Categorie: Rina Molenaar

De onzichtbare zichtbaar – Hoe bereik je de allerarmsten?

Door Rina Molenaar | 16 maart 2023

Het laatste deel van de blogserie over hoe je ervoor kunt zorgen dat er binnen projecten en programma’s aandacht is voor de meest kwetsbare mensen die nu meestal nog worden buitengesloten, ook door ontwikkelingsorganisaties. Vandaag het woord aan Rina Molenaar, directeur van Woord en Daad.

Zuidelijk leiderschap, alleen als het ons uitkomt?

Door Rina Molenaar | 02 maart 2023

Afrikaanse leiders verwijten Europa koloniaal gedrag. Via handelsverdragen worden zij geacht waarden te omarmen waar ze niet onverdeeld achter staan. Dat is het beeld dat naar voren komt in recent onderzoek van het Nederlands Dagblad (ND). ‘Het is alsof de EU sinaasappelsap uit een mangoboom wil persen,’ merkt een Oegandese parlementariër op. Zijn bezwaren tegen het post-Cotonou-verdrag illustratief voor breder gedeeld onbehagen, en staat Zuidelijk leiderschap – waar Europese beleidsmakers de mond vol van hebben – onder druk? Een opiniestuk van Rina Molenaar en Maarten van Nieuw Amerongen.

De sint, de schoen en onze voetafdruk

Door Rina Molenaar | 05 december 2022

Vandaag, 5 december, is de perfecte dag voor een blik op wat Rina Molenaar (Woord en Daad) en Daniëlle Hirsch (Both ENDS) van de Grote Coherentiesint hebben gevraagd èn gekregen. ‘De minister nam onze verlanglijstjes maar heel beperkt over.’

De wortel van de bloeiende boom

Door Rina Molenaar | 04 april 2022

In de aanloop naar de nieuwe beleidsnota van minister Schreinemacher, publiceren we vandaag opnieuw het stuk dat Woord en Daad directeur Rina Molenaar vorig jaar schreef. ‘Mijn oproep aan Den Haag: doe het anders. Maak beleid dat tien jaar meegaat, om tot de grondoorzaken te komen.’

De wortel van de bloeiende boom

Door Rina Molenaar | 27 april 2021

In de reeks over wat er qua ontwikkelingssamenwerking in het regeerakkoord hoort te komen, is het woord aan Rina Molenaar, directeur van Woord en Daad. ‘Mijn oproep aan Den Haag: doe het anders. Maak beleid dat tien jaar meegaat, om tot de grondoorzaken te komen.’