlands beleid op andere gebieden, bijvoorbeeld door het tegengaan van belastingontwijking en ongelijke verdeling van vaccins en gezondheid, maar ook door het terugbrengen van de Nederlandse ecologische voetafdruk. In november kwam minister Schreinemacher met een herziene versie van het actieplan beleidscoherentie, waarin het terugbrengen van de Nederlandse voetafdruk de eerste prioriteit is. In mei kwam de jaarrapportage met resultaten op dat gebied.
Programma Partindag 2023 verbreedt jouw blik
Het programma van de Partindag is bekend. Ook dit jaar verbreedt deze dag jouw blik. Hans Beerends, Ellen Mangnus, Marc Broere en Danielle Hirsch trappen de dag af. Het drietal Beerends, Mangnus en Broere werpt het licht op 50 jaar mondiaal activisme en Hirsch gaat in een gesproken column in op hoe informatie tot verandering kan leiden. En er is keuze uit 10 workshops. Voor ieder wat wils. De Partindag is op zaterdag 30 september in Nijkerk en begint om 10.00. Dit jaar georganiseerd Partin de ontmoetingsdag samen met Vice Versa.
Lees artikelDe klimaattop van Nairobi: een gedeeld Afrikaans bericht
Bij een historische samenkomst van Afrikaanse leiders op de Keniaanse top hebben ze de Verklaring van Nairobi uitgegeven: een oproep om klimaatverandering wereldwijd tegen te gaan, met Afrika als belangrijke speler in het midden gepositioneerd.
Lees artikelOp de bres voor de kleine boer
‘Wie in Afrika woont,’ stelt Shungu Kanyemba, ‘weet dat tachtig procent van onze bevolking van economische activiteiten uit het achterland afhankelijk is. We hebben allemaal wel een neef die nog steeds op het platteland werkt, als boer, en elke keer als je er langsgaat realiseer je je dat het leven er niet verandert. Ze maken de bakstenen nog *altijd op dezelfde manier! En dàt mag weleens omgegooid worden.’
Lees artikel